NJ 2009, 600
Machtiging uithuisplaatsing; vervaltermijn van art. 1:262 lid 3 BW.
HR 04-12-2009, ECLI:NL:HR:2009:BK5269
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 december 2009
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
09/02385
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BK5269
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BK5269, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑12‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BK5269, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑11‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑06‑2009
- Wetingang
Essentie
Machtiging uithuisplaatsing; vervaltermijn van art. 1:262 lid 3 BW.
Onder tenuitvoerlegging in de zin van art. 1:262 lid 3 BW kan slechts worden verstaan de daadwerkelijke effectuering van de machtiging tot uithuisplaatsing. Daarvan is in het onderhavige geval, naar het hof heeft vastgesteld, geen sprake geweest. Dat dit een gevolg is van obstructie van de zijde van de ouders, kan daaraan niet afdoen. Het verval van de machtiging treedt van rechtswege in; niet van belang is of de ouders daarop een beroep hebben gedaan.
Samenvatting
Bij beschikking van 2 december 2008 is aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.