Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Indonesië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 16 Niet-zelfstandige arbeid
Geldend
Geldend vanaf 31-12-2003
- Bronpublicatie:
29-01-2002, Trb. 2002, 33 (uitgifte: 20-02-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
31-12-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-02-2004, Trb. 2004, 25 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Onder voorbehoud van de bepalingen van de artikelen 17, 19, 20, 21 en 22 zijn salarissen, lonen en andere soortgelijke beloningen verkregen door een inwoner van een van de beide Staten ter zake van een dienstbetrekking slechts in die Staat belastbaar, tenzij de dienstbetrekking in de andere Staat wordt uitgeoefend. Indien de dienstbetrekking aldaar wordt uitgeoefend, mag de ter zake daarvan verkregen beloning in die andere Staat worden belast.
2.
Niettegenstaande de bepalingen van het eerste lid is de beloning verkregen door een inwoner van een van de beide Staten ter zake van een in de andere Staat uitgeoefende dienstbetrekking slechts in de eerstbedoelde Staat belastbaar, indien:
- a.
de genieter in de andere Staat verblijft gedurende een tijdvak dat of tijdvakken die in een tijdvak van twaalf maanden beginnend of eindigend in het desbetreffende belastingjaar een totaal van 183 dagen niet te boven gaan, en
- b.
de beloning wordt betaald door of namens een werkgever die geen inwoner van de andere Staat is, en
- c.
de beloning niet ten laste komt van een vaste inrichting die, of van een vast middelpunt dat de werkgever in de andere Staat heeft.
3.
Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel mag de beloning verkregen door een inwoner van een van de beide Staten ter zake van een dienstbetrekking uitgeoefend aan boord van een schip of luchtvaartuig dat in internationaal verkeer wordt geëxploiteerd, worden belast in de Staat waarvan de onderneming inwoner is.