Einde inhoudsopgave
Invoerings- en aanpassingswet Wet op het financieel toezicht
Artikel 107 [Voorzieningen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2007
- Bronpublicatie:
20-11-2006, Stb. 2006, 605 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken: 30658)
- Inwerkingtreding
01-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2006, Stb. 2006, 664 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Voorzieningen die zijn getroffen voor 4 december 1985 en die in strijd waren met artikel 13, vierde lid, aanhef en onderdeel a, onder 3°, onderdelen b en c, onderdeel d, onder 2°, en onderdeel e, onder 2°, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 zoals deze wet luidde voor de inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht kunnen worden voortgezet, voorzover:
- a.
zij hebben geleid tot overeenkomsten van pensioenverzekering, gesloten voor 19 december 1987;
- b.
zij na 19 december 1987 hebben geleid of leiden tot een verhoging of uitbreiding van een pensioenverzekering als bedoeld in onderdeel a, mits het fonds, de onderneming of de pensioeninstelling daartoe krachtens de voorwaarden van die verzekering of van de voorziening, zoals deze luidden op 19 december 1987, gehouden was of is;
- c.
zij in de periode vanaf 19 december 1987 tot en met 18 juni 1988 hebben geleid tot nieuwe overeenkomsten van pensioenverzekering, verhoging of uitbreiding van die verzekeringen daaronder begrepen, tot het sluiten waarvan het fonds, de onderneming of de pensioeninstelling gehouden was.
2.
Handelingen die ingevolge het eerste lid zijn toegestaan, worden niet beschouwd als de uitoefening van het bedrijf van levensverzekeraar of schadeverzekeraar.