NJ 2016/56
Beslag cfm. art. 94a Sv mogelijk na last tot teruggave op klaagschrift over beslag cfm. art. 94 Sv.
HR 22-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2786, m.nt. F. Vellinga-Schootstra
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 september 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/05471
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Noot
F. Vellinga-Schootstra
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110700:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2786, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1825, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑06‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑12‑2014
- Wetingang
Essentie
Gelet op het verschil in doelstelling tussen het beslag cfm. art. 94 Sv en dat cfm. art. 94a Sv staat een niet-onherroepelijke last van de rechtbank tot teruggave van een cfm. art. 94 Sv inbeslaggenomen voorwerp er niet aan in de weg dat de OvJ met machtiging van de R-C de handhaving van het beslag op de voet van art. 94a Sv bewerkstelligt.
Partij(en)
Beschikking op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, van 22 oktober 2014, nummer RK 14/1109, op een klaagschrift als bedoeld in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.