RvdW 2016/1208
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Art. 6:96 lid 6 BW; voorwaarden voor verschuldigd worden buitengerechtelijke incassokosten door consument-schuldenaar; veertiendagenbrief; aanvang veertiendagentermijn; stelplicht en bewijslast; gevolgen onjuiste vermelding termijn in veertiendagenbrief. Rol van de rechter; verstek en tegenspraak. Gevolgen gedeeltelijke betaling.
HR 25-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2704
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 november 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/02885
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2704, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑11‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:938, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 23‑09‑2016
- Wetingang
Art. 3:37, 6:96 BW; art. 139, 242 Rv; Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten
Essentie
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Art. 6:96 lid 6 BW; voorwaarden voor verschuldigd worden buitengerechtelijke incassokosten door consument-schuldenaar; veertiendagenbrief; aanvang veertiendagentermijn; stelplicht en bewijslast; gevolgen onjuiste vermelding termijn in veertiendagenbrief. Rol van de rechter; verstek en tegenspraak. Gevolgen gedeeltelijke betaling.
De in art. 6:96 lid 6 BW bedoelde veertiendagentermijn vangt pas aan daags na die waarop de aanmaning (de veertiendagenbrief) door de schuldenaar is ontvangen.
Op de schuldeiser rusten de stelplicht en de bewijslast dat aan de eisen van art. 6:96 lid 6 BW is voldaan. Die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.