JWB 2006/179
Internationaal strafrecht, rechtmatigheid van weigering van verzoek om vervolging, ne bis in idem-beginsel, sprongcassatie
HR 19-05-2006, ECLI:NL:HR:2006:AV1110
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 mei 2006
- Zaaknummer
C05/157HR
- LJN
AV1110
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AV1110, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑05‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AV1110, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑05‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑06‑2005
- Wetingang
Essentie
Internationaal strafrecht, rechtmatigheid van weigering van verzoek om vervolging, ne bis in idem-beginsel, sprongcassatie
Samenvatting
Casus
De eiseres tot cassatie is in Nederland aangehouden en in verzekering gesteld op grond van de verdenking te hebben gehandeld in strijd met de Opiumwet. In de strafzaak naar aanleiding van deze aanhouding is zij veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden. De eiseres tot cassatie heeft de officier van justitie in Nederland verzocht om haar tevens te vervolgen voor het in bezit hebben van verdovende middelen in Frankrijk. Dit verzoek is door de officier van justitie afgewezen. De eiseres tot cassatie heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.