HR, 17-12-2013, nr. 12/04975
ECLI:NL:HR:2013:2033
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17-12-2013
- Zaaknummer
12/04975
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2013:2033, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑12‑2013; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1975, Gevolgd
In cassatie op: ECLI:NL:GHAMS:2012:BX5850, Niet ontvankelijk
ECLI:NL:PHR:2013:1975, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑11‑2013
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2013:2033, Gevolgd
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2013-0515
Uitspraak 17‑12‑2013
Inhoudsindicatie
Niet-ontvankelijkverklaring verdachte in zijn cassatieberoep, nu niet binnen de in art. 437.2 Sv genoemde termijn door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie is ingediend.
Partij(en)
17 december 2013
Strafkamer
nr. 12/04975
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 27 augustus 2012, nummer 23/000972-11, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Middelen van cassatie zijn namens deze niet voorgesteld.
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het beroep.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Nu de verdachte niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, is niet in acht genomen het voorschrift van art. 437, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, zodat de verdachte in het beroep niet kan worden ontvangen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer B.C. de Savornin Lohman als voorzitter, en de raadsheren W.F. Groos en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 december 2013.
Conclusie 26‑11‑2013
Inhoudsindicatie
Niet-ontvankelijkverklaring verdachte in zijn cassatieberoep, nu niet binnen de in art. 437.2 Sv genoemde termijn door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie is ingediend.
Nr. 12/04975 Zitting: 26 november 2013 | Mr. Aben Conclusie inzake: [verdachte] |
1. Het gerechtshof te Amsterdam heeft bij arrest van 27 augustus 2012 de verdachte ter zake van “medeplegen van doodslag” veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf jaren, met aftrek als bedoeld in art. 27 Sr.
2. Deze zaak hangt samen met de zaak [medeverdachte] (12/05017). In beide zaken zal ik vandaag concluderen.
3. Namens de verdachte heeft mr. W.E.R. Geurts, advocaat te Amsterdam, beroep in cassatie ingesteld. Namens de verdachte is geen schriftuur houdende middelen van cassatie ingediend.
4. Nu de verdachte niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, is niet in acht genomen het voorschrift van art. 437, tweede lid, Sv, zodat de verdachte in het beroep niet kan worden ontvangen.
5. Deze conclusie strekt ertoe dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn cassatieberoep.
De procureur-generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden,
AG