Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 29-12-1995. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 31-03-1995
- Redactionele toelichting
Deze wijziging werkt terug tot en met 31-03-1995, 18.00 uur.
- Bronpublicatie:
22-12-1995, Stb. 1995, 700 (uitgifte: 01-01-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
29-12-1995, terugwerkend tot: 31-03-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-1995, Stb. 1995, 700 (uitgifte: 01-01-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Levering van goederen en diensten
Omzetbelasting / Vergoeding
1.
Bij vestiging, overdracht, afstand en opzegging van de rechten van erfpacht, opstal, erfdienstbaarheid of beklemming behoort de waarde van de canon, de retributie of de huur tot de vergoeding, met dien verstande dat de vergoeding hierdoor niet hoger kan zijn dan de waarde in het economische verkeer van de zaak waarop het recht betrekking heeft. De waarde in het economische verkeer bedraagt ten minste de kostprijs, met inbegrip van de omzetbelasting, van de onroerende zaak waarop het recht betrekking heeft, zoals die zou ontstaan bij de voortbrenging door een onafhankelijke derde op het tijdstip van de handeling.
2.
Bij levering van onroerende zaken, bezwaard met een recht van erfpacht, opstal, erfdienstbaarheid of beklemming, wordt de vergoeding verminderd met de waarde van de canon, de retributie of de huur.
3.
Bij wijziging van een recht van erfpacht, opstal, erfdienstbaarheid of beklemming behoort het verschil in waarde tussen de canon, de retributie of de huur vóór en na de wijziging tot de vergoeding, met dien verstande dat bij vermindering van de waarde van de canon, de retributie of de huur, voor zover daar geen vermindering van de rechten van de zakelijk gerechtigde tegenover staat, het verschil in waarde op de vergoeding in mindering wordt gebracht.
4.
Bij levering onder voorbehoud van grondrente of van met grondrente bezwaarde eigendom behoort de waarde van de uitkering tot de vergoeding, met dien verstande dat de vergoeding hierdoor niet hoger kan zijn dan de waarde in het economische verkeer van de zaak waarop het recht betrekking heeft.
5.
De waarde van een canon, een retributie, een huur of een uitkering wordt bepaald met inachtneming van de bij dit besluit behorende bijlage A.
6.
Het tweede tot en met het vijfde lid is niet van toepassing voor zover de vestiging, overdracht, wijziging, afstand en opzegging van rechten waaraan onroerende zaken zijn onderworpen niet op grond van artikel 3, tweede lid, van de wet, met toepassing van de voorgaande leden, als levering van goederen wordt aangemerkt.