NJB 2015/2121:Gelet op de Wet basisregistratie personen moet voor de toepassing van art. 588 Sv – bij gebreke van een ‘woonadres’ – een ‘briefadres’ als bedoeld in art. 1.1 van voormelde wet worden aangemerkt als ‘het adres waar de geadresseerde als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie personen’ waaraan gerechtelijke mededelingen kunnen worden betekend (art. 588 lid 1 aanhef en onder b sub 1° Sv). Opmerking verdient dat een briefadres in voormelde zin moet worden onderscheiden van een (post)adres als bedoeld in art. 588a Sv: het door of namens de verdachte opgegeven adres waaraan mededelingen over de strafzaak kunnen worden toegezonden. Dat (post)adres is niet het in art. 588 Sv bedoelde adres waaraan gerechtelijke mededelingen kunnen worden uitgereikt, maar het adres waaraan in de in art. 588a Sv vermelde gevallen een afschrift moet worden toegezonden van de dagvaarding of oproeping van de verdachte om op de (nadere) terechtzitting te verschijnen