Burgerlijk procesrecht

Documentgegevens:

HR 23-12-2011, ECLI:NL:HR:2011:BU2953

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 23 december 2011
Zaaknummer: 10/01828
LJN: BU2953
Vakgebied(en): Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2011:BU2953, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑12‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BU2953, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑09‑2011
Wetingang: art. 5:26 Awb; art. 5:33 Awb (oud)

Essentie

Samenvatting

Casus

In deze zaak gaat het om de vraag of Martinez bestuurlijke dwangsommen heeft verbeurd door (in strijd met aan haar verleende vergunningen) in haar showroom chocolade aan particulieren te verkopen. In het bijzonder is aan de orde of Martinez gedurende de periode tussen 9 maart 2006 en 2 april 2006 (dagelijks) dwangsommen heeft verbeurd, dan wel of dit laatste slechts op twee dagen in de genoemde periode het geval was.

Rechtsvraag

Heeft het hof niet, althans niet kenbaar, in haar beslissing de stelling van de Gemeente meegewogen dat Martinez buiten haar bedrijfspand met reclameborden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.