Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2019/1024 inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 16-07-2019
- Bronpublicatie:
20-06-2019, PbEU 2019, L 172 (uitgifte: 26-06-2019, regelingnummer: 2019/1024)
- Inwerkingtreding
16-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2019, PbEU 2019, L 172 (uitgifte: 26-06-2019, regelingnummer: 2019/1024)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Openbaarheid van bestuur
EU-recht / Marktintegratie
Informatierecht / ICT-recht
(herschikking)
Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Na raadpleging van het Comité van de Regio's,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) is ingrijpend gewijzigd. Aangezien er nieuwe wijzigingen nodig zijn, moet de richtlijn ter wille van de duidelijkheid worden herschikt.
- (2)
Op grond van artikel 13 van Richtlijn 2003/98/EG en vijf jaar na de vaststelling van Richtlijn 2013/37/EU van het Europees Parlement en de Raad (4), waarbij Richtlijn 2003/98/EG werd gewijzigd, heeft de Commissie, na raadpleging van de relevante belanghebbenden, de toepassing van Richtlijn 2003/98/EG geëvalueerd in het kader van het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving.
- (3)
Op basis van de raadpleging van de belanghebbenden en de resultaten van de effectbeoordeling heeft de Commissie geconcludeerd dat maatregelen op Unieniveau noodzakelijk zijn om een aantal overblijvende en nieuwe belemmeringen voor het grootschalig hergebruik van overheidsinformatie en met overheidsmiddelen gefinancierde informatie weg te werken, om het regelgevingskader aan te passen aan de vooruitgang op het gebied van digitale technologieën, en om digitale innovatie verder te stimuleren, met name op het gebied van kunstmatige intelligentie.
- (4)
Teneinde het potentieel van overheidsinformatie optimaal te benutten ten behoeve van de Europese economie en samenleving, moeten de inhoudelijke wijzigingen van de wettekst worden toegespitst op de volgende gebieden: het verlenen van toegang tot dynamische gegevens in realtime en via adequate technische middelen, het uitbreiden van het aanbod aan waardevolle overheidsgegevens voor hergebruik, inclusief gegevens van overheidsondernemingen, onderzoeksinstellingen en organisaties die onderzoek financieren, het aanpakken van nieuwe vormen van exclusiviteitsregelingen, het gebruik van uitzonderingen op het beginsel dat slechts de marginale kostprijs in rekening mag worden gebracht en het verband tussen deze richtlijn en bepaalde rechtsinstrumenten, waaronder Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (5) en Richtlijnen 96/9/EG(6), 2003/4/EG(7) en 2007/2/EG(8) van het Europees Parlement en de Raad.
- (5)
Toegang tot informatie is een grondrecht. Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (Handvest) bepaalt dat eenieder recht op vrijheid van meningsuiting heeft, met inbegrip van de vrijheid een mening te hebben en de vrijheid kennis te nemen en te geven van informatie of ideeën, zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen.
- (6)
Artikel 8 van het Handvest waarborgt het recht op de bescherming van persoonsgegevens en bepaalt dat deze gegevens eerlijk moeten worden verwerkt, voor bepaalde doeleinden en met toestemming van de betrokkene of op basis van een andere gerechtvaardigde grondslag waarin de wet voorziet, en dit onder toezicht van een onafhankelijke autoriteit.
- (7)
Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de totstandbrenging van een interne markt en een stelsel waarmee vervalsing van de mededinging op de interne markt wordt voorkomen. De harmonisatie van de voorschriften en praktijken in de lidstaten inzake de exploitatie van overheidsinformatie draagt bij tot het bereiken van die doelstellingen.
- (8)
In de lidstaten verzamelt, produceert, vermenigvuldigt en verspreidt de publieke sector een breed scala aan informatie over de talrijke beleidsgebieden, zoals sociale, politieke, economische, juridische, geografische en milieu-informatie, meteorologische informatie, informatie over seismische activiteit, toeristische informatie, informatie over bedrijven, octrooi-informatie en onderwijsinformatie. Documenten die zijn voortgebracht door openbare lichamen van de uitvoerende, wetgevende of rechterlijke macht vormen een enorme, diverse en waardevolle hoeveelheid bronnen die de samenleving ten goede kunnen komen. Door die informatie, waartoe ook dynamische gegevens behoren, in een gangbaar elektronisch formaat aan te bieden, kunnen burgers en rechtspersonen nieuwe manieren vinden om de informatie te gebruiken, en nieuwe innovatieve producten en diensten ontwikkelen. In hun inspanningen om gegevens vlot toegankelijk te maken voor hergebruik kunnen lidstaten en openbare lichamen toereikende financiële steun genieten en ontvangen uit de betreffende fondsen en programma's van de Unie, waardoor een breed gebruik van digitale technologieën of de digitale transformatie van overheidsinstanties en openbare diensten wordt bewerkstelligd.
- (9)
Overheidsinformatie vormt een buitengewone bron van gegevens die kan bijdragen tot het beteren van de interne markt en het ontwikkelen van nieuwe toepassingen voor consumenten en rechtspersonen. Intelligent gebruik van gegevens, onder meer door de verwerking ervan via toepassingen voor kunstmatige intelligentie, kan een transformerend effect op alle sectoren van de economie hebben.
- (10)
Richtlijn 2003/98/EG legde een pakket minimumvoorschriften vast voor het hergebruik en de praktische regelingen ter vereenvoudiging van het hergebruik van bestaande documenten die in het bezit zijn van openbare lichamen van de lidstaten, met inbegrip van uitvoerende, regelgevende en gerechtelijke instanties. Sinds de vaststelling van de eerste set regels over hergebruik van overheidsinformatie, is de hoeveelheid gegevens in de wereld, inclusief overheidsgegevens, exponentieel toegenomen en worden nieuwe soorten gegevens gegenereerd en verzameld. Tegelijkertijd vindt een voortdurende evolutie plaats van technologieën voor de analyse, het gebruik en de verwerking van gegevens, zoals machinaal leren, kunstmatige intelligentie en het internet der dingen. Die snelle technologische ontwikkeling maakt het mogelijk nieuwe diensten en toepassingen te ontwikkelen, die worden ontworpen op basis van het inzetten, verzamelen en combineren van gegevens. De oorspronkelijk in 2003 vastgestelde en in 2013 gewijzigde regels zijn achterhaald door die snelle veranderingen, met als gevolg het risico dat de economische en sociale kansen die worden geboden door het hergebruik van overheidsgegevens onbenut blijven.
- (11)
De ontwikkeling naar een op basis van data functionerende maatschappij, waarin gegevens uit verschillende domeinen en activiteiten worden gebruikt, is van invloed op het leven van elke burger in de Unie, onder meer omdat hierdoor nieuwe manieren van toegang tot en verwerving van kennis worden geboden.
- (12)
Digitale inhoud speelt een belangrijke rol in die ontwikkeling. De productie van inhoud heeft in de afgelopen jaren veel nieuwe arbeidsplaatsen opgeleverd en kan dat ook in de toekomst blijven doen. De meeste van die arbeidsplaatsen ontstaan in innoverende start-ups en kleine en middelgrote ondernemingen.
- (13)
Een van de belangrijkste doelstellingen van de totstandbrenging van een interne markt is het scheppen van voorwaarden die de ontwikkeling van diensten en producten in de gehele Unie en in de lidstaten bevorderen. Overheidsinformatie of informatie die verzameld, geproduceerd, vermenigvuldigd en verspreid wordt in het kader van de uitoefening van een openbare taak of een dienst van algemeen belang vormt een belangrijke grondstof voor digitale informatieproducten en -diensten en zal een nog belangrijkere hulpbron worden voor de ontwikkeling van geavanceerde digitale technologieën, zoals kunstmatige intelligentie, ‘distributed ledger’-technologieën, en het internet der dingen. In dat verband is een ruime, grensoverschrijdende dekking eveneens van wezenlijk belang. De toegenomen mogelijkheden voor het hergebruik van dergelijke informatie zullen waarschijnlijk alle bedrijven van de Unie, met inbegrip van micro-ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen, evenals het maatschappelijk middenveld, onder meer in staat stellen om de mogelijkheden ervan te benutten en bij te dragen tot economische ontwikkeling en het scheppen en beschermen van hoogwaardige banen, met name ten behoeve van lokale gemeenschappen, alsook tot belangrijke maatschappelijke doelen zoals verantwoordingsplicht en transparantie.
- (14)
Het verlenen van toestemming voor het hergebruik van documenten die in het bezit zijn van een openbaar lichaam biedt toegevoegde waarde ten behoeve van de hergebruikers, de eindgebruikers, de maatschappij in het algemeen en in veel gevallen ten behoeve van het openbare lichaam zelf, doordat transparantie en verantwoording worden bevorderd en doordat feedback wordt gegeven door hergebruikers en eindgebruikers op basis waarvan het desbetreffende openbare lichaam de kwaliteit van de verzamelde informatie en de uitoefening van zijn taken kan verbeteren.
- (15)
De verschillen tussen de voorschriften en praktijken in de lidstaten ten aanzien van de exploitatie van overheidsinformatie zijn aanzienlijk, waardoor de volledige exploitatie van het economische potentieel van die essentiële bron van informatie wordt belemmerd. Er moet rekening worden gehouden met het feit dat de praktijk van overheidsinstanties met betrekking tot het gebruik van overheidsinformatie nog steeds van lidstaat tot lidstaat verschilt. Een minimum aan harmonisatie van nationale voorschriften en praktijken inzake het hergebruik van overheidsdocumenten moet derhalve worden nagestreefd indien de verschillen tussen nationale regelingen en praktijken of het gebrek aan duidelijkheid een belemmering vormen voor de soepele werking van de interne markt en de goede ontwikkeling van de informatiemaatschappij in de Unie.
- (16)
Open data als concept wordt over het algemeen geacht betrekking te hebben op gegevens in een open formaat die door iedereen voor alle doeleinden vrij gebruikt, hergebruikt en gedeeld kunnen worden. Opendatabeleid, dat brede beschikbaarheid en hergebruik van overheidsinformatie voor privé of commerciële doeleinden met minimale of geen juridische, technische of financiële beperkingen aanmoedigt en het circuleren van informatie zowel voor marktdeelnemers als — in de eerste plaats — voor burgers bevordert, kan een belangrijke rol spelen in het bevorderen van het maatschappelijk engagement en het op gang brengen en bevorderen van de ontwikkeling van nieuwe diensten die gebaseerd zijn op nieuwe manieren om dergelijke informatie te combineren en in te zetten. De lidstaten worden derhalve aangemoedigd het genereren van gegevens op basis van het beginsel ‘open door ontwerp en door standaardinstellingen’ (‘open by design and by default’) te bevorderen voor alle documenten die onder het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen. Daarbij moeten zij zorgen voor een consistent niveau van bescherming van doelstellingen van algemeen belang, zoals openbare veiligheid, ook wanneer het om gevoelige informatie met betrekking tot kritieke infrastructuur gaat. Zij moeten ook zorgen voor de bescherming van persoonsgegevens, ook wanneer informatie in een individuele dataset geen risico inhoudt dat een natuurlijke persoon kan worden geïdentificeerd of er wordt uitgepikt, maar die informatie mogelijk wel een dergelijk risico inhoudt wanneer zij wordt gecombineerd met andere beschikbare informatie.
- (17)
Voorts zouden nationale wetgevingsactiviteiten waartoe een aantal lidstaten naar aanleiding van de technologische uitdagingen al het initiatief heeft genomen, zonder een minimum aan harmonisatie op Unieniveau tot nog grotere divergentie kunnen leiden. Het effect van dergelijke verschillen en onzekerheden op het gebied van de wetgeving zal nog duidelijker worden naarmate de informatiemaatschappij, die nu al tot een sterke toename van de grensoverschrijdende exploitatie van informatie heeft geleid, zich verder ontwikkelt.
- (18)
De lidstaten hebben beleid inzake hergebruik van overheidsinformatie ontwikkeld op basis van Richtlijn 2003/98/EG en sommige van hen hebben een ambitieuze opendata-aanpak gevolgd om het hergebruik van toegankelijke overheidsgegevens voor burgers en rechtspersonen gemakkelijker te maken op een niveau dat het in de richtlijn vastgestelde minimumniveau overstijgt. Het risico bestaat dat het uiteenlopen van regels tussen de lidstaten een hindernis vormt voor het grensoverschrijdend aanbod van producten en diensten en beletten dat vergelijkbare reeksen overheidsgegevens worden hergebruikt voor toepassingen op Unieniveau gebaseerd op deze gegevensreeksen. Derhalve is minimale harmonisatie vereist om te bepalen welke overheidsgegevens beschikbaar zijn voor hergebruik op de interne informatiemarkt, in overeenstemming zijn met, en geen invloed hebben op, de betrokken algemene en sectorale toegangsregelingen, zoals de regeling omschreven in Richtlijn 2003/4/EG. De bepalingen van Unie- en nationaal recht die verder gaan dan die minimumvereisten, met name wanneer het om sectorale regelgeving gaat, moeten van toepassing blijven. Voorbeelden van bepalingen die verder gaan dan de minimale harmonisatie waarin deze richtlijn voorziet, zijn bijvoorbeeld lagere drempels voor de toegestane hergebruikstarieven dan de in deze richtlijn vastgestelde drempels of minder strenge licentievoorwaarden dan de in deze richtlijn bedoelde voorwaarden. De richtlijn mag met name geen afbreuk doen aan bepalingen die verder gaan dan het minimale harmonisatieniveau van deze richtlijn als vastgesteld in de gedelegeerde verordeningen die de Commissie heeft vastgesteld op grond van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad (9).
- (19)
Bovendien worden de lidstaten aangemoedigd verder te gaan dan de minimumvereisten van deze richtlijn door de vereisten ervan te laten gelden voor documenten in het bezit van overheidsondernemingen die verband houden met activiteiten waarvoor op grond van artikel 34 van Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad (10) is vastgesteld dat zij rechtstreeks blootstaan aan concurrentie. De lidstaten mogen ook besluiten de vereisten van deze richtlijn te laten gelden voor particuliere ondernemingen, met name particuliere bedrijven die diensten van algemeen belang verlenen.
- (20)
Een algemeen kader voor de voorwaarden voor het hergebruik van overheidsdocumenten is noodzakelijk om te zorgen voor eerlijke, evenredige en niet-discriminerende voorwaarden voor het hergebruik van dergelijk informatie. Openbare lichamen verzamelen, produceren, vermenigvuldigen en verspreiden documenten om hun openbare taak te vervullen. Overheidsondernemingen verzamelen, produceren, vermenigvuldigen en verspreiden documenten om diensten van algemeen belang te leveren. Gebruik van deze documenten om andere redenen is hergebruik. Het beleid van de lidstaten kan verder gaan dan de in deze richtlijn vastgestelde minimumvoorschriften en kan derhalve een uitgebreider hergebruik mogelijk maken. Bij de omzetting van deze richtlijn kunnen de lidstaten andere termen dan ‘document’ gebruiken, mits de volledige reikwijdte van de term ‘document’, als gedefinieerd bij deze richtlijn, gehandhaafd blijft.
- (21)
Deze richtlijn moet van toepassing zijn op documenten waarvan de verstrekking valt onder de openbare taken van de betrokken openbare lichamen, als bepaald bij wet of ander bindend voorschrift van de lidstaten. Indien een voorschrift ter zake ontbreekt, moet de overheidstaak worden gedefinieerd overeenkomstig de gangbare bestuurspraktijk in de lidstaten, mits de afbakening van de overheidstaken transparant is en aan toetsing is onderworpen. De openbare taken kunnen hetzij algemeen, hetzij per geval voor afzonderlijke openbare lichamen worden gedefinieerd.
- (22)
Deze richtlijn moet van toepassing zijn op documenten die voor hergebruik toegankelijk zijn wanneer openbare lichamen voor informatie licenties verlenen of informatie verkopen, verspreiden, uitwisselen of verstrekken. Om kruissubsidiëring te voorkomen omvat hergebruik tevens het verdere gebruik van documenten binnen de eigen organisatie voor activiteiten die buiten de openbare taak vallen. Activiteiten die niet onder de openbare taak vallen, betreffen in de regel het verstrekken van documenten die uitsluitend worden geproduceerd en gefactureerd op een commerciële basis en in concurrentie met anderen op de markt.
- (23)
Deze richtlijn houdt geenszins een beperking in van, en heeft geen nadelige gevolgen voor, de uitvoering van de wettelijke taken van overheidsinstanties en andere openbare diensten. Deze richtlijn voorziet voor de lidstaten in een verplichting om alle bestaande documenten herbruikbaar te maken tenzij de toegang wordt beperkt of uitgesloten uit hoofde van nationale regels inzake de toegang tot documenten of behoudens de andere uitzonderingen waarin deze richtlijn voorziet. Deze richtlijn bouwt voort op de bestaande toegangsregelingen in de lidstaten en houdt geen wijziging van de nationale regels voor de toegang tot documenten in. Zij is niet van toepassing op gevallen waarin burgers of rechtspersonen uit hoofde van de toepasselijke toegangsregeling een document alleen in handen kunnen krijgen als zij een bijzonder belang kunnen aantonen. Op Unieniveau wordt in de artikelen 41 en 42 van het Handvest, die respectievelijk het recht op behoorlijk bestuur en het recht van inzage in documenten betreffen, het recht erkend van iedere burger van de Unie en iedere natuurlijke of rechtspersoon met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat op toegang tot documenten die in bezit zijn van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. Openbare lichamen moeten worden aangemoedigd alle documenten in hun bezit voor hergebruik beschikbaar te stellen. Openbare lichamen moeten hergebruik van documenten bevorderen en aanmoedigen, ook van officiële teksten van wetgevende en administratieve aard, in die gevallen waarin het openbaar lichaam bevoegd is om toestemming te verlenen voor het hergebruik ervan.
- (24)
De lidstaten doen voor de levering van diensten van algemeen belang vaak een beroep op entiteiten buiten de publieke sector, waarop ze niettemin een sterke controle uitoefenen. Richtlijn 2003/98/EG is echter alleen van toepassing op documenten van openbare lichamen en niet op documenten van overheidsondernemingen. Dit leidt tot een lage beschikbaarheid voor hergebruik van documenten die in het kader van de diensten van algemeen belang worden geproduceerd, met name in verband met nutsvoorzieningen. Dit beperkt ook sterk het potentieel voor de ontwikkeling van grensoverschrijdende diensten op basis van documenten van overheidsondernemingen die diensten van algemeen belang leveren.
- (25)
Richtlijn 2003/98/EG moet derhalve worden gewijzigd om ervoor te zorgen dat die richtlijn kan worden toegepast op het hergebruik van bestaande documenten die in het kader van de levering van diensten van algemeen belang worden geproduceerd door overheidsondernemingen die een van de activiteiten verrichten als bedoeld in de artikelen 8 tot en met 14 van Richtlijn 2014/25/EU, alsmede door overheidsondernemingen die openbare diensten exploiteren op grond van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad (11), overheidsondernemingen die als luchtvaartmaatschappij openbaredienstverplichtingen vervullen op grond van artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad (12), en overheidsondernemingen die als reder openbare diensten verrichten op grond van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 3577/92 van de Raad (13).
- (26)
In deze richtlijn is geen algemene verplichting opgenomen om toestemming te verlenen voor het hergebruik van documenten van overheidsondernemingen. De betrokken overheidsondernemingen moeten zelf kunnen beslissen of ze al dan niet toestemming verlenen voor hergebruik, tenzij anders vereist door deze richtlijn of door Unie- of nationaal recht. Slechts nadat een overheidsonderneming een document voor hergebruik beschikbaar heeft gesteld, dient die onderneming de in de hoofdstukken III en IV van deze richtlijn vastgestelde toepasselijke verplichtingen na te komen, met name inzake formaten, vergoedingen, transparantie, licenties, non-discriminatie en het verbod op exclusiviteitsregelingen. Anderzijds mogen overheidsondernemingen niet geacht worden te voldoen aan de vereisten van hoofdstuk II, zoals de regels inzake de behandeling van verzoeken om hergebruik. Wanneer toestemming wordt verleend voor het hergebruik van documenten, moet er bijzondere aandacht worden besteed aan gevoelige informatie in verband met de bescherming van kritieke infrastructuur in de zin van Richtlijn 2008/114/EG van de Raad (14) en van essentiële diensten in de zin van Richtlijn (EU) 2016/1148 van het Europees Parlement en de Raad (15).
- (27)
Het volume onderzoeksgegevens groeit exponentieel en biedt ook potentieel voor hergebruik buiten de wetenschappelijke gemeenschap. Om de groeiende maatschappelijke uitdagingen op een efficiënte en holistische manier aan te pakken, is toegang tot data uit verschillende bronnen, sectoren en disciplines voor blending en hergebruik cruciaal en dringend geworden. Onderzoeksgegevens omvatten statistieken, resultaten van experimenten, metingen, observaties op basis van terreinwerk, enquêteresultaten, opnames van interviews en beelden. Ook metadata, specificaties en andere digitale objecten horen daarbij. Onderzoeksgegevens verschillen van wetenschappelijke artikelen, waarin verslag wordt uitgebracht en commentaar wordt geleverd over resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Reeds vele jaren geleden werden beleidsinitiatieven genomen met betrekking tot de open beschikbaarheid en herbruikbaarheid van gegevens van met overheidsmiddelen gefinancierd wetenschappelijk onderzoek. Onder ‘open access’ wordt de praktijk verstaan van het kosteloos bieden van online toegang tot onderzoeksresultaten voor de eindgebruiker, zonder beperkingen op gebruik en hergebruik buiten de mogelijkheid om erkenning van het auteurschap te verlangen. Openaccessbeleid heeft met name tot doel onderzoekers en het grote publiek zo vroeg mogelijk in het verspreidingsproces toegang te verschaffen tot onderzoeksgegevens en het gebruik en hergebruik daarvan te vergemakkelijken. Open access draagt bij tot een betere kwaliteit, tot het beperken van de behoefte aan duplicatie van onderzoek, tot snellere wetenschappelijke vooruitgang en tot de strijd tegen wetenschappelijk bedrog, en komt in het algemeen de economische groei en innovatie te goede. Behalve op het gebied van open access worden er lofwaardige inspanningen geleverd om van planning van gegevensbeheer een wetenschappelijke standaardpraktijk te maken en de verspreiding te steunen van onderzoeksgegevens die vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar zijn (de FAIR-beginselen).
- (28)
In het licht van de hierboven geschetste redenen is het passend de lidstaten te verplichten een openaccessbeleid te ontwikkelen voor met overheidsmiddelen gefinancierde onderzoeksgegevens en ervoor te zorgen dat dit wordt toegepast door alle onderzoeksinstellingen en organisaties die onderzoek financieren. Onderzoeksinstellingen en organisaties die onderzoek financieren, zouden ook als openbare lichamen of overheidsondernemingen kunnen worden georganiseerd. Deze richtlijn geldt voor die hybride organisaties alleen in hun hoedanigheid van onderzoeksinstelling en voor hun onderzoeksgegevens. Een openaccessbeleid voorziet traditioneel in verschillende uitzonderingen op de open beschikbaarheid van wetenschappelijke resultaten. In de aanbeveling van de Commissie van 25 april 2018 betreffende de toegang tot en de bewaring van wetenschappelijke informatie worden onder meer de relevante aspecten van een openaccessbeleid beschreven. Bovendien moeten de voorwaarden voor hergebruik van bepaalde onderzoeksgegevens worden verbeterd. Om die reden moet een aantal verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn worden uitgebreid tot wetenschappelijke onderzoeksgegevens die het resultaat zijn van met overheidsmiddelen gefinancierd onderzoek, al dan niet medegefinancierd door entiteiten uit de particuliere sector. In het kader van nationaal openaccessbeleid moeten met overheidsmiddelen gefinancierde onderzoeksgegevens als standaardoptie openbaar toegankelijk worden gemaakt. Volgens het beginsel ‘zo open als mogelijk, zo gesloten als nodig’ (‘as open as possible, as closed as necessary’) moet in dit verband echter terdege rekening worden gehouden met aspecten inzake de persoonlijke levenssfeer, bescherming van persoonsgegevens, vertrouwelijkheid, nationale veiligheid, rechtmatige handelsbelangen, zoals bedrijfsgeheimen, en intellectuele-eigendomsrechten van derden. Bovendien dient deze richtlijn niet van toepassing te zijn op onderzoeksgegevens die niet toegankelijk zijn op grond van nationale veiligheid, landsverdediging of openbare veiligheid. Om administratieve lasten te vermijden, mogen verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn alleen gelden voor onderzoeksgegevens die reeds door onderzoekers, onderzoeksinstellingen of organisaties die onderzoek financieren via een institutionele of thematische databank openbaar werden gemaakt en mogen zij geen extra kosten meebrengen voor het opvragen van de datasets noch aanvullende gegevensconservering verlangen. De lidstaten mogen de toepassing van deze richtlijn uitbreiden tot onderzoeksgegevens die openbaar worden gemaakt via andere data-infrastructuren dan databanken, door middel van openaccesspublicaties of als bijlage bij een artikel, datapaper of paper in een datajournal. Andere documenten dan onderzoeksgegevens moeten vrijgesteld blijven van de toepassing van deze richtlijn.
- (29)
De definitie van ‘openbaar lichaam’ is gebaseerd op de definitie in punt 1 van artikel 2, lid 1, van Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad (16). De definitie van ‘publiekrechtelijke instelling’ uit die richtlijn en de definitie van ‘overheidsonderneming’ uit Richtlijn 2014/25/EU moeten op de onderhavige richtlijn van toepassing zijn.
- (30)
Deze richtlijn geeft een definitie van de term ‘document’, die ook om het even welk deel van een document moet omvatten. De term ‘document’ moet de voorstelling van handelingen, feiten of informatie — en een bundeling van deze handelingen, feiten of informatie — ongeacht het medium (op papier, in elektronische vorm of als geluids-, beeld- of audiovisuele opname) bestrijken. De definitie van ‘document’ is niet bedoeld om ook computerprogramma's te betreffen. De lidstaten mogen de toepassing van deze richtlijn uitbreiden tot computerprogramma's.
- (31)
Openbare lichamen stellen hun documenten steeds vaker proactief beschikbaar voor hergebruik door ervoor te zorgen dat zowel documenten als bijbehorende metadata online opspoorbaar en daadwerkelijk beschikbaar zijn in een open formaat dat machinaal leesbaar is en dat interoperabiliteit, hergebruik en toegankelijkheid garandeert. Documenten moeten ook op verzoek van een hergebruiker beschikbaar worden gesteld voor hergebruik. In die gevallen moet de beantwoordingstermijn bij een verzoek om hergebruik redelijk zijn en overeenstemmen met de beantwoordingstermijn bij een verzoek om toegang tot het document overeenkomstig de betrokken toegangsregelingen. Overheidsondernemingen, onderwijsinstellingen, onderzoeksinstellingen en organisaties die onderzoek financieren moeten evenwel worden vrijgesteld van die verplichting. Een redelijke termijn in de hele Unie stimuleert het creëren van nieuwe, samengestelde informatieproducten en -diensten op Unieniveau. Dit is met name van belang voor dynamische gegevens (zoals milieu-informatie, verkeersinformatie, satellietgegevens, meteorologische gegevens en door sensoren gegenereerde gegevens), waarvan de economische waarde afhankelijk is van onmiddellijke beschikbaarheid en regelmatige aanvulling. Dynamische gegevens moeten derhalve onmiddellijk nadat ze zijn verzameld, of in het geval van een handmatige actualisering onmiddellijk na de aanpassing van de gegevensbestanden, via een applicatieprogramma-interface (API) beschikbaar worden gesteld om de ontwikkeling van op die gegevens gebaseerde mobiele, internet- en cloudapplicaties te faciliteren. Als dit vanwege technische of financiële beperkingen niet haalbaar is, dienen de openbare lichamen de documenten beschikbaar te stellen binnen een termijn die het mogelijk maakt hun economisch potentieel volledig te benutten. Er moeten specifieke maatregelen worden genomen om de desbetreffende technische en financiële beperkingen weg te nemen. Indien van een vergunning gebruik wordt gemaakt, kan de tijdige beschikbaarheid van documenten deel uitmaken van de condities. Wanneer in het licht van gerechtvaardigde redenen van openbaar belang gegevensverificatie essentieel is, met name voor de volksgezondheid en de openbare veiligheid, moeten dynamische gegevens onmiddellijk na de verificatie beschikbaar worden gesteld. Deze essentiële gegevensverificatie mag geen invloed hebben op de frequentie van de actualiseringen.
- (32)
Teneinde toegang te krijgen tot gegevens die op grond van deze richtlijn worden vrijgegeven voor hergebruik, zou het nuttig zijn de toegang tot dynamische gegevens te waarborgen door middel van goed ontworpen API's. Een API is een reeks functies, procedures, definities en protocollen voor communicatie van machine naar machine en de naadloze uitwisseling van gegevens. API's moeten worden ondersteund met duidelijke technische documentatie die volledig en online beschikbaar is. Waar mogelijk moeten open API's worden gebruikt. Er dienen door de Unie of internationaal erkende standaardprotocollen te worden toegepast, en in voorkomend geval dienen internationale standaarden voor datasets te worden gebruikt. API's kunnen verschillende niveaus van complexiteit hebben, gaande van een eenvoudige koppeling met een databank voor het opzoeken van specifieke datasets over een webinterface tot een meer complexe opzet. De algemene meerwaarde van hergebruik en delen van gegevens door middel van een gepast gebruik van API's bestaat erin dat ontwikkelaars en starters de mogelijkheid krijgen nieuwe producten en diensten te ontwikkelen. Dit is tevens een cruciaal element voor het opbouwen van waardevolle ecosystemen rond vaak onbenutte data-activa. Het opzetten en gebruiken van API's moet gebeuren op basis van verschillende beginselen: beschikbaarheid, stabiliteit, onderhoud gedurende de levenscyclus, uniformiteit in gebruik en normen, gebruiksvriendelijkheid en beveiliging. Openbare lichamen en overheidsondernemingen moeten dynamische gegevens, dat wil zeggen gegevens die frequent, en vaak in real time, worden geactualiseerd onmiddellijk nadat ze zijn verzameld, beschikbaar stellen via passende API's en, in voorkomend geval, in de vorm van een bulksgewijze download, tenzij dit onevenredige inspanningen zou vergen. Bij het beoordelen van de evenredigheid van de inspanning moet rekening worden houden met de omvang en de operationele begroting van het desbetreffende openbare lichaam of de desbetreffende overheidsonderneming.
- (33)
De mogelijkheden tot hergebruik kunnen worden verbeterd door de gevallen te beperken waarin papieren documenten moeten worden gedigitaliseerd of waarin digitale bestanden moeten worden gemanipuleerd om deze compatibel te maken. Openbare lichamen dienen daarom hun documenten in alle reeds bestaande formaten en alle talen, indien mogelijk en passend langs elektronische weg, beschikbaar te stellen. Openbare lichamen dienen verzoeken om uittreksels van bestaande documenten positief te beoordelen wanneer aan een dergelijk verzoek met een eenvoudige handeling kan worden voldaan. Openbare lichamen hoeven echter geen uittreksels van documenten te verstrekken, noch het formaat van de gevraagde informatie te wijzigen wanneer dit een onevenredig grote inspanning vereist. Teneinde hergebruik te vergemakkelijken, dienen openbare lichamen hun documenten beschikbaar te stellen in een formaat dat, voor zover mogelijk en passend, niet is gebonden aan specifieke software. Waar mogelijk en passend dienen openbare lichamen rekening te houden met de mogelijkheden voor het hergebruik van documenten door en voor personen met een handicap door de informatie in een toegankelijk formaat aan te bieden, overeenkomstig de vereisten van Richtlijn (EU) 2016/2102 van het Europees Parlement en de Raad (17).
- (34)
Om hergebruik te faciliteren, moeten openbare lichamen documenten, met inbegrip van op websites gepubliceerde documenten, daar waar mogelijk en passend, in een open en machinaal leesbaar formaat, samen met hun metagegevens, met het beste niveau van nauwkeurigheid en fijnkorreligheid, beschikbaar stellen in een formaat dat interoperabiliteit mogelijk maakt, bijvoorbeeld door ze te verwerken op een manier die aansluit bij de beginselen betreffende de compatibiliteits- en bruikbaarheidsvereisten voor ruimtelijke informatie in het kader van Richtlijn 2007/2/EG.
- (35)
Een document moet als machinaal leesbaar worden beschouwd als de structuur van het bestandsformaat ervoor zorgt dat softwaretoepassingen in dat document gemakkelijk specifieke gegevens kunnen identificeren, herkennen en extraheren. Gegevens die zijn gecodeerd in bestanden die in een machinaal leesbaar formaat zijn gestructureerd, moeten als machinaal leesbare gegevens worden beschouwd. Een machinaal leesbaar formaat kan open of geoctrooieerd zijn. Het kan om een formele standaard gaan of niet. Documenten die zijn gecodeerd in een bestandsformaat dat de automatische verwerking beperkt doordat de gegevens niet of niet gemakkelijk kunnen worden geëxtraheerd, mogen niet als documenten in een machinaal leesbaar formaat worden beschouwd. In voorkomend geval en waar mogelijk dienen de lidstaten het gebruik van door de Unie of internationaal erkende open, machinaal leesbare formaten aan te moedigen. Waar van toepassing moet bij het ontwerpen van technische oplossingen voor het hergebruik van documenten rekening worden gehouden met het Europees kader voor interoperabiliteit.
- (36)
De tarieven voor het hergebruik van documenten belemmeren in sterke mate de toegang tot de markt voor starters en kleine en middelgrote ondernemingen. Derhalve moeten documenten kosteloos beschikbaar worden gesteld voor hergebruik en wanneer een vergoeding voor het hergebruik van documenten evenwel noodzakelijk is, moet die in beginsel beperkt blijven tot de marginale kosten. Wanneer openbare lichamen, vrijwillig of op basis van een verplichting in de nationale wetgeving, bijzonder uitgebreide opzoekingen moeten doen in verband met gevraagde informatie of uiterst dure wijzigingen aan het formaat van de gevraagde informatie moeten aanbrengen, kunnen de marginale kosten de hiermee gepaard gaande kosten dekken. In uitzonderlijke gevallen moet rekening worden gehouden met de noodzaak om de gewone werking van openbare lichamen die verplicht zijn inkomsten te genereren om een aanzienlijk deel van de kosten voor de uitoefening van hun openbare taken te dekken, niet te hinderen. Dit geldt ook wanneer een openbaar lichaam gegevens als open data beschikbaar heeft gesteld, maar verplicht is inkomsten te genereren om een aanzienlijk deel van de kosten voor de uitoefening van andere openbare taken te dekken. Voorts moet de rol van overheidsondernemingen binnen een concurrerend economisch klimaat worden erkend. In dergelijke gevallen moeten openbare lichamen en overheidsondernemingen derhalve meer dan enkel de marginale kosten kunnen aanrekenen. Deze vergoedingen die de marginale kosten overstijgen moeten worden vastgesteld op basis van objectieve, transparante en controleerbare criteria en de totale inkomsten uit het verstrekken en het verlenen van toestemming voor hergebruik van documenten mogen niet hoger zijn dan de kosten van verzameling en productie, met inbegrip van het betrekken van deze gegevens bij derden, vermenigvuldiging, onderhoud, opslag en verspreiding, vermeerderd met een redelijk rendement op investeringen. Desgevallend moet het ook mogelijk zijn de kosten voor de anonimisering van persoonsgegevens en de kosten van maatregelen voor de bescherming van de vertrouwelijkheid van gegevens door te berekenen. De lidstaten kunnen verlangen dat openbare lichamen en overheidsondernemingen die kosten bekendmaken. De vereiste om inkomsten te genereren ter dekking van een aanzienlijk deel van de kosten van de openbare lichamen in verband met de uitoefening van hun openbare taken of de draagwijdte van de door overheidsondernemingen verleende diensten van algemeen belang hoeft geen rechtens opgelegde vereiste te zijn, maar kan bijvoorbeeld ook uit de administratieve praktijk in de lidstaten voortvloeien. De lidstaten moeten deze vereiste regelmatig toetsen.
- (37)
Onder het rendement op investeringen wordt een percentage verstaan, bovenop de marginale kosten, dat het mogelijk maakt de kapitaalkosten terug te verdienen, inclusief een reëel rendement. Aangezien de kapitaalkosten nauw verband houden met de rentetarieven van kredietinstellingen, die op hun beurt weer gebaseerd zijn op de vaste rentevoet van de Europese Centrale Bank (ECB) voor basisherfinancieringstransacties, zou een redelijk rendement op investeringen niet meer dan 5 % boven de vaste rentevoet van de ECB mogen liggen.
- (38)
Bibliotheken (met inbegrip van universiteitsbibliotheken), musea en archieven moeten meer dan de marginale kosten kunnen aanrekenen teneinde hun gewone werking niet te hinderen. In het geval van dergelijke openbare lichamen mogen de totale inkomsten uit het verstrekken en het verlenen van toestemming voor hergebruik van documenten over de desbetreffende berekeningsperiode genomen niet hoger zijn dan de kosten van de verzameling, productie, vermenigvuldiging, verspreiding, conservering en vereffening van rechten, vermeerderd met een redelijk rendement op investeringen. Desgevallend moeten ook de kosten voor de anonimisering van persoonsgegevens of commercieel gevoelige informatie kunnen worden doorberekend. Wat bibliotheken (met inbegrip van universiteitsbibliotheken), musea en archieven betreft, en gezien hun specifieke kenmerken, kan bij de berekening van een redelijk rendement op de investering worden gekeken naar de prijzen die de particuliere sector aanrekent voor het hergebruik van identieke of soortgelijke documenten.
- (39)
De in deze richtlijn vastgestelde bovengrenzen voor de vergoedingen laten het recht van de lidstaten om lagere of in het geheel geen vergoedingen toe te passen, onverlet.
- (40)
De lidstaten moeten de criteria vaststellen voor vergoedingen die de marginale kosten overstijgen. Zij moeten bijvoorbeeld in staat zijn die criteria rechtstreeks in nationale regels vast te stellen, of de passende andere instantie(s) dan het openbare lichaam zelf aan te wijzen die bevoegd is (zijn) om de criteria vast te stellen. Die instantie moet overeenkomstig de grondwet en het rechtsstelsel van de lidstaat zijn georganiseerd. Het kan gaan om een bestaande instantie met budgettaire uitvoeringsbevoegdheden en onder politieke verantwoordelijkheid.
- (41)
Voor de ontwikkeling van een de gehele Unie bestrijkende informatiemarkt moeten de voorwaarden voor het hergebruik van overheidsdocumenten duidelijk en voor het publiek toegankelijk zijn. Daarom moeten alle voorwaarden voor het hergebruik van documenten ter kennis van de potentiële hergebruikers worden gebracht. De lidstaten dienen het opstellen van registers van beschikbare documenten, waar passend online toegankelijk, aan te moedigen om de verzoeken tot hergebruik aan te moedigen en te vergemakkelijken. Indieners van verzoeken tot hergebruik van documenten van andere entiteiten dan overheidsondernemingen, onderwijsinstellingen, onderzoeksinstellingen en organisaties die onderzoek financieren, dienen op de hoogte te worden gesteld van de mogelijkheden van beroep tegen besluiten of handelingen die hen betreffen. Dit is met name van belang voor start-ups en voor kleine en middelgrote ondernemingen, die wellicht geen ervaring hebben met de omgang met openbare lichamen in andere lidstaten en de beroepsmogelijkheden aldaar.
- (42)
De rechtsmiddelen moeten de mogelijkheid tot een herziening door een onpartijdige instantie omvatten. Die instantie kan een bestaande nationale autoriteit zijn, zoals de nationale mededingingsautoriteit, de toezichthoudende autoriteit die overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679 is opgezet, de nationale autoriteit inzake toegang tot documenten of een nationale rechterlijke instantie. Die instantie moet overeenkomstig de grondwet en het rechtsstelsel van de lidstaat zijn georganiseerd. Een beroep doen op die instantie mag geen afbreuk doen aan eventuele andere rechtsmiddelen die indieners van verzoeken tot hergebruik ter beschikking staan. Die instantie moet evenwel los staan van het mechanisme van de lidstaat dat de criteria vaststelt voor vergoedingen die de marginale kosten overstijgen. De rechtsmiddelen moeten de mogelijkheid omvatten tot herziening van afwijzende beslissingen, maar ook van beslissingen die hergebruik weliswaar toelaten, maar de aanvrager toch om andere redenen aangaan, met name door de toegepaste regels voor vergoedingen. Het herzieningsproces moet snel verlopen, overeenkomstig de behoeften van een snel veranderende markt.
- (43)
De openbaarmaking van alle algemeen beschikbare informatie in het bezit van de overheid — dus niet alleen in de politieke maar ook in de rechterlijke en bestuurlijke sfeer — vormt een fundamenteel instrument voor verruiming van het recht op kennis, dat een essentieel beginsel is van de democratie. Die doelstelling geldt voor instellingen op elk niveau, plaatselijk, nationaal en internationaal.
- (44)
Voor het hergebruik van documenten mogen geen voorwaarden gelden. In sommige gevallen die door een doel van algemeen belang worden gerechtvaardigd, kan het evenwel gebeuren dat een licentie wordt afgegeven waarbij aan het hergebruik door de licentiehouder voorwaarden worden opgelegd waarin kwesties als aansprakelijkheid, bescherming van persoonsgegevens, correct gebruik van documenten, het gewaarborgd niet-wijzigen en het erkennen van de bron worden geregeld. Indien openbare lichamen een licentie vereisen voor het hergebruik van documenten, dienen de licentievoorwaarden objectief, evenredig en niet-discriminerend te zijn. Online beschikbare standaardlicenties kunnen in dit opzicht eveneens een belangrijke rol spelen. Derhalve dienen de lidstaten ervoor te zorgen dat standaardlicenties beschikbaar zijn. Licenties voor het hergebruik van overheidsinformatie moeten in ieder geval zo weinig mogelijk beperkingen leggen op het hergebruik, die bijvoorbeeld begrensd blijven tot de verplichting van bronvermelding. Vrije licenties in de vorm van gestandaardiseerde openbare licenties die online beschikbaar zijn, waarmee gegevens en inhoud door iedereen voor alle doeleinden vrij geraadpleegd, gebruikt, gewijzigd en gedeeld kunnen worden, en die berusten op vrij toegankelijke gegevensformaten, moeten in dit opzicht een belangrijke rol spelen. Daarom moeten de lidstaten het gebruik van vrije licenties, die uiteindelijk in de hele Unie gangbare praktijk moeten worden, aanmoedigen. Onverminderd de aansprakelijkheidsvereisten vastgelegd in het Unierecht of het nationale recht, mag het openbare lichamen of overheidsondernemingen die zonder andere voorwaarden of beperkingen documenten voor hergebruik beschikbaar stellen, toegestaan worden om iedere aansprakelijkheid met betrekking tot de voor hergebruik beschikbaar gestelde documenten af te wijzen.
- (45)
Besluit een bevoegde overheidsinstantie bepaalde documenten niet langer voor hergebruik beschikbaar te stellen of die documenten niet meer bij te werken, dan dient zij die besluiten zo spoedig mogelijk aan het publiek kenbaar te maken, indien mogelijk langs elektronische weg.
- (46)
De voorwaarden voor hergebruik dienen niet-discriminerend te zijn voor vergelijkbare categorieën hergebruik. In dat opzicht mag het verbod op discriminatie bijvoorbeeld niet beletten dat openbare lichamen bij de uitoefening van hun openbare taak zonder vergoeding informatie uitwisselen, terwijl andere partijen voor het hergebruik van dezelfde documenten wel dienen te betalen. Het mag evenmin beletten dat voor commercieel en niet-commercieel hergebruik een verschillende tarifering wordt gehanteerd.
- (47)
De lidstaten dienen er met name voor te zorgen dat het hergebruik van documenten van overheidsondernemingen niet tot marktverstoring leidt en dat de eerlijke concurrentie niet wordt ondermijnd.
- (48)
Openbare lichamen moeten bij de vaststelling van de beginselen voor hergebruik de mededingingsregels van de Unie en de lidstaten in acht nemen en exclusiviteitsovereenkomsten tussen henzelf en particuliere partners zo veel mogelijk voorkomen. Met het oog op de verstrekking van een dienst van algemeen economisch belang kan een exclusief recht op het hergebruik van specifieke overheidsdocumenten soms evenwel noodzakelijk zijn. Dit is het geval indien geen enkele commerciële uitgever bereid wordt gevonden de betrokken informatie te publiceren zonder het exclusieve recht daarop te verwerven. In dit verband is het passend rekening te houden met overheidsopdrachten voor diensten die overeenkomstig artikel 11 van Richtlijn 2014/24/EU zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van Richtlijn 2014/24/EU, en met innovatiepartnerschappen als bedoeld in artikel 31 van Richtlijn 2014/24/EU.
- (49)
Talrijke samenwerkingsregelingen tussen bibliotheken (met inbegrip van universiteitsbibliotheken), musea, archieven en particuliere partners voorzien in de digitalisering van culturele hulpbronnen en de toekenning van exclusieve rechten aan particuliere partners. In de praktijk is gebleken dat dergelijke publiek-private partnerschappen een zinvol gebruik van culturele collecties kunnen faciliteren en er tegelijkertijd voor zorgen dat het cultureel erfgoed sneller toegankelijk wordt voor de burger. Het is dan ook raadzaam rekening te houden met de bestaande uiteenlopende praktijken in de lidstaten op het gebied van de digitalisering van culturele hulpbronnen, middels specifieke regels inzake overeenkomsten over de digitalisering van die hulpbronnen. Wanneer een exclusief recht betrekking heeft op de digitalisering van culturele hulpbronnen, kan een bepaalde periode van exclusiviteit noodzakelijk zijn zodat de particuliere partner zijn investering kan terugverdienen. Die periode moet echter zo kort mogelijk zijn, zodat het beginsel in acht wordt genomen dat materiaal dat tot het publieke domein behoort, in het publieke domein moet blijven als het gedigitaliseerd is. De periode van het exclusieve recht om culturele hulpbronnen te digitaliseren, mag in het algemeen niet langer dan tien jaar duren. Een exclusiviteitsperiode langer dan tien jaar moet worden getoetst met inachtneming van de technologische, financiële en administratieve veranderingen die zich in de omgeving hebben voorgedaan sinds de regeling is afgesproken. Bovendien moeten publiek-private partnerschappen voor de digitalisering van culturele hulpbronnen de culturele partnerinstelling na afloop van de overeenkomst volledige rechten op het gebruik van gedigitaliseerde culturele hulpbronnen geven.
- (50)
Regelingen tussen houders en hergebruikers van gegevens waarbij niet uitdrukkelijk sprake is van exclusieve rechten maar waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat ze de beschikbaarheid van documenten voor hergebruik beperken, moeten aan een aanvullend openbaar onderzoek worden onderworpen. De essentiële aspecten van dergelijke regelingen moeten bijgevolg minstens twee maanden voor hun inwerkingtreding, dat wil zeggen twee maanden voor de overeengekomen datum waarop de vervulling van de verplichtingen van de partijen van start gaat, online worden gepubliceerd. Deze publicatie moet de betrokken partijen de kans geven een verzoek tot hergebruik in te dienen voor documenten die onder die regelingen vallen, en het risico vermijden dat het aantal potentiële hergebruikers wordt beperkt. In ieder geval moeten de essentiële aspecten van die regelingen, in hun door de partijen overeengekomen definitieve vorm, na het sluiten ervan onverwijld online openbaar worden gemaakt.
- (51)
Deze richtlijn heeft tot doel het risico op buitensporige pioniersvoordelen die het aantal potentiële hergebruikers van gegevens kunnen beperken, te minimaliseren. Indien contractuele regelingen, bovenop de verplichte beschikbaarstelling van documenten door een lidstaat op grond van deze richtlijn, waarschijnlijk aanleiding zullen geven tot een overdracht van de middelen van die lidstaat in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU, mag deze richtlijn geen afbreuk doen aan de toepassing van de in de artikelen 101 tot en met 109 VWEU vastgestelde mededingings- en staatssteunregels. Uit de in de artikelen 107, 108 en 109 VWEU vastgestelde staatssteunregels volgt dat de lidstaat vooraf dient na te gaan of er in de betrokken contractuele regeling sprake kan zijn van staatssteun en ervoor dient te zorgen dat die regeling verenigbaar is met de staatssteunregels.
- (52)
Deze richtlijn is niet van invloed op de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens uit hoofde van de Uniewetgeving en de nationale wetgeving, met name Verordening (EU) 2016/679 en Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad (18), en met inbegrip van alle aanvullende bepalingen van nationaal recht. Dit betekent onder meer dat het hergebruik van persoonsgegevens alleen mag worden toegestaan indien het beginsel van doelbinding als bedoeld in artikel 5, lid 1, punt b), en artikel 6 van Verordening (EU) 2016/679 wordt geëerbiedigd. Anonieme informatie is informatie die geen betrekking heeft op een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon, of op persoonsgegevens die zodanig anoniem zijn gemaakt dat de betrokkene niet of niet meer identificeerbaar is. Anonimisering van informatie is een middel om de voordelen van een zo groot mogelijke herbruikbaarheid van overheidsinformatie te verzoenen met de verplichtingen van de regelgeving inzake gegevensbescherming, maar brengt wel kosten mee. Derhalve is het passend die kostprijs mee te nemen als één van de componenten van de marginale kosten voor verspreiding als bedoeld in deze richtlijn.
- (53)
Bij het nemen van besluiten over de reikwijdte en de voorwaarden voor het hergebruik van overheidsdocumenten die persoonsgegevens bevatten, bijvoorbeeld in de gezondheidszorg, dienen er wellicht overeenkomstig artikel 35 van Verordening (EU) 2016/679 gegevensbeschermingseffectbeoordelingen te worden verricht.
- (54)
Deze richtlijn laat de intellectuele-eigendomsrechten van derde partijen onverlet. De term intellectuele-eigendomsrechten heeft alleen betrekking op het auteursrecht en de naburige rechten, inclusief sui-generisvormen van bescherming. Deze richtlijn is niet van toepassing op documenten waarop industriële-eigendomsrechten rusten, zoals octrooien en ingeschreven modellen en merken. Deze richtlijn heeft geen gevolgen voor het bestaan of bezit van intellectuele-eigendomsrechten van openbare lichamen en houdt geen enkele beperking in voor de uitoefening van deze rechten buiten de door deze richtlijn gestelde grenzen. De overeenkomstig deze richtlijn opgelegde verplichtingen zijn alleen van toepassing als zij verenigbaar zijn met de internationale overeenkomsten inzake de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten, in het bijzonder de Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst (Berner conventie), de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (TRIPS-overeenkomst) en het WIPO-verdrag inzake auteursrecht (WIPO Copyright Treaty; WCT). Openbare lichamen dienen evenwel hun auteursrechten op dusdanige wijze uit te oefenen dat hergebruik wordt vergemakkelijkt.
- (55)
Rekening houdend met het recht van de Unie en de internationale verplichtingen van de lidstaten en de Unie, met name uit hoofde van de Berner Conventie en de TRIPS-overeenkomst, moeten documenten waarvan de intellectuele-eigendomsrechten bij derden berusten, worden uitgesloten van het toepassingsgebied van deze richtlijn. Wanneer een derde oorspronkelijk eigenaar was van de intellectuele-eigendomsrechten voor een document dat in het bezit is van een bibliotheek (met inbegrip van universiteitsbibliotheken), museum of archief en waarvoor de beschermingstermijn nog niet verstreken is, dan dient dat document in de zin van deze richtlijn te worden beschouwd als een document waarvan de intellectuele-eigendomsrechten bij een derde berusten.
- (56)
Deze richtlijn mag geen afbreuk doen aan de rechten van werknemers van openbare lichamen op grond van het nationale recht, met inbegrip van economische en morele rechten.
- (57)
Wanneer een document bovendien beschikbaar wordt gesteld voor hergebruik dient het desbetreffende openbare lichaam het recht op exploitatie van dat document te behouden.
- (58)
Deze richtlijn doet geen afbreuk aan Richtlijn 2014/24/EU.
- (59)
Middelen die potentiële hergebruikers helpen voor hergebruik beschikbare documenten en de voorwaarden voor hergebruik te vinden, kunnen het grensoverschrijdende gebruik van overheidsdocumenten aanzienlijk vereenvoudigen. Bijgevolg dienen de lidstaten in te staan voor praktische regelingen die hergebruikers helpen bij het zoeken naar voor hergebruik beschikbare documenten. Voorbeelden van dergelijke praktische regelingen zijn overzichtslijsten, die bij voorkeur online toegankelijk moeten zijn, van de belangrijkste documenten (documenten die vaak worden hergebruikt of het potentieel hebben vaak te worden hergebruikt) en portaalsites met links naar gedecentraliseerde overzichtslijsten. Met het oog op hergebruik dienen de lidstaten ook de beschikbaarheid van overheidsinformatie op lange termijn te bevorderen, zulks overeenkomstig het toepasselijke bewaringsbeleid.
- (60)
De Commissie dient de samenwerking tussen de lidstaten te faciliteren en ondersteuning te verlenen voor het ontwerpen, testen, uitvoeren en uitrollen van interoperabele elektronische interfaces met het oog op de ontwikkeling van efficiëntere en veiligere overheidsdiensten.
- (61)
Deze richtlijn geldt onverminderd Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad (19). In deze richtlijn worden de voorwaarden bepaald waaronder openbare lichamen hun intellectuele-eigendomsrechten op de interne informatiemarkt kunnen uitoefenen wanneer zij toestemming verlenen voor het hergebruik van documenten. Wanneer openbare lichamen over het recht beschikken als bedoeld in artikel 7, lid 1, van Richtlijn 96/9/EG, mogen zij dat recht niet uitoefenen om het hergebruik van bestaande documenten te voorkomen of te beperken buiten de door deze richtlijn gestelde beperkingen.
- (62)
De Commissie heeft steun verleend voor de ontwikkeling van een onlineverslag over de maturiteit inzake open data met relevante prestatie-indicatoren betreffende hergebruik van overheidsinformatie in alle lidstaten. Een regelmatige actualisering van dat verslag zal bijdragen tot de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en de beschikbaarheid van informatie over het beleid en de praktijk in de hele Unie.
- (63)
Het is noodzakelijk ervoor te zorgen dat de lidstaten toezien op de omvang van het hergebruik van overheidsinformatie, de voorwaarden waaronder deze beschikbaar wordt gesteld en de praktijk op het gebied van rechtsmiddelen.
- (64)
De Commissie kan de lidstaten helpen deze richtlijn op consequente wijze uit te voeren door, na raadpleging van de belanghebbende partijen, richtsnoeren te verschaffen over met name de aanbevolen standaardlicenties, datasets en vergoedingen voor het hergebruik van documenten en die richtsnoeren te actualiseren.
- (65)
Een van de belangrijkste doelstellingen van de totstandbrenging van de interne markt is het scheppen van voorwaarden die de ontwikkeling van de gehele Unie bestrijkende diensten bevorderen. Bibliotheken (met inbegrip van universiteitsbibliotheken), musea en archieven bezitten een grote hoeveelheid waardevolle overheidsinformatie, met name sinds de hoeveelheid materiaal in het publieke domein aanzienlijk is toegenomen door digitaliseringsprojecten. Die verzamelingen van cultureel erfgoed en de daarmee samenhangende metagegevens zijn een mogelijke basis voor producten en diensten op het gebied van digitale inhoud en houden enorme mogelijkheden in voor hergebruik in sectoren zoals leren en toerisme. Andere soorten culturele instellingen, zoals orkesten, operahuizen, balletgezelschappen en theaters, met inbegrip van de archieven die daar deel van uitmaken, moeten buiten het toepassingsgebied van deze richtlijn blijven omdat podiumkunsten specifiek zijn en omdat vrijwel al hun materiaal onder intellectuele-eigendomsrechten van derde partijen valt.
- (66)
Teneinde de voorwaarden te scheppen voor de ondersteuning van het hergebruik van documenten, dat belangrijke sociaal-economische voordelen meebrengt met een uiterst grote waarde voor de economie en de samenleving, moet in een bijlage een lijst van thematische categorieën van hoogwaardige datasets worden vastgesteld. Bij wijze van voorbeeld en zonder afbreuk te doen aan de uitvoeringshandelingen waarin de hoogwaardige datasets worden vastgesteld waarop de specifieke vereisten van deze richtlijn van toepassing moeten zijn, alsmede rekening houdend met de richtsnoeren van de Commissie inzake aanbevolen standaardlicenties, datasets en kostentoerekening voor het hergebruik van documenten, zouden de thematische categorieën onder meer betrekking kunnen hebben op postcodes, nationale en lokale kaarten (geospatiale data), energieverbruik en satellietbeelden (aardobservatie en milieu), in-situdata afkomstig van instrumenten en weersvoorspellingen (meteorologische data), demografische en economische indicatoren (statistiek), handelsregisters en registratienummers (bedrijven en eigendom van bedrijven), en verkeersborden en binnenwateren (mobiliteit).
- (67)
Teneinde de lijst van thematische categorieën van hoogwaardige datasets te wijzigen door er nieuwe thematische categorieën aan toe te voegen, moet de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen, aan de Commissie worden overgedragen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven(20). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen, ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van gedelegeerde handelingen.
- (68)
Een Uniebrede lijst van datasets met een bijzonder potentieel om sociaal-economische baten te genereren, gekoppeld aan geharmoniseerde voorwaarden voor hergebruik, is een belangrijke randvoorwaarde voor grensoverschrijdende datatoepassingen en -diensten. Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze richtlijn, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend teneinde het hergebruik van documenten, dat belangrijke sociaal-economische voordelen meebrengt, te steunen door een lijst vast te stellen van specifieke hoogwaardige datasets waarop specifieke vereisten van de onderhavige richtlijn van toepassing zijn, samen met de regelingen voor de publicatie en het hergebruik van die gegevens. Bijgevolg zullen die specifieke vereisten niet van toepassing zijn vóór de vaststelling door de Commissie van uitvoeringshandelingen. De lijst dient rekening te houden met sectorale Unierechtshandelingen die de publicatie van datasets regelen, zoals Richtlijnen 2007/2/EG en 2010/40/EU, om te waarborgen dat datasets volgens overeenkomstige standaarden en in het kader van sets van metadata beschikbaar worden gesteld. De lijst moet worden gebaseerd op de in deze richtlijn vastgestelde thematische categorieën. Bij het opstellen van die lijst dient de Commissie passende raadplegingen te organiseren, onder meer op deskundigenniveau. Bovendien moet bij de beslissing over de vraag of gegevens die in het bezit zijn van overheidsondernemingen in de lijst moeten worden opgenomen dan wel vrij beschikbaar moeten worden gemaakt, rekening worden gehouden met de gevolgen voor de mededinging op de relevante markten. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (21).
- (69)
Teneinde een maximaal effect te sorteren en hergebruik te faciliteren, moeten de hoogwaardige datasets kosteloos en met zo weinig mogelijk wettelijke beperkingen beschikbaar worden gesteld. Deze datasets moeten ook via API's worden gepubliceerd. Dit belet openbare lichamen echter niet diensten in rekening te brengen die zij in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag in verband met hoogwaardige datasets verlenen, meer bepaald wat betreft de certificering van de authenticiteit of waarheidsgetrouwheid van documenten.
- (70)
Daar de doelstellingen van deze richtlijn, namelijk het vereenvoudigen van de totstandbrenging van informatieproducten en -diensten op Unieniveau gebaseerd op overheidsdocumenten, het zorgen voor doelmatig grensoverschrijdend gebruik van overheidsdocumenten, enerzijds door particuliere bedrijven, en met name door kleine en middelgrote ondernemingen, voor informatieproducten en -diensten met toegevoegde waarde, en anderzijds door burgers met het oog op de bevordering van het vrije verkeer van informatie en communicatie, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de toepassing van het voorgestelde optreden op Unieniveau, beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.
- (71)
Deze richtlijn neemt de grondrechten in acht en houdt rekening met de beginselen die met name zijn vastgelegd in het Handvest, met inbegrip van het recht op eerbiediging van het privéleven, de bescherming van persoonsgegevens, het recht op eigendom en de integratie van personen met een handicap. Geen enkele bepaling van deze richtlijn mag worden uitgelegd of uitgevoerd op een wijze die strijdig is met het Verdrag van de Raad van Europa tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
- (72)
De Europese toezichthouder voor gegevensbescherming werd overeenkomstig artikel 28, lid 2, van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (22) geraadpleegd en heeft op 10 juli 2018 advies uitgebracht (23).
- (73)
De Commissie dient de toepassing van deze richtlijn te evalueren. Op grond van het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven moet die evaluatie gebaseerd zijn op de volgende vijf criteria: doelmatigheid, doeltreffendheid, relevantie, samenhang en meerwaarde, en de basis vormen voor effectbeoordelingen van mogelijkheden voor verder optreden.
- (74)
Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in deel B van bijlage II bepaalde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten,
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Voetnoten
PB C 62 van 15.2.2019, blz. 238.
Standpunt van het Europees Parlement van 4 april 2019 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 6 juni 2019.
Richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 90).
Richtlijn 2013/37/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot wijziging van Richtlijn 2003/98/EG inzake het hergebruik van overheidsinformatie (PB L 175 van 27.6.2013, blz. 1).
Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken (PB L 77 van 27.3.1996, blz. 20).
Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie en tot intrekking van Richtlijn 90/313/EEG van de Raad (PB L 41 van 14.2.2003, blz. 26).
Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire) (PB L 108 van 25.4.2007, blz. 1).
Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen (PB L 207 van 6.8.2010, blz. 1).
Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 243).
Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (PB L 293 van 31.10.2008, blz. 3).
Verordening (EEG) nr. 3577/92 van de Raad van 7 december 1992 houdende toepassing van het beginsel van het vrij verrichten van diensten op het zeevervoer binnen de lidstaten (cabotage in het zeevervoer). (PB L 364 van 12.12.1992, blz. 7).
Richtlijn 2008/114/EG van de Raad van 8 december 2008 inzake de identificatie van Europese kritieke infrastructuren, de aanmerking van infrastructuren als Europese kritieke infrastructuren en de beoordeling van de noodzaak de bescherming van dergelijke infrastructuren te verbeteren (PB L 345 van 23.12.2008, blz. 75).
Richtlijn (EU) 2016/1148 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 houdende maatregelen voor een hoog gemeenschappelijk niveau van beveiliging van netwerk- en informatiesystemen in de Unie (PB L 194 van 19.7.2016, blz. 1).
Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 65).
Richtlijn (EU) 2016/2102 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 inzake de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties (PB L 327 van 2.12.2016, blz. 1).
Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).
Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PB L 167 van 22.6.2001, blz. 10).
PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).
PB C 305, 30.8.2018, blz. 7.