RvdW 2009, 1156
Tegenstrijdig belang als bedoeld in art. 2:256 BW; maatstaf; uitdrukkelijk aanwijzingsbesluit bijzondere vertegenwoordiger steeds vereist? Faillissement; verrekening; verhouding tussen art. 53 Fw en art. 6:127 BW.
HR 09-10-2009, ECLI:NL:HR:2009:BI7129 (Bovast/Rosenberg Polak e.a.)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 oktober 2009
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
07/12514
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
BI7129
- Roepnaam
Bovast/Rosenberg Polak e.a.
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verbintenissenrecht / Overgang en tenietgaan verbintenissen
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BI7129, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑10‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BI7129, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑06‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑10‑2007
- Wetingang
BW art. 2:256, art. 6:127; Fwart. 53
Essentie
Tegenstrijdig belang als bedoeld in art. 2:256 BW; maatstaf; uitdrukkelijk aanwijzingsbesluit bijzondere vertegenwoordiger steeds vereist? Faillissement; verrekening; verhouding tussen art. 53 Fw en art. 6:127 BW.
De maatstaf voor het bestaan van tegenstrijdig belang als bedoeld in art. 2:256 BW is of de betrokken bestuurder te maken heeft met zodanig onverenigbare belangen dat in redelijkheid kan worden betwijfeld of hij zich bij zijn handelen uitsluitend heeft laten leiden door het belang van de vennootschap en de aan haar verbonden onderneming, welke vraag slechts kan worden beantwoord met inachtneming van alle ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.