NJB 2011, 1299
HR, 10-06-2011, nr. 09/05113
HR 10-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO5087
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
10 juni 2011
- Magistraten
Mrs. Van den Berge, Schaap, Tijnagel, Feteris en Koopman
- Zaaknummer
09/05113
- Conclusie
A-G Wattel
- LJN
BO5087
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑06‑2011
ECLI:NL:HR:2011:BO5087, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO5087, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑11‑2010
- Wetingang
Essentie
Hoge Raad sluit zich aan bij jurisprudentie andere hoogste bestuursrechters: vergoeding van immateriële schade ook bij overschrijding van de redelijke termijn in geschillen waarop art. 6 EVRM niet ziet, zoals belastinggeschillen. Uitgangspunt schadevergoeding: een tarief van € 500 per halfjaar overschrijding. Indien stelling wordt betrokken dat in de gerechtelijke procedure onredelijke vertraging is opgetreden, moet de Minister van Veiligheid en Justitie in het geding worden betrokken.
Uitspraak
Cassatieberoep belanghebbende.
Hoge Raad, onder meer:
‘3.2.1. In hoger beroep heeft belanghebbende zich op het standpunt gesteld dat de redelijke termijn is overschreden. Hij heeft in hoger beroep aanspraak gemaakt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.