Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Speciale Administratieve Regio Hong Kong van de Volksrepubliek China inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken
Artikel 14 Vrijgeleide
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2003
- Redactionele toelichting
Dit artikel is gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 2003, 175).
- Bronpublicatie:
26-08-2002, Trb. 2002, 175 (uitgifte: 14-10-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-12-2003, Trb. 2003, 175 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Strafprocesrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Een persoon die overeenkomstig artikel 12 of 13 ermee instemt in de verzoekende Partij te verschijnen, mag ter zake van handelen of nalaten dat plaatsvond voordat de persoon uit de aangezochte Partij vertrok, in de verzoekende Partij niet worden vervolgd, in detentie worden genomen of in zijn of haar persoonlijke vrijheid worden beperkt wegens een strafbaar feit en niet worden blootgesteld aan een civiele procedure of enige andere procedure waaraan de persoon niet zou kunnen worden blootgesteld indien hij of zij zich niet in de verzoekende Partij zou bevinden.
2.
Het eerste lid is niet langer van toepassing wanneer de persoon vrijelijk kan vertrekken, doch de verzoekende Partij niet heeft verlaten binnen een tijdvak van vijftien dagen nadat hij of zij er officieel van in kennis is gesteld dat zijn of haar aanwezigheid niet langer vereist is of, na de verzoekende Partij te hebben verlaten, is teruggekeerd.
3.
Een persoon die overeenkomstig artikel 12 of 13 ermee instemt te worden gehoord in de verzoekende Partij, mag niet worden vervolgd wegens de afgelegde getuigenis, behalve in verband met meineed.
4.
Een persoon die overeenkomstig artikel 12 of 13 ermee instemt in de verzoekende Partij te worden gehoord, kan weigeren een verklaring af te leggen wanneer hetzij:
- a.
het recht van de aangezochte Partij voor hem of haar een verschoningsrecht of -plicht kent onder vergelijkbare omstandigheden in gerechtelijke procedures die zijn ingesteld in de aangezochte Partij; of
- b.
het recht van de verzoekende Partij het voor hem of haar in dergelijke gerechtelijke procedures in de verzoekende Partij een verschoningsrecht of -plicht kent.
5.
Indien een persoon zich erop beroept dat ingevolge het recht van de aangezochte Partij een verschoningsrecht of -plicht bestaat, pleegt de centrale autoriteit van de verzoekende Partij, in voorkomend geval, overleg met de centrale autoriteit van de aangezochte Partij en vertrouwt zij op een door die autoriteit verstrekte verklaring.
6.
Van een persoon die overeenkomstig artikel 12 of 13 ermee instemt in de verzoekende Partij te verschijnen, mag niet worden verlangd dat hij een verklaring aflegt of medewerking verleent in enige andere gerechtelijke procedure dan die welke in het verzoek is vermeld.