Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/2152 betreffende Europese bedrijfsstatistieken en tot intrekking van tien rechtshandelingen op het gebied van bedrijfsstatistieken
Artikel 7 Technische specificaties van de gegevensvereisten
Geldend
Geldend vanaf 06-01-2020
- Bronpublicatie:
27-11-2019, PbEU 2019, L 327 (uitgifte: 17-12-2019, regelingnummer: 2019/2152)
- Inwerkingtreding
06-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-11-2019, PbEU 2019, L 327 (uitgifte: 17-12-2019, regelingnummer: 2019/2152)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
1.
De lidstaten verzamelen relevante gegevens over elk van de in bijlage I genoemde gedetailleerde onderwerpen. De Commissie mag uitvoeringshandelingen vaststellen voor het nader bepalen van de volgende bestanddelen van de op grond van deze verordening te verzenden gegevens en de technische definities en vereenvoudigingen daarvan:
- a)
variabelen;
- b)
meeteenheid;
- c)
statistische populatie (met inbegrip van de vereisten met betrekking tot marktactiviteit/niet-marktactiviteit of marktproducenten/niet-marktproducenten);
- d)
classificaties (met inbegrip van het product, de landen en gebieden, alsook de aard van de transactielijsten) en onderverdelingen;
- e)
toezending van afzonderlijke gegevensbestanden op vrijwillige basis;
- f)
gebruik van benaderingen en kwaliteitseisen;
- g)
termijn voor de toezending van gegevens;
- h)
eerste referentieperiode;
- i)
weging en wijziging van het basisjaar voor het domein ‘kortetermijnbedrijfsstatistieken’;
- j)
nadere specificaties — met inbegrip van de referentieperiode — met betrekking tot het onderwerp ‘internationale handel in goederen’.
Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 23, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
2.
Bij de uitoefening van de in lid 1 bedoelde bevoegdheden met betrekking tot de vereenvoudigingen houdt de Commissie rekening met de omvang en het belang van de bedrijfseconomieën, overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel, teneinde de lasten voor het bedrijfsleven te verlichten. Voorts ziet de Commissie erop toe dat de input die nodig is voor het opstellen van de boekhoudkundige kaders voor de nationale en regionale rekeningen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 549/2013 en de betalingsbalansstatistieken overeenkomstig Verordening (EG) nr. 184/2005, behouden blijft. Uitvoeringshandelingen — uitgezonderd de eerste uitvoeringshandelingen die moeten worden vastgesteld overeenkomstig deze verordening — worden ten minste 18 maanden vóór het einde van de referentieperiode van de gegevens voor de in bijlage I opgenomen onderwerpen vastgesteld. De uitvoeringshandelingen voor de onderwerpen van innovatie en van ICT-gebruik en e-handel worden respectievelijk ten minste zes en 15 maanden vóór het einde van de referentieperiode van de gegevens vastgesteld.
3.
Bij de vaststelling van uitvoeringshandelingen overeenkomstig lid 1, punt a) — met uitzondering van de in artikel 6, lid 2, punten b), c) en d), genoemde onderwerpen — ziet de Commissie erop toe dat het aantal variabelen voor elk in artikel 6, lid 1, genoemd domein niet meer bedraagt dan:
- a)
22 variabelen voor het domein ‘kortetermijnbedrijfsstatistieken’;
- b)
93 variabelen voor het domein ‘bedrijfsstatistieken op nationaal niveau’;
- c)
31 variabelen voor het domein ‘regionale bedrijfsstatistieken’;
- d)
26 variabelen voor het domein ‘statistieken over internationale activiteiten’.
4.
Bij de vaststelling van uitvoeringshandelingen overeenkomstig lid 1, onder a), ziet de Commissie erop toe, met betrekking tot de in artikel 6, lid 2, punten b), c) en d), genoemde onderwerpen, dat het aantal variabelen in elk onderwerp niet meer bedraagt dan:
- a)
20 variabelen voor het onderwerp van mondiale waardeketens;
- b)
73 variabelen voor het onderwerp van ICT-gebruik en e-handel; en
- c)
57 variabelen voor het onderwerp van innovatie.
5.
Wanneer nieuwe gegevens vereist zijn om aan de behoeften van gebruikers te beantwoorden, en om in een zekere mate van flexibiliteit te voorzien, mag de Commissie gedurende een periode van vijf opeenvolgende jaren niet meer dan 5 variabelen wijzigen voor elk van de domeinen ‘kortetermijnbedrijfsstatistieken’, ‘regionale bedrijfsstatistieken’ en ‘statistieken over internationale activiteiten’, en niet meer dan 20 variabelen voor het domein ‘bedrijfsstatistieken op nationaal niveau’, zulks overeenkomstig lid 3. Deze maxima gelden niet voor de onderwerpen ‘mondiale waardeketens’, ‘innovatie’ of ‘ICT-gebruik en e-handel’.
6.
Niettegenstaande lid 3 van dit artikel, wanneer nieuwe gegevens vereist zijn om aan de behoeften van gebruikers te beantwoorden, teneinde in een zekere mate van flexibiliteit te voorzien naar aanleiding van de in artikel 20 genoemde proefstudies, wordt het totaal aantal variabelen voor de in lid 3 van dit artikel genoemde domeinen met niet met meer dan 10 variabelen verhoogd.
7.
Bij de opstelling van de in lid 1 bedoelde uitvoeringshandelingen wordt rekening gehouden met de mogelijke extra kosten en administratieve lasten voor lidstaten of respondenten, alsmede met een raming van de verwachte verbetering van de kwaliteit van de statistieken en andere al dan niet rechtstreekse voordelen van de voorgestelde aanvullende maatregel.
De eerste alinea van dit lid is niet van toepassing op wijzigingen die het gevolg zijn van veranderingen in classificaties en nomenclaturen, noch op wijzigingen van boekhoudkundige kaders voor de nationale en regionale rekeningen als bedoeld in Verordening (EU) nr. 549/2013 en betalingsbalansstatistieken als bedoeld in Verordening (EG) nr. 184/2005.