Het voorlopig getuigenverhoor
Einde inhoudsopgave
Het voorlopig getuigenverhoor (BPP nr. XVII) 2015/164:164 Regeling
Het voorlopig getuigenverhoor (BPP nr. XVII) 2015/164
164 Regeling
Documentgegevens:
Mr. E.F. Groot, datum 01-01-2015
- Datum
01-01-2015
- Auteur
Mr. E.F. Groot
- JCDI
JCDI:ADS455827:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Bijvoorbeeld als iemand zijn voornaam wenst te wijzigen (art. 1:4 lid 4 BW).
Een procedure waarin een geschil tussen partijen wordt voorgelegd aan de rechter. Hugenholtz/ Heemskerk 2012, nr. 34.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De regeling van het voorlopig getuigenverhoor is ontworpen voor de dagvaardingsprocedure en van toepassing verklaard op de verzoekschriftprocedure. De bepaling dat iedere belanghebbende een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor kan indienen als nog geen hoofdzaak aanhangig is, geldt daarom ook als de hoofdzaak een verzoekschriftprocedure is (art. 284 lid 1 jo. 186 lid 1 Rv).
Een verzoekschrift wordt gericht aan de rechter en niet aan de wederpartij (art. 278 lid 2 Rv), omdat er in de verzoekschriftprocedure niet altijd een wederpartij is.1 Vervolgens roept de rechter, voor zover nodig, de in het verzoekschrift genoemde en andere belanghebbenden op (art. 279 lid 1 Rv). Iedere belanghebbende kan een verweerschrift indienen (art. 282 lid 1 Rv).
Als echter de hoofdzaak ten behoeve waarvan het voorlopig getuigenverhoor wordt gevraagd een verzoekschriftprocedure is, zal de verzoekschriftprocedure doorgaans een contentieuze2 procedure betreffen, zoals een procedure over de ontbinding van een arbeidsovereenkomst of de wijziging van alimentatie, waarin een ‘wederpartij’ (de werknemer of de vader van de alimentatiegerechtigde kinderen) valt aan te wijzen.