Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Indonesië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 24 Vermijding van dubbele belasting
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2017
- Bronpublicatie:
30-07-2015, Trb. 2015, 121 (uitgifte: 10-08-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-07-2017, Trb. 2017, 100 (uitgifte: 07-07-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Elk van de beide Staten is bevoegd bij het heffen van belasting van zijn inwoners in de grondslag waarnaar belasting wordt geheven, de bestanddelen van het inkomen te begrijpen die overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag in de andere Staat mogen worden belast.
2.
Indien een inwoner van Indonesië bestanddelen van het inkomen verkrijgt die overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag in Nederland mogen worden belast en die in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen, wordt het bedrag van de Nederlandse belasting dat verschuldigd is ten aanzien van het inkomen verrekend met de Indonesische belasting die van die inwoner wordt geheven. Het bedrag van de verrekening overschrijdt echter niet dat deel van de Indonesische belasting dat aan dat inkomen kan worden toegerekend.
3.
Indien een inwoner van Nederland bestanddelen van het inkomen verkrijgt die volgens artikel 6, artikel 7, artikel 10, zesde lid, artikel 11, zevende lid, artikel 12, vijfde lid, artikel 14, eerste en tweede lid, artikel 15, artikel 16, eerste en derde lid, artikel 19, artikel 20 en artikel 23, tweede lid, van dit Verdrag in Indonesië mogen worden belast en die in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen, stelt Nederland deze inkomens-bestanddelen vrij door een vermindering van zijn belasting toe te staan. Deze vermindering wordt berekend overeenkomstig de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting. Te dien einde worden genoemde bestanddelen geacht te zijn begrepen in het totale bedrag van de bestanddelen van het inkomen die ingevolge die bepalingen van Nederlandse belasting zijn vrijgesteld.
4.
Nederland verleent voorts een aftrek op de aldus berekende Nederlandse belasting voor die bestanddelen van het inkomen die volgens artikel 10, tweede lid, artikel 11, tweede en vierde lid, artikel 12, tweede lid, artikel 14, vijfde lid, artikel 17, eerste lid en artikel 18 van dit Verdrag in Indonesië mogen worden belast, in zoverre deze bestanddelen in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen. Het bedrag van deze aftrek is gelijk aan de in Indonesië over deze bestanddelen van het inkomen betaalde belasting, maar bedraagt niet meer dan het bedrag van de vermindering die zou zijn verleend indien de aldus in het inkomen begrepen bestanddelen van het inkomen de enige bestanddelen van het inkomen zouden zijn geweest die uit hoofde van de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting van Nederlandse belasting zijn vrijgesteld.