Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/943 betreffende de interne markt voor elektriciteit
Artikel 9 Termijnmarkten
Geldend
Geldend vanaf 16-07-2024
- Bronpublicatie:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1747 (uitgifte: 26-06-2024, regelingnummer: 2024/1747)
- Inwerkingtreding
16-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1747 (uitgifte: 26-06-2024, regelingnummer: 2024/1747)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Europees energierecht
EU-recht / Marktintegratie
Energierecht / Distributie
1.
Overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1719 geven de transmissiesysteembeheerders langetermijnrechten uit of treffen zij gelijkwaardige maatregelen teneinde de marktdeelnemers, waaronder de eigenaren van elektriciteitsproductie-installaties die hernieuwbare energie gebruiken, de mogelijkheid te bieden zich in te dekken tegen prijsrisico’s, tenzij een beoordeling van de termijnmarkt van de biedzonegrenzen door de bevoegde regulerende instanties aantoont dat er voldoende indekkingsmogelijkheden in de betrokken biedzones zijn.
2.
Langetermijnrechten voor transmissie worden op gezette tijden en op transparante, marktgebaseerde en niet-discriminerende wijze toegewezen door middel van een centraal toewijzingsplatform. De frequentie van de toewijzing en de looptijden van de zoneoverschrijdende capaciteit op lange termijn draagt bij aan de efficiënte werking van de termijnmarkten van de Unie.
3.
De opzet van de termijnmarkten van de Unie omvat de nodige instrumenten om de marktdeelnemers beter in staat te stellen zich in te dekken tegen prijsrisico’s op de interne elektriciteitsmarkt.
4.
Uiterlijk op 17 januari 2026 voert de Commissie, na raadpleging van de belanghebbenden, een beoordeling uit van het effect van mogelijke maatregelen om het in lid 3 bedoelde doel te verwezenlijken. In die effectbeoordeling wordt onder meer het volgende in beschouwing genomen:
- a)
mogelijke wijzigingen in de toewijzingsfrequentie van langetermijnrechten voor transmissie;
- b)
mogelijke wijzigingen in de looptijden van langetermijnrechten voor transmissie, met name looptijden die tot ten minste drie jaar zijn verlengd;
- c)
mogelijke wijzigingen in de aard van langetermijnrechten voor transmissie;
- d)
manieren om de secundaire markt te versterken, en
- e)
de mogelijke introductie van regionale virtuele hubs voor de termijnmarkt.
5.
Met betrekking tot regionale virtuele hubs voor de termijnmarkt wordt in de overeenkomstig lid 4 uitgevoerde effectbeoordeling het volgende in beschouwing genomen:
- a)
de passende geografische reikwijdte van de regionale virtuele hubs, met inbegrip van de biedzones die die hubs zouden vormen en specifieke situaties van biedzones die tot twee of meer virtuele hubs behoren, met als doel de prijscorrelatie tussen de referentieprijzen en de prijzen van de biedzones die regionale virtuele hubs vormen, te maximaliseren;
- b)
het niveau van interconnectiviteit op elektriciteitsgebied in de lidstaten, met name de lidstaten die een achterstand hebben wat betreft het bereiken van de elektriciteitsinterconnectiestreefcijfers voor 2020 en 2030 als bedoeld in artikel 4, punt d), 1), van Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad (3);
- c)
de methode voor de berekening van de referentieprijzen voor de regionale virtuele hubs voor de termijnmarkten, met als doel de prijscorrelatie tussen de referentieprijs en de prijzen van de biedzones die een regionale virtuele hub vormen, te maximaliseren;
- d)
de mogelijkheid voor biedzones om deel uit te maken van meer dan één regionale virtuele hub;
- e)
de manieren om de handelsmogelijkheden te maximaliseren voor indekkingsproducten die naar de regionale virtuele hubs voor de termijnmarkten verwijzen, alsook voor langetermijnrechten betreffende transmissie van biedzones naar regionale virtuele hubs;
- f)
de manieren om ervoor te zorgen dat het in lid 2 bedoelde centrale toewijzingsplatform toewijzingen aanbiedt en de handel in langetermijntransmissierechten faciliteert;
- g)
de gevolgen voor reeds bestaande intergouvernementele overeenkomsten en de daaruit voortvloeiende rechten.
6.
Op basis van de in lid 4 van dit artikel bedoelde effectbeoordeling stelt de Commissie uiterlijk 17 juli 2026 een uitvoeringshandeling vast tot nadere bepaling van maatregelen en instrumenten om het in lid 3 bedoelde doel te verwezenlijken en de precieze kenmerken van die maatregelen en instrumenten. Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld volgens de in artikel 67, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
7.
Het centrale toewijzingsplatform wordt opgericht in overeenstemming met Verordening (EU) 2016/1719 en treedt op als entiteit die namens de transmissiesysteembeheerders toewijzingen aanbiedt en de handel in langetermijnrechten voor transmissie vergemakkelijkt. Het krijgt een rechtsvorm als vermeld in bijlage II bij Richtlijn (EU) 2017/1132 van het Europees Parlement en de Raad (4).
8.
Indien een bevoegde regulerende instantie van oordeel is dat er onvoldoende indekkingsmogelijkheden voor marktdeelnemers zijn, kan zij, na raadpleging van de overeenkomstig artikel 67 van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (5) aangewezen bevoegde autoriteiten en indien de termijnmarkten betrekking hebben op financiële instrumenten zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 15), van die richtlijn, van elektriciteitsbeurzen of transmissiesysteembeheerders verlangen dat zij aanvullende maatregelen treffen, zoals market-makingactiviteiten, om de liquiditeit van de termijnmarkten te verbeteren.
9.
Mits aan het mededingingsrecht van de Unie, Verordening (EU) nr. 648/2012(6)Verordening (EU) nr. 600/2014(7) van het Europees Parlement en Richtlijn 2014/65/EU wordt voldaan, kunnen de marktbeheerders termijngerichte indekkingsproducten, waaronder termijngerichte indekkingsproducten voor de lange termijn, ontwikkelen, teneinde de marktdeelnemers, waaronder de eigenaren van elektriciteitsproductie-installaties die hernieuwbare energiebronnen gebruiken, passende mogelijkheden te bieden om zich in te dekken tegen financiële risico's als gevolg van prijsschommelingen. De lidstaten vereisen niet dat dergelijke indekkingsactiviteiten kunnen worden beperkt tot handel binnen een lidstaat of biedzone.
Voetnoten
Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 663/2009 en (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad, richtlijnen 94/22/EG, 98/70/EG, 2009/31/EG, 2009/73/EG, 2010/31/EU, 2012/27/EU en 2013/30/EU van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2009/119/EG en (EU) 2015/652 van de Raad, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 328 van 21.12.2018, blz. 1).
Richtlijn (EU) 2017/1132 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 aangaande bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht (PB L 169 van 30.6.2017, blz. 46).
Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).
Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84).;