Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 8.4.26 [Eisen manometer]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
02-11-2015, Stcrt. 2015, 37996 (uitgifte: 09-11-2015, regelingnummer: IENM/BSK-2014/271065)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-11-2015, Stcrt. 2015, 37996 (uitgifte: 09-11-2015, regelingnummer: IENM/BSK-2014/271065)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
De manometer voldoet aan de volgende eisen:
- a.
de gemeten druk wordt weergegeven in Pascal (Pa) of in bar;
- b.
de gemeten waarde wordt door analoge of digitale aanwijs- of registratie-inrichtingen gemakkelijk afleesbaar en duidelijk aangegeven;
- c.
de maximale fout, in plus en in min, van de aangewezen druk bedraagt:
- 1°
in geval van een aanwijsinrichting:
- i.
voor nieuwe manometers:
- –
bij een druk van ten hoogste 500 kPa (5 bar): 10 kPa (0,1 bar);
- –
bij een druk hoger dan 500 kPa (5 bar): 2%;
- ii.
voor manometers die in gebruik zijn:
- –
bij een druk van ten hoogste 500 kPa (5 bar): 12,5 kPa (0,125 bar);
- –
bij een druk hoger dan 500 kPa (5 bar): 2,5%;
- 2°
in geval van een registratie-inrichting:
- i.
voor nieuwe manometers:
- –
bij een druk van ten hoogste 500 kPa (5 bar): 20 kPa (0,2 bar);
- –
bij een druk hoger dan 500 kPa (5 bar): 4%;
- ii.
voor manometers die in gebruik zijn:
- –
bij een druk van ten hoogste 500 kPa (5 bar): 25 kPa (0,25 bar);
- –
bij een druk hoger dan 500 kPa (5 bar): 5%;
- d.
indien gelijktijdig met de registratie van de druk door middel van dezelfde registratie-inrichting een registratie van de remvertraging of remkracht plaatsvindt, mag in de registratie van gelijktijdige veranderingen in de betrokken meetsignalen, geen tijdverschil optreden waardoor een goede beoordeling van het remsysteem van het voertuig wordt belemmerd.