NJ 2013/376
Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven (Lpr); art. 1.9; strekking; redelijke toepassing; weigering gevraagde uitstel verrichten proceshandeling tijdig?
HR 17-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ1774, m.nt. A.I.M. van Mierlo
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 juni 2011
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven, C.E. Drion
- Zaaknummer
10/00003
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- Noot
A.I.M. van Mierlo
- LJN
BQ1774
- JCDI
JCDI:ADS127427:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ1774, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ1774, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑04‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑12‑2009
- Wetingang
Rv art. 19
Essentie
Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven (Lpr); art. 1.9; strekking; redelijke toepassing; weigering gevraagde uitstel verrichten proceshandeling tijdig?
Het bepaalde in art. 1.9 Lpr strekt ertoe dat vóór de afloop van de desbetreffende termijn komt vast te staan of het gevraagde uitstel al dan niet wordt verleend; klaarblijkelijk opdat — in het laatste geval — de verzoeker de gelegenheid heeft de proceshandeling waarvoor uitstel was gevraagd zo mogelijk alsnog tijdig te verrichten. Gelet op deze strekking brengt een redelijke toepassing van art. 1.9 mee dat de beslissing op een tijdig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.