NJ 2012/35
Piranha-zaak: werven voor gewapende strijd cfm art. 205 Sr.
HR 15-11-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP7585, m.nt. T.M. Schalken
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 november 2011
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
08/04272
- Conclusie
A-G Machielse
- Noot
T.M. Schalken
- LJN
BP7585
- JCDI
JCDI:ADS161460:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP7585, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑11‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP7585, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑03‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑07‑2010
- Wetingang
Sr art. 205
Essentie
De tekst noch de wetsgeschiedenis van art. 205 Sr geeft steun aan de opvatting dat iemand die reeds de gewapende strijd is toegedaan, niet meer kan worden geworven voor die gewapende strijd. Voor strafrechtelijke aansprakelijkheid ter zake van art. 205 Sr volstaat het enkele ronselen van personen voor o.a. de gewapende strijd. Daarbij komt het dus aan op de gedraging van degene die werft, zonder dat op zichzelf van belang is hoe degene die wordt geworven, op dat moment tegenover die strijd staat, en of het werven resultaat heeft of niet.
Partij(en)
Arrest op het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.