Vp-bulletin 2020/22
Inkomstenbelasting. Verblijfseis voor inkomensafhankelijke combinatiekorting bij co-ouderschap versoepeld.
HR 13-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:415, m.nt. mw. S.G.M.J. Rebbens MSc. en J.M.P. Tobben MSc. LLM
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 maart 2020
- Zaaknummer
19/02042
- Noot
mw. S.G.M.J. Rebbens MSc. en J.M.P. Tobben MSc. LLM
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS198817:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Heffingskorting
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑03‑2020
ECLI:NL:HR:2020:415, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1056, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑12‑2019
Essentie
Inkomstenbelasting. Verblijfseis voor inkomensafhankelijke combinatiekorting bij co-ouderschap versoepeld.
Uitspraak
(Publicatiedatum op www.rechtspraak.nl: 13 maart 2020)
Hierna worden twee uitspraken met betrekking tot de IACK besproken. De eerste uitspraak is een arrest dat door de Hoge Raad is gewezen, waarbij de verblijfseis is versoepeld. De tweede uitspraak, zie hiernaVp-bulletin 2020/23, is van Hof Den Haag en gaat over de vraag hoe de verblijfseis van drie gehele dagen moet worden opgevat.
Inleiding
Artikel 8.14a, lid 1, aanhef en letter b, Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) bepaalt dat de inkomensafhankelijke combinatiekorting (hierna: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.