RFR 2016/41
Huwelijksvermogensrecht. Is een overbruggingskrediet aangegaan ten behoeve van de normale uitoefening van een vennootschap?
HR 18-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3606 (Nooij/ING)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 december 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/03958
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Roepnaam
Nooij/ING
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS923001:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3606, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑12‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2091, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑07‑2014
- Wetingang
Art. 1:88 lid 1 onderdeel c, 1:88 lid 5 BW
Essentie
Huwelijksvermogensrecht. Borgtocht. Toestemming van de andere echtgenoot.
Is een overbruggingskrediet aangegaan ten behoeve van de normale uitoefening van een vennootschap?
Samenvatting
De man is dga van A B.V., via welke vennootschap wordt deelgenomen in een aantal andere vennootschappen (hierna samen: ‘de onderneming’). In 2011 heeft eiser zich persoonlijk borg gesteld jegens de ING Bank voor een bedrag van € 270.000 tot zekerheid van voldoening van alles wat de onderneming aan de ING Bank schuldig is of zal worden. Deze overeenkomst is niet mede ondertekend door de echtgenote van de man. Hij tekende de overeenkomst van borgtocht – kort gezegd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.