5 Samenloop met bezwaarprocedure WIA

Indien uit de poortwachterstoets blijkt dat de re-integratie-inspanningen voldoende waren, volgt een beslissing op de WIA-aanvraag. In deze beslissing wordt meegedeeld of de werknemer recht heeft op een WIA-uitkering én of UWV de re-integratie-inspanningen van de werkgever als voldoende heeft beoordeeld.

De werknemer kan tegen de beslissing op de WIA-aanvraag in bezwaar gaan. Dat kan reden zijn om de behandeling van de ontslagaanvraag op te schorten tot dat op het bezwaar van de werknemer is beslist. Opschorten is alleen aan de orde als de beslissing op bezwaar relevant kan zijn voor de vraag of herstel voor eigen werk, al dan niet in aangepaste vorm, of herplaatsing mogelijk is.

Ter illustratie het volgende voorbeeld. De werkgever voert onder verwijzing naar de WIA-beslissing aan dat de werknemer volledig arbeidsongeschikt is en dat herplaatsing niet mogelijk is. De werknemer betwist in zijn verweer dat hij volledig arbeidsongeschikt is en voert aan dat de werkgever onvoldoende heeft gedaan om hem te re-integreren en te herplaatsen. De werknemer meldt daarbij dat hij bezwaar heeft gemaakt tegen de WIA-beslissing omdat daarin ten onrechte wordt geoordeeld dat hij volledig arbeidsongeschikt is. Dat is een geldige reden om de behandeling van de ontslagaanvraag op te schorten omdat de uitkomst van de bezwaarprocedure relevant is voor de beoordeling of herstel voor de eigen functie, al dan niet in aangepaste vorm, dan wel herplaatsing in een andere passende functie mogelijk is.

Een bezwaar van de werknemer tegen de beslissing om de werkgever geen loonsanctie op te leggen, is geen reden om de behandeling van de ontslagaanvraag op te schorten. Door de met de behandeling van het bezwaar gemoeide proceduretijd wordt de beslissing op het bezwaar pas genomen nadat de werknemer 104 weken arbeidsongeschikt is. Op grond van artikel 25, lid 11, WIA is het dan niet mogelijk om nog een loonsanctie op te leggen. Een bezwaar dat gegrond wordt verklaard, kan dus niet meer leiden tot een loonsanctie en daarmee ook niet tot verlenging van het opzegverbod tijdens ziekte.