Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Oostenrijk inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van het terrorisme, de grensoverschrijdende criminaliteit en de illegale migratie
Artikel 24 Gezamenlijke vormen van optreden
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2006
- Bronpublicatie:
27-05-2005, Trb. 2005, 197 (uitgifte: 31-08-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-04-2008, Trb. 2008, 74 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Ter intensivering van de politiële samenwerking kunnen de door de Verdragsluitende Partijen benoemde bevoegde autoriteiten gezamenlijke patrouilles en andere vormen van gezamenlijk optreden ter handhaving van de openbare orde en veiligheid en ter voorkoming van strafbare feiten instellen, waarbij de door de Verdragsluitende Partijen benoemde ambtenaren of ander overheidspersoneel (hierna: ambtenaren), van andere Verdragsluitende Partijen aan optredens op het grondgebied van een Verdragsluitende Partij meewerken.
2.
Elke Verdragsluitende Partij kan als gaststaat, met inachtneming van haar nationale recht, ambtenaren van andere Verdragsluitende Partijen met toestemming van de zendstaat in het kader van gezamenlijke vormen van optreden soevereine bevoegdheden toekennen of, voor zover zulks naar het recht van de gaststaat is toegestaan, ambtenaren van andere Verdragsluitende Partijen toestaan hun soevereine bevoegdheden overeenkomstig het recht van de zendstaat uit te oefenen. Soevereine bevoegdheden mogen hierbij uitsluitend onder leiding en in beginsel in aanwezigheid van ambtenaren van de gaststaat worden uitgeoefend. De ambtenaren van de andere Verdragsluitende Partij zijn hierbij aan het nationale recht van de gaststaat gebonden. Hun handelen valt onder de verantwoordelijkheid van de gaststaat.
3.
Bij gezamenlijk optreden betrokken ambtenaren van andere Verdragsluitende Partijen zijn onderworpen aan de aanwijzingen van de bevoegde autoriteit van de gaststaat.
4.
De praktische aspecten van de samenwerking worden door middel van uitvoeringsafspraken zoals bedoeld in artikel 44 geregeld.