Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 3.7.1
Geldend
Geldend vanaf 19-12-2020. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-09-2020
- Bronpublicatie:
09-12-2020, Stcrt. 2020, 64272 (uitgifte: 18-12-2020, regelingnummer: IENW/BSK-2020/239107)
- Inwerkingtreding
19-12-2020, terugwerkend tot: 01-09-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-2020, Stcrt. 2020, 64272 (uitgifte: 18-12-2020, regelingnummer: IENW/BSK-2020/239107)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Dienst Wegverkeer kan een voorlopige nationale individuele goedkeuring voor ten hoogste twee jaar verlenen voor een voertuig als bedoeld in dit hoofdstuk of van systemen, onderdelen of technische eenheden daarvan waarin nieuwe technologieën zijn toegepast die onverenigbaar zijn met een of meer van de eisen voor die goedkeuring, bedoeld in dit hoofdstuk.
2.
De Dienst Wegverkeer kan de in het eerste lid bedoelde voorlopige nationale individuele goedkeuring verlenen indien:
- a.
bij de aanvraag de redenen zijn vermeld waarom de nieuwe technologieën of nieuwe concepten tot gevolg hebben dat de voertuigen, systemen, onderdelen of technische eenheden daarvan, onverenigbaar zijn met de eisen voor goedkeuring;
- b.
in de aanvraag voor de goedkeuring veiligheids- en milieuaspecten van de nieuwe technologie of het nieuwe concept zijn beschreven, alsmede de maatregelen die zijn getroffen om er voor te zorgen dat ten minste een even hoog veiligheids- en milieubeschermingsniveau wordt gewaarborgd als wordt geboden door de voorschriften waarvan ontheffing wordt verleend; en
- c.
er testbeschrijvingen en -resultaten worden overgelegd die aantonen dat aan de voorwaarde van onderdeel b wordt voldaan.
3.
Onverminderd het tweede lid kan de Dienst Wegverkeer ter bescherming van inzittenden van het voertuig, ter bescherming van kwetsbare weggebruikers of in verband met de bescherming van de gezondheid, veiligheid, het milieu of andere aspecten van het openbaar belang, aanvullende eisen en voorwaarden verbinden aan het verlenen van een voorlopige nationale individuele goedkeuring. Deze eisen en voorwaarden mogen niet destructief zijn.
4.
De Dienst Wegverkeer kan een maximum aantal op grond van dit artikel te verlenen goedkeuringen aan voertuigen of vergelijkbare voertuigen van dezelfde fabrikant vaststellen.
5.
De in het eerste lid bedoelde termijn kan met ten hoogste vijf jaar worden verlengd, indien ten behoeve van die nieuwe technologieën of nieuwe concepten nationale, Europese of internationale wetgeving, in voorbereiding is.