NJ 2020/84
Doorrijden na aanrijding; bekendmaken identiteit.
HR 11-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:223
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 februari 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.L.J. van Strien, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
18/02505
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS189231:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:223, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑02‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1354, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑06‑2019
- Wetingang
Art. 7 WVW 1994
Essentie
Doorrijden na aanrijding; niet bekendmaken identiteit bestuurder en motorrijtuig.
Samenvatting
Verdachte is als bestuurster van een auto betrokken geweest bij een verkeersongeval, waarbij een voetganger gewond is geraakt. Vervolgens heeft verdachte haar voertuig nabij de plaats van het ongeluk achtergelaten en is zij weggelopen. Zij heeft niet kenbaar gemaakt dat haar voertuig betrokken is geweest bij het ongeval en zij heeft ook niet haar eigen identiteit bekendgemaakt. Daarmee heeft zij zich schuldig gemaakt aan het verlaten van de plaats van het ongeval zonder haar identiteit bekend te maken. Daaraan doet niet af dat zij het op haar naam gestelde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.