BR 2019/38
Relativering formele rechtskracht onherroepelijke handhavingsbesluiten in uitzonderlijke gevallen. (Tholen)
ABRvS 27-02-2019, ECLI:NL:RVS:2019:466, m.nt. R. Olivier
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
27 februari 2019
- Magistraten
Mrs. D.A.C. Slump, S.F.M. Wortmann en A.J.C. de Moor-van Vugt
- Zaaknummer
201801114/1/A1
- Noot
R. Olivier
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS50461:1
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Handhaving
Omgevingsrecht / Toezicht
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2019:466, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 27‑02‑2019
- Wetingang
(Art. 5:37 Awb)
Essentie
Relativering formele rechtskracht onherroepelijke handhavingsbesluiten in uitzonderlijke gevallen. (Tholen)
Samenvatting
Een belanghebbende kan in de procedure tegen de invorderingsbeschikking of de kostenverhaalsbeschikking in beginsel niet met succes gronden naar voren brengen die hij tegen de last onder dwangsom of last onder bestuursdwang naar voren heeft gebracht of had kunnen brengen. Dit kan slechts in uitzonderlijke gevallen. Een uitzonderlijk geval kan bijvoorbeeld worden aangenomen indien evident is dat er geen overtreding is gepleegd en/of betrokkene geen overtreder is.
Partij(en)
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellante], wonend te Sint Philipsland, gemeente Tholen,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.