Regeling diplomatieke en internationale vrijstellingen gemeentelijke belastingen 1997
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2010
- Bronpublicatie:
11-12-2009, Stcrt. 2009, 20531 (uitgifte: 30-12-2009, regelingnummer: 2009-0000254057)
- Inwerkingtreding
01-01-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2009, Stcrt. 2009, 20531 (uitgifte: 30-12-2009, regelingnummer: 2009-0000254057)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Staatsrecht / Decentralisatie
1.
Van de in artikel 1, eerste lid, onderdelen a, b, c, d, g en h, genoemde belastingen, zijn vrijgesteld de diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen van andere mogendheden en hun hoofden, mits zij geen Nederlander zijn en zij niet duurzaam verblijf houden in Nederland. Honoraire consuls genieten deze vrijstellingen niet.
2.
Van de in artikel 1, eerste lid, onderdelen a, c, e, f, g en h, genoemde belastingen zijn vrijgesteld de leden van diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen van andere mogendheden, mits zij geen Nederlander zijn en zij niet duurzaam verblijf houden in Nederland. Honoraire consuls genieten deze vrijstellingen niet.
3.
Een in het tweede lid genoemde vrijstelling ten aanzien van de leden, wordt mede toegepast ten aanzien van de bij hen inwonende gezinsleden en ten aanzien van hun particuliere bedienden.
4.
Een vrijstelling als bedoeld in het tweede en derde lid wordt niet verleend voor zover die belasting betrekking heeft op belastbare feiten die zich voordoen in het kader van de uitoefening van een bedrijf of beroep.