Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 3.27.10 Verplichtingen betreffende de subsidiabele activiteiten van ondernemingen
Geldend
Geldend van 12-11-2022 tot 23-12-2026
- Bronpublicatie:
08-11-2022, Stcrt. 2022, 30242 (uitgifte: 11-11-2022, regelingnummer: WJZ/ 22495674)
- Inwerkingtreding
12-11-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-11-2022, Stcrt. 2022, 30242 (uitgifte: 11-11-2022, regelingnummer: WJZ/ 22495674)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Activiteiten in het Nederlandse belangrijke project worden overeenkomstig de in het Europese goedkeuringsbesluit opgenomen verplichtingen uitgevoerd:
- a.
indien de activiteiten onderzoek en ontwikkeling, de eerste industriële toepassing van innovatieve producten of diensten of infrastructuurprojectactiviteiten in de sectoren milieu, energie of digitalisering betreffen en door een onderneming als bedoeld in artikel 3.27.2, tweede lid, onderdeel a, worden verricht;
- b.
indien het een Nederlands belangrijk project op het gebied van waterstofproductie door elektrolyse, waterstofimport- en opslag of waterstoftoepassingen in mobiliteit en transport, bedoeld in artikel 3.27.2, eerste lid, onderdeel d, e respectievelijk f, betreft.
2.
Indien in het Nederlandse belangrijke project activiteiten betreffende proces- en organisatie-innovatie door een grote onderneming als bedoeld in artikel 3.27.2, tweede lid, onderdeel f, worden verricht, worden deze projectactiviteiten door de grote onderneming uitgevoerd in daadwerkelijke samenwerking met middelgrote en kleine ondernemingen, die ten minste 30% van de totale subsidiabele kosten dragen.
3.
Indien in het Nederlandse belangrijke project activiteiten betreffende de bouw of het upgraden van onderzoeksinfrastructuur door een onderneming als bedoeld in artikel 3.27.2, tweede lid, onderdeel e, worden verricht:
- a.
worden deze projectactiviteiten door deze onderneming in de boekhouding opgenomen als niet-economische activiteiten; en
- b.
draagt deze onderneming er zorg voor dat:
- 1°
de toegang tot deze onderzoeksinfrastructuur openstaat voor meerdere gebruikers en dat deze op transparante en niet-discriminerende basis verleend wordt;
- 2°
de vergoedingen die voor de exploitatie of het gebruik van de onderzoeksinfrastructuur worden berekend, overeenstemmen met de marktprijs.
4.
In afwijking van het derde lid, aanhef en onderdeel b, subonderdeel 1°, kunnen ondernemingen die ten minste 10 procent van de investeringskosten van de onderzoeksinfrastructuur hebben gefinancierd preferente toegang krijgen op gunstigere voorwaarden, indien deze toegang evenredig is aan de bijdrage van de onderneming in de investeringskosten en deze gunstigere voorwaarden publiek beschikbaar worden gesteld.