NJ 2018/8
Afwijzing van bij appelschriftuur gedaan verzoek tot het horen als getuige van CIE-informant is onbegrijpelijk.
HR 05-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3060
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 december 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
16/03130
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110930:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3060, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1303, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑10‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑10‑2016
- Wetingang
Art. 288 Sv
Essentie
Afwijzing van bij appelschriftuur gedaan verzoek tot het horen als getuige van CIE-informant is onbegrijpelijk.
De verdediging had verzocht een CIE-informant te horen omdat het leek of deze ooggetuige was van het geweldsincident en diens ingekomen informatie ontlastend kon zijn voor verdachte. Het hof heeft het verzoek afgewezen op de grond dat er onvoldoende aanwijzingen zijn dat de informant informatie heeft over de betrokkenheid van verdachte en er in het dossier reeds vele uiteenlopende verklaringen van personen zijn opgenomen, zodat het hof niet ziet wat een nieuwe verklaring zou kunnen toevoegen. Mede in aanmerking genomen de inhoud van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.