RvdW 2015/987
Onbegrijpelijk oordeel dat art. 22b lid 2 Sr zich in casu van toepassing is.
HR 08-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2480
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 september 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/03291
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2480, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1371, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑06‑2015
Essentie
Onbegrijpelijk oordeel dat art. 22b lid 2 Sr zich in casu van toepassing is.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 20 juni 2014, nummer 21/000017-14, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. B.P. de Boer, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T.N.B.M. Spronken:
De verdachte is bij arrest van 20 juni 2014 door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, wegens 1. ‘mishandeling’ en 2. “Eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.