FED 2011/83
Met het verstrekken van de identiteitskaart wordt in tegenstelling tot een rijbewijs of paspoort niet het individuele belang overheersend gediend. Er zijn namelijk verzoekers die de identiteitskaart alleen ter identificatie ten behoeve van de overheid gebruiken en de identiteitskaart niet maatschappelijk gebruiken. Als dergelijke verzoekers kunnen worden aangewezen, dan dient men terughoudend te zijn met de aanname dat individuele belangen overheersend zijn
HR 09-09-2011, ECLI:NL:PHR:2011:BQ4105, m.nt. G. Groenewegen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 september 2011
- Magistraten
Schaap, Tijnagel, Heisterkamp, Feteris, Koopman
- Zaaknummer
10/04967
- Conclusie
A-G Van Ballegooijen
- Noot
G. Groenewegen
- LJN
BQ4105
- JCDI
JCDI:ADS273486:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ4105, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑09‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑09‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ4105, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑09‑2011
- Wetingang
Art. 229 Gemeentewet
Essentie
Met het verstrekken van de identiteitskaart wordt in tegenstelling tot een rijbewijs of paspoort niet het individuele belang overheersend gediend. Er zijn namelijk verzoekers die de identiteitskaart alleen ter identificatie ten behoeve van de overheid gebruiken en de identiteitskaart niet maatschappelijk gebruiken. Als dergelijke verzoekers kunnen worden aangewezen, dan dient men terughoudend te zijn met de aanname dat individuele belangen overheersend zijn
Uitspraak
Het geschil betreft de legesbeschikking ter zake van de aanvraag van een ID-kaart en een rijbewijs.
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN B&W OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
3.1.
In cassatie kan van het volgende worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.