Rb. Amsterdam, 22-05-2009, nr. 13/993072-07 (PROMIS)
ECLI:NL:RBAMS:2009:BJ9831, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
22-05-2009
- Zaaknummer
13/993072-07 (PROMIS)
- LJN
BJ9831
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2009:BJ9831, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 22‑05‑2009; (Eerste aanleg - meervoudig)
Hoger beroep: ECLI:NL:GHAMS:2012:BV6892, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Uitspraak 22‑05‑2009
Partij(en)
RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/993072-07 (PROMIS)
Datum uitspraak: 22 mei 2009
op tegenspraak
VONNIS
van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1962,
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres].
De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 15 november 2008, 24 november 2008, 25 november 2008, 27 november 2008, 20 april 2009, 21 april 2009 en 12 mei 2009.
Het Openbaar Ministerie werd vertegenwoordigd door mr. J.J.M. van Dis-Setz en mr. M.J. Dontje; verdachte, die hierna ook [verdachte] wordt genoemd, liet zich bijstaan door mr. W. de Vries.
Alle hierna te bespreken verweren zijn zakelijk en kort samengevat weergegeven.
1.1. Tenlastelegging
De tenlastelegging is ter terechtzitting van 15 november 2007 overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering gewijzigd. Aan verdachte is tenlastegelegd dat
- 1.
hij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 10 februari 2003 tot en met 6 februari 2006, te Amsterdam en/of Vierhouten (Gemeente Nunspeet) en/of Monnickendam en/of Haarlem en/of Hoofddorp en/of Ommen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met [A] en/of [B] e[C] en/of (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, een of meerdere (schriftelijk(e)) document(en), te weten 95, althans een of meerdere (verkoop)factu(u)r(en), afkomstig en/of ten name van [D] (i.o.) (hierna [D] genoemd), gericht en/of verstrekt en/of verzonden[C], (zie het proces-verbaal van de FIOD-ECD/Kantoor Amsterdam, dossiernummer [nr], opgenomen als AH/625 bijlage 6)
zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) opzettelijk valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of vervalst, en/althans valselijk heeft/hebben doen en/of laten opmaken en/of vervalsen door (een) ander(en), immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn, verdachtes, mededader(s), valselijk in strijd met de waarheid – zakelijk weergegeven –
- -
op/in dat/die geschrift(en) hogere en/of andere en/of onjuiste kosten (van werkzaamheden en/of materiaal en/of manuren en/of BTW) en/of (een) hogere en/of onjuist(e) (eind)bedrag(en) vermeld en/of doen vermelden en/of aangegeven en/of doen aangeven, en/of
- -
op/in dat/die geschrift(en) door en/of namens [D] verrichtte werkzaamhe(i)d(en) en/of meer en/of andere werkzaamhe(i)d(en), althans (een) onjuiste omschrijving(en) vermeld en/of doen vermelden en/of aangegeven en/of doen aangeven, en/of
- -
op/in dat/die geschrift(en) (een) werkzaamhe(i)d(en) en/of levering(en) ((van (een) dienst(en) en/of goeder(en)) vermeld en/of doen vermelden en/ofaangegeven en/of doen aangeven, die (in het geheel) niet, in elk geval niet voor zulk(e) bedrag(en), had(den) plaatsgevonden door (een of meer medewerk(st)(er)(s) van) [D], en/of
- -
op/in dat/die geschrift(en) manu(u)r(en) en/of meer manu(u)r(en) en/of onjuiste hoeveelhe(i)d(en) manu(u)r(en) vermeld en/of doen vermelden en/of aangegeven en/of doen aangeven,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
Artikel 225, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht
Artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht
Subsidiair:
hij, op een of meer tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 10 februari 2003 tot en met 6 februari 2006, te Amsterdam en/of Vierhouten (Gemeente Nunspeet) en/of Hoofddorp en/of Ommen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met [A] en/of [D] (i.o.) en/of (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) (een) geschrift(en) (bedrijfsadministratie(s)) die bestemd is/zijn om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) opzettelijk valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of vervalst en/of valselijk heeft/hebben doen opmaken en/of doen vervalsen door (een) ander(en), immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn, verdachtes, mededader(s), (telkens) opzettelijk in de (bedrijfs)administratie van [D] (i.o.) (hierna [D] genoemd), zijnde (telkens) een samenstel van geschriften bestemd om tot bewijs van het daarin vermelde te dienen, een of meerdere valse en/of vervalste geschrift(en), te weten 95, althans een of meerdere (afschrift(en) van) (verkoop)factu(u)r(en) gericht en/of verstrekt en/of verzonden aan [C], (zie het proces-verbaal van de FIOD-ECD/Kantoor Amsterdam, dossiernummer [nr], opgenomen als AH/625 bijlage 6) opgenomen en/of samengesteld en/of verwerkt en/of doen opnemen en/of doen samenstellen en/of doen verwerken, bestaande die valshe(i)d(en) en/of vervalsing(en) (telkens) hierin, dat in strijd met de waarheid – zakelijk weergegeven –
- -
op/in dat/die geschrift(en) hogere en/of andere en/of onjuiste kosten (van werkzaamheden en/of materiaal en/of manuren en/of BTW) en/of (een) hogere en/of onjuist(e) (eind)bedrag(en) was/waren vermeld en/of aangegeven, en/of
- -
op/in dat/die geschrift(en) door en/of namens [D] verrichtte werkzaamhe(i)d(en) en/of meer en/of andere werkzaamhe(i)d(en), althans (een) onjuiste omschrijving(en) was/waren vermeld en/of aangegeven, en/of
- -
op/in dat/die geschrift(en) (een) werkzaamhe(i)d(en) en/of levering(en) ((van (een) dienst(en) en/of goeder(en)) was/waren vermeld en/of aangegeven, die (in het geheel) niet, in elk geval niet voor zulk(e) bedrag(en), had(den) plaatsgevonden door (een of meer medewerk(st)(er)(s) van) [D], en/of
- -
op/in dat/die geschrift(en) manu(u)r(en) en/of meer manu(u)r(en) en/of onjuiste hoeveelhe(i)d(en) manu(u)r(en) wa/waren vermeld en/of aangegeven,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
Artikel 225, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht
Artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht
- 2.
hij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 7 juni 2001 tot en met 28 november 2002, te Amsterdam en/of Vierhouten (Gemeente Nunspeet) en/of Monickendam en/of Haarlem en/of Hoofddorp en/of Ommen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met [A] en/of [E] en/of [B] e[C] en/of (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, een of meerdere (schriftelijk(e)) document(en), te weten 35, althans een of meerdere (verkoop)factu(u)r(en), afkomstig en/of ten name van [E] (hierna [E] genoemd), gericht en/of verstrekt en/of verzonden[C], (zie het proces-verbaal van de FIOD-ECD/Kantoor Amsterdam, dossiernummer [nr], opgenomen als AH/625 bijlage 12) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen,
(telkens) opzettelijk valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of vervalst, en/althans valselijk heeft/hebben doen en/of laten opmaken en/of vervalsen door (een) ander(en), immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn, verdachtes, mededader(s), valselijk in strijd met de waarheid – zakelijk weergegeven –
- -
op/in dat/die geschrift(en) hogere en/of andere en/of onjuiste kosten (van werkzaamheden en/of materiaal en/of manuren en/of BTW) en/of (een) hogereen/of onjuist(e) (eind)bedrag(en) vermeld en/of doen vermelden en/of aangegeven en/of doen aangeven, en/of
- -
op/in dat/die geschrift(en) door en/of namens [E] verrichtte werkzaamhe(i)d(en) en/of meer en/of andere werkzaamhe(i)d(en), althans (een) onjuiste omschrijving(en) vermeld en/of doen vermelden en/of aangegeven en/of doen aangeven, en/of
- -
op/in dat/die geschrift(en) (een) werkzaamhe(i)d(en) en/of levering(en) ((van (een) dienst(en) en/of goeder(en)) vermeld en/of doen vermelden en/of aangegeven en/of doen aangeven, die (in het geheel) niet, in elk geval niet voor zulk(e) bedrag(en), had(den) plaatsgevonden door (een of meer medewerk(st)(er)(s) van) [E], en/of
- -
op/in dat/die geschrift(en) manu(u)r(en) en/of meer manu(u)r(en) en/of onjuiste hoeveelhe(i)d(en) manu(u)r(en) vermeld en/of doen vermelden en/of aangegeven en/of doen aangeven,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
Artikel 225, lid 1 van het Wetboek van StrafrechtArtikel 47 van het Wetboek van Strafrecht
Subsidiair:
hij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 7 juni 2001 tot en met 28 november 2002, te Amsterdam en/of Vierhouten (Gemeente Nunspeet) en/of Ommen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met [A] en/of [B] en/of [C] en/of (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) (een) geschrift(en) (bedrijfsadministratie(s)) die bestemd is/zijn om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) opzettelijk valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of vervalst en/of valselijk heeft/hebben doen opmaken en/of doen vervalsen door (een) ander(en), immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn, verdachtes, mededader(s), (telkens) opzettelijk valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of vervalst en/of valselijk heeft/hebben doen opmaken en/of doen vervalsen door (een) ander(en), immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn, verdachtes, mededader(s), (telkens) opzettelijk in de (bedrijfs)administratie van [E] (hiena [E] genoemd), zijnde (telkens) een samenstel van geschriften bestemd om tot bewijs van het daarin vermelde te dienen, een of meerdere valse en/of vervalste geschrift(en), te weten 35, althans een of meerdere (afschrift(en) van) (verkoop)factu(u)r(en), afkomstig en/of ten name van [E], gericht en/of verstrekt en/of verzonden[C], (zie het proces-verbaal van de FIOD-ECD/Kantoor
Amsterdam, dossiernummer [nr], opgenomen als AH/625 bijlage 12) opgenomen en/of samengesteld en/of verwerkt en/of doen opnemen en/of doen samenstellen en/of doen verwerken, bestaande die valshe(i)d(en) en/of vervalsing(en) (telkens) hierin, dat in strijd met de waarheid – zakelijk weergegeven –
- -
op/in dat/die geschrift(en) hogere en/of andere en/of onjuiste kosten (van werkzaamheden en/of materiaal en/of manuren en/of BTW) en/of (een) hogere en/of onjuist(e) (eind)bedrag(en) was/waren vermeld en/of aangegeven, en/of
- -
op/in dat/die geschrift(en) door en/of namens [E] verrichtte werkzaamhe(i)d(en) en/of meer en/of andere werkzaamhe(i)d(en), althans (een) onjuiste omschrijving(en) was/waren vermeld en/of aangegeven, en/of
- -
op/in dat/die geschrift(en) (een) werkzaamhe(i)d(en) en/of levering(en) ((van (een) dienst(en) en/of goeder(en)) was/waren vermeld en/of aangegeven, die (in het geheel) niet, in elk geval niet voor zulk(e) bedrag(en), had(den) plaatsgevonden door (een of meer medewerk(st)(er)(s) van) [E], en/of
- -
op/in dat/die geschrift(en) manu(u)r(en) en/of meer manu(u)r(en) en/of onjuiste hoeveelhe(i)d(en) manu(u)r(en) was/waren vermeld en/of aangegeven,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst
te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
Artikel 225, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht
Artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht
- 3.
hij, op één (of meer) tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 7 juni 2001 tot en met 28 februari 2006, te Amsterdam en/of Vierhouten (Gemeente Nunspeet) en/of Monickendam en/of Haarlem en/of Hoofddorp en/of Ommen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk, heeft/hebben opgericht en/of in stand heeft/hebben gehouden en/of heeft/hebben leidinggegeven en/of heeft/hebben deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband van natuurlijke en/of rechtsperso(o)n(en), bestaande uit onder meer hem, verdachte, en/of [A] en/of [D] (i.o.) en/of [E] en/of [B] en/of [F] en/of [C] en/of [G] en/of [H] en/of (een) ander(e) perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het (onder meer) meermalen
- -
plegen van oplichting (artikel 326 SR) {(met betrekking tot (een of meer medewerker(s) van) Europoint Terminals Amsterdam/Netherlands BV en/of (een) ander(en)}, en/of
- -
plegen van verduistering (artikel 321 en/of 322 SR) en/of diefstal (artikel 311 en/of 311 SR) {(met betrekking tot een of meer geld(en) verkregen uit boven- en/of ondergenoemd(e) misdrij(f)(ven)}
- -
plegen van valsheid in geschrifte (artikel 225 SR) (met betrekking tot een of meer (verkoop)factu(u)r(en) en/of (bedrijfs)administratie(s), althans (een) geschrift(en), en/of
- -
het plegen van witwassen (artikel 420bis SR) en/of heling (artikel 416 en/of 417 en/of 417bis SR) {(met betrekking tot een of meer geld(en) verkregen uit bovengenoemd(e) misdrij(f)(ven)},
bestaande die deelneming onder meer uit
- -
het (laten) doorgeven van de omschrijving(en) en/of (een) (extra) bedrag(en) voor op de (verkoop)factu(u)r(en), en/of- het (laten) regelen en/of opmaken en/of samenstellen (van de lay-out) en/of uittypen van een of meer (verkoop)factu(u)r(en), en/of
- -
het (laten) vertalen van een of meer (verkoop)factu(u)r(en) en/of de (daarvoor bedoelde) omschrijving(en), en/of
- -
het (laten) verzenden van vorenbedoelde factu(u)r(en), en/of
- -
het (laten) goedkeuren en/of paraferen en/of uitbetalen van vorenbedoelde (verkoop)factu(u)r(en), en/of
- -
het (laten) opnemen en/of boeken van vorenbedoelde (verkoop)factu(u)r(en) in een of meer (bedrijfs)administratie(s), en/of
- -
het (laten) verdelen en/of ontvangen van een of meer bedrag(en) die verkregen is/zijn met vorenbedoelde valsheid in geschrifte en/of oplichting, en/of
- -
het (laten) doorgeven van relevante informatie aan een of meer van de overige leden van de organisatie en/of
- -
het beleggen van (een) vergadering(en) met een of meer van de overige leden van de organisatie, en/of
- -
het (laten) oprichten van een of meer bedrij(f)(ven) op naam van (onder andere) [F], en/of
- -
het feitelijke leidinggeven aan vorenbedoelde valsheid in geschrifte en/of oplichting en/of witwassen en/of heling;
Artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht
Artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht
- 4.
hij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 22 juli 1999 tot en met 22 maart 2006, te Amsterdam en/of Vierhouten (Gemeente Nunspeet) en/of Ommen en/of elders in Nederland en/of te Nordhorn en/of Winsen a/d Aller en/of elders in Duitsland en/of te Calpe, Alicante en/of elders in Spanje, tezamen en in vereniging met [A] en/of [D] (i.o.) en/of [E] (BV) en/of [I] en/of [J] en/of [K] en/of (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, een of meerdere (schriftelijk(e)) document(en), te weten een of meerdere (verkoop)factu(u)r(en),
- -
afkomstig en/of ten name van [D] (i.o.) (hierna [D] genoemd), en/of
- -
afkomstig van [E] (hierna [E] genoemd), en/of
- -
afkomstig van [I],
gericht en/of verstrekt en/of verzonden aan
- -
ETS GmbH(Rohr - & Anlagenbau) (Germany) (zie het proces-verbaal van de FIOD-ECD/ Kantoor Amsterdam, dossiernummer [nr], opgenomen als AH/625 bijlage 3 en/of 9 en/of 13), en/of
- -
ETS The Netherlands (Amstelveen) (zie het proces-verbaal van de FIOD-ECD/Kantoor Amsterdam, dossiernummer [nr], opgenomen als AH/635 bijlage 10), en/of
- -
TST GmbH (Nordhorn/Duitsland) (zie het proces-verbaal van de FIOD-ECD/Kantoor Amsterdam, dossiernummer [nr], opgenomen als AH/625 bijlage 1 en/of 7) en/of
- -
TST Industriemontage en Leidingbouw BV (Amsterdam) (zie het proces-verbaal van de FIOD-ECD/Kantoor Amsterdam, dossiernummer [nr], opgenomen als AH/625 bijlage 2 en/of 8),
zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen,
(telkens) opzettelijk valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of vervalst, en/althans valselijk heeft/hebben doen en/of laten opmaken en/of vervalsen door (een) ander(en), immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn, verdachtes, mededader(s), valselijk in strijd met de waarheid – zakelijk weergegeven –
- -
op/in dat/die geschrift(en) hogere en/of andere en/of onjuiste kosten (van werkzaamheden en/of materiaal en/of manuren en/of BTW) en/of (een) hogere en/of onjuist(e) (eind)bedrag(en) vermeld en/of doen vermelden en/of aangegeven en/of doen aangeven, en/of
- -
op/in dat/die geschrift(en) (een) werkzaamhe(i)d(en) en/of levering(en) {(van (een) dienst(en) en/of goeder(en)} vermeld en/of doen vermelden en/of aangegeven en/of doen aangeven, die (in het geheel) niet, in elk geval niet voor zulk(e) bedrag(en), had(den) plaatsgevonden door (een of meer medewerk(st)(er)(s) van) [D] en/of [E] en/of [I] en/of [F] en/of [A], in elk geval op/in dat/die geschrift(en) met betrekking tot door en/of namens [D] en/of [E] en/of [I] verrichtte werkzaamhe(i)d(en) en/of levering(en) (een) onjuiste omschrijving(en) vermeld en/of doen vermelden en/of aangegeven en/of doen aangeven,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
Artikel 225, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht
Artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht
Subsidiair:
[A], op een of meer tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 22 juli 1999 tot en met 22 maart 2006, te Amsterdam en/of Vierhouten (Gemeente Nunspeet) en/of Ommen en/of elders in Nederland en/of te Nordhorn en/of Winsen a/d Aller en/of elders in Duitsland en/of te Calpe, Alicante en/of elders in Spanje, tezamen en in vereniging met [D] (i.o.) en/of [E] (BV) en/of [I] en/of [J] en/of [K] en/of (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, een of meerdere (schriftelijk(e)) document(en), te weten een of meerdere (verkoop)factu(u)r(en),
- -
afkomstig en/of ten name van [D] (i.o.) (hierna [D] genoemd), en/of
- -
afkomstig van [E] (hierna [E] genoemd), en/of
- -
afkomstig van [I],
gericht en/of verstrekt en/of verzonden aan
- -
ETS GmbH(Rohr - & Anlagenbau) (Germany) (zie het proces-verbaal van de FIOD-ECD/ Kantoor Amsterdam, dossiernummer [nr], opgenomen als AH/625 bijlage 3 en/of 9 en/of 13), en/of
- -
ETS The Netherlands (Amstelveen) (zie het proces-verbaal van de FIOD-ECD/Kantoor Amsterdam, dossiernummer [nr], opgenomen als AH/635 bijlage 10), en/of
- -
TST GmbH (Nordhorn/Duitsland) (zie het proces-verbaal van de FIOD-ECD/Kantoor Amsterdam, dossiernummer [nr], opgenomen als AH/625 bijlage 1 en/of 7),en/of
- -
TST Industriemontage en Leidingbouw BV (Amsterdam) (zie het proces-verbaal van de FIOD-ECD/Kantoor Amsterdam, dossiernummer [nr], opgenomen als AH/625 bijlage 2 en/of 8),
zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) opzettelijk valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of vervalst, en/althans valselijk heeft/hebben doen en/of laten opmaken en/of vervalsen door (een) ander(en), immers heeft/hebben die [A] en/of zijn mededader(s), toen en daar valselijk in strijd met de waarheid, – zakelijk weergegeven –
- -
op/in dat/die geschrift(en) hogere en/of andere en/of onjuiste kosten (van werkzaamheden en/of materiaal en/of manuren en/of BTW) en/of (een) hogere en/of onjuist(e) (eind)bedrag(en) vermeld en/of doen vermelden en/of aangegeven en/of doen aangeven, en/of
- -
op/in dat/die geschrift(en) (een) werkzaamhe(i)d(en) en/of levering(en) {(van (een) dienst(en) en/of goeder(en)} vermeld en/of doen vermelden en/of aangegeven en/of doen aangeven, die (in het geheel) niet, in elk geval niet voor zulk(e) bedrag(en), had(den) plaatsgevonden door (een of meer medewerk(st)(er)(s) van) [D] en/of [E] en/of [I] en/of [F] en/of [A], in elk geval op/in dat/die geschrift(en) met betrekking tot door en/of namens [D] en/of [E] en/of [I] verrichtte werkzaamhe(i)d(en) en/of levering(en) (een) onjuiste omschrijving(en) vermeld en/of doen vermelden en/of aangegeven/of doen aangeven,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst
te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
Tot/bij welk(e) misdrij(f)(ven) hij, verdachte, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 22 juli 1999 tot en met 22 maart 2006, te Amsterdam en/of Vierhouten (Gemeente Nunspeet) en/of Ommen en/of elders in Nederland en/of te Nordhorn en/of Winsen a/d Aller en/of elders in Duitsland, (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest, door (telkens) opzettelijk een of meer omschrijving(en) voor bovengenoemde factu(u)r(en) (die waren gericht en/of verstuurd en/of verzonden aan bovenbedoelde TST en/of ETS te Nederland en/of te Duitsland) aan te leveren en/of mede te delen en/of door tegeven aan zijn, verdachtes, mededader(s) en/of (een) ander(en), en/of (een afschrift(en) van) deze factu(u)r(en) (als boekhouder en/of administrateur van voornoemde [D] en/of [E] en/of [I]) goed te keuren en/of in de/die administratie(s) te verwerken en/of op te nemen en/of (een afschrift(en) van) deze factu(u)r(en) te verzenden en/of te verstrekken aan bovenbedoelde TST en/of ETS te Nederland en/of te Duitsland) en/of aan (een) ander(en);
Artikel 225, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht
Artikel 48 van het Wetboek van Strafrecht
1.2. Uitleg van de tenlastelegging
Ten aanzien van het onder 1 subsidiair en 2 subsidiair tenlastegelegde:
De rechtbank begrijpt de tenlastelegging aldus dat de steller daarvan heeft beoogd [verdachte] het verwijt te maken dat hij verdachte in het jaar 2003, in het jaar 2004, in het jaar 2005 en in het jaar 2006, dus telkens in elk van die jaren en dus in zoverre meermalen, de bedrijfsadministratie van de in de tenlastelegging genoemde vennootschappen valselijk heeft opgemaakt door in dat samenstel van geschriften in elk van die jaren valse facturen, zoals in de tenlastelegging nader aangeduid, op te nemen en te verwerken, waardoor in elk van die jaren de bedrijfsadministratie een vals beeld geeft van de uit de bedrijfsadministratie af te leiden rechten en plichten van de vennootschappen.
- 2.
Voorvragen
Verdachte heeft op dit punt geen verweer gevoerd en ambtshalve is geen beletsel voor vervolging bij deze rechtbank gebleken.
- 3.
Redengevende feiten
De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden i.
- 3.1.
[L] is voorzitter van het management en lid van de raad van bestuur van de Canadese vennootschap World Point Terminals Inc. waarvan hij grootaandeelhouder is. Zij is indirect eigenaar van [M], verder [M], die op haar beurt alle aandelen houdt of hield in Europoint Terminals Netherlands BV, verder Europoint.ii
[L] was ook directeur van Europoint, maar liet de dagelijkse leiding daarvan over aan verdachte [A]. [A] was tot zijn ontslag op 24 augustus 2006 in dienst van [M] en eveneens statutair directeur van Europoint. Hij was in de tenlastegelegde periode gehuwd met verdachte [F], hierna ook [F], en is in september 2007 in staat van faillissement verklaard.iii Het huwelijk is vanwege de verdenkingen tot een einde gekomeniv. Inmiddels wonen [A] en [F] weer samen.v
[F] is of was (al dan niet rechtstreeks) eigenaar en directeur van de eenmanszaak [EE] vi, van [E]vii, samen ook [E] te noemen, van de eenmanszaak Bouwkundig en Milieuadviesbureau [D], van [D] BV, samen ook [D] te noemen, van [M] BV, verder [M], en van de Spaanse vennootschap [I], verder [I]viii. Aan deze entiteiten gaf [A] feitelijk leiding ix.
[F] drijft een schoonheidssalon in de door haar (middellijk) gehouden vennootschap [O].
Zij is de zuster van [P] die enig directeur en aandeelhouder is[C], verder [C].x
Verdachte [B] was tot zijn ontslag eind 2006 xi in dienst van [C]. als hoofd van haar bedrijfsbureau.xii
Verdachte [G] was tot zijn ontslag op 30 augustus 2006 in dienst van [M] en hoofd van de financiële afdeling van Europoint. Op zijn naam staat de eenmanszaak [H], verder [H], volgens inschrijving in het handelsregister een boekhoudkantoor.xiii
Verdachte [verdachte] drijft de eenmanszaak Advies- en Administratiekantoor [Q], dat de boekhouding deed van onder meer een deel van de bedrijven die op naam staan of stonden van [F]. Tot augustus 2006 verrichtte hij tevens boekhoudkundige werkzaamheden voor Europoint.xiv
Verdachte [K] was ook voor hij in juni 2006 hiervan de directeur werd, de feitelijk leidinggevende van de Duitse vennootschap TST GmbH en haar dochter TST Industriemontage en Leidingbouw BV, samen ook TST te noemen.xv
Verdachte [J], die de Duitse nationaliteit heeft, is eigenaar en directeur van ETS GmbH en van de eenmanszaak [ETS], samen ook ETS te noemen.xvi
- 3.2.
Van 1999 tot omstreeks 2007 exploiteerde Europoint in de Amsterdamse haven een opslagbedrijf voor brandstoffen.
Voor het onderhoud en de verbetering van haar installaties heeft zij in die periode werkzaamheden uitbesteed aan [C]., TST en ETS. De opdrachten aan deze bedrijven werden namens Europoint steeds gegeven door [A].xvii
- 3.3.
[B] en [A] hebben - naar zij hebben erkendxviii - in onderling overleg bedragen die [C]. voor haar werkzaamheden aan Europoint in rekening mocht brengen, op de hiervoor door [C]. aan Europoint uitgebrachte facturen opgehoogd, waarna [E], [D] of [M] aan [C]. telkens ongeveer 90 % van het door [C]. teveel gefactureerde aan [C]. in rekening heeft gebracht. De facturen van en aan [C]. zijn voldaan.xix Voor de betalingen aan [C]. heeft [A] opdracht en heeft [G] zijn fiat gegeven.xx Beiden parafeerden de facturen.xxi
- 3.4.
Op de desbetreffende facturen van [E], [D] en [M], die samen in de periode van juni 2001 tot april 2006 in totaal aan [C]. ruim € 963.000,- in rekening hebben gebracht, xxii is in strijd met de waarheid telkens vermeld dat daarmee aan [C]. geleverde diensten of goederen in rekening werden gebracht.xxiii
- 3.5.
De bedrijfsadministratie van [E] is niet teruggevonden zodat niet kan worden vastgesteld of de door haar uitgebrachte facturen in haar boekhouding zijn verwerkt. Vast staat wel dat in de administraties van de andere vennootschappen de door hen uitgebrachte en ontvangen facturen zijn opgenomen en verwerkt.xxiv
- 3.6.
[G] heeft in de jaren 2003, 2004 en 2005 van [D] bijna € 320.000 ontvangen. [H] heeft hiervoor aan [D] in die periode bijna 60 facturen uitgebracht. Op de facturen staan allerlei omschrijvingen vermeld die, naar [G] heeft erkend xxv, onjuist zijn. Voor een overzicht van die omschrijvingen verwijst de rechtbank naar bijlage 14 bij AH 625.
- 3.7.
In de jaren 1999 tot en met 2006 hebben [E], [D], [M] en [I] aan TST en ETS in totaal bijna 3 miljoen euro in rekening gebracht, een en ander zoals vermeld in onderstaand overzichtxxvi:
Bijlage
Facturen van [I]. aan
Periode
Incl. BTW
1
TST GmbH
06-12-2004 t/m 14-03-2006
€ 337.702,00
2
TST Amsterdam
Maart 2005
€ 22.214,00
3
ETS GmbH
02-06-2005 t/m 06-03-2006
€ 218.223,00
Facturen van [M] B.V. aan
5
ETS GmbH
11-01-2006 t/m 06-03-2006
€ 26.320,00
Facturen van [D] (B.V.) aan
7
TST GmbH
03-03-2003 t/m 06-03-2006
€ 791.763,00
8
TST Amsterdam
10-02-2003 t/m 11-10-2005
€ 270.360,00
9
ETS GmbH
10-02-2003 t/m 02-12-2005
€ 543.400,00
10
ETS Amsterdam
11-07-2003 t/m 11-01-2006
€ 193.256,00
Facturen van [E] (B.V.) aan
13
ETS GmbH
22-07-1999 t/m 22-11-2002
€ 559.365,00
€ 2.962.603,00
Voor de omschrijvingen op de facturen van de tegenprestaties waarvoor werd gefactureerd, verwijst de rechtbank naar bijlagen 1 t/m 13 van AH 625.
- 3.8.
[K]xxvii en [J]xxviii hebben verklaard dat TST en ETS de facturen hebben betaald en dat tegenover de betalingen in veel gevallen geen andere tegenprestatie stond dan de toezegging van [A] dat hun bedrijven hun dienstverlening aan Europoint zouden kunnen voortzetten. [A] heeft verklaard dat de tegenprestatie voor een deel van het gefactureerde hieruit bestond dat hij [K] en [J] bij andere opdrachtgevers heeft geïntroduceerd en dat het dus deels om provisie- of commissiebetalingen ging.xxix Zij hebben hiermee toegegeven dat de omschrijvingen van veel van de facturen vals zijn.
- 3.9.
De facturen maken deel uit van de boekhoudingen van TST en ETS en die, welke zijn uitgebracht door [D], [M] en [I], zijn ook opgenomen in de boekhoudingen van die vennootschappen.xxx
- 3.10.
[A] erkent xxxi dat hij voor [L] heeft verzwegen dat hij via de op naam van [F] staande vennootschappen de hiervoor onder 3.3 en 3.8 bedoelde betalingen heeft ontvangen en dat hieraan de hiervoor vermelde met [B], [K] en [J] gemaakte afspraken ten grondslag lagen.
- 4.
Beoordeling ten gronde
- 4.1.
Vrijspraak van de feiten 1 primair, 2 en 4
Anders dan de officier van justitie acht de rechtbank deze feiten niet bewezen.
In het dossier bevinden zich geen bewijsmiddelen waaruit kan worden afgeleid dat [verdachte] feitelijk betrokken is geweest bij het opmaken van facturen van [R] en/of [E] aan [C]. en/of van facturen gericht aan TST en/of ETS. Dit betekent dat [verdachte] van het hem onder 1, 2 primair en 4 primair tenlastegelegde moet worden vrijgesproken.
Verdachte dient eveneens van het onder 2 subsidiair tenlastegelegde te worden vrijgesproken gelet op de vaststelling onder 3.5. Weliswaar bevinden zich facturen van [E] in het dossier die komen uit de administraties van [C]., Europoint, TST en ETS. De rechtbank gaat ervan uit dat verdachte deze facturen in de administratie van [E] heeft verwerkt; dit kan echter niet worden bewezen, nu deze boekhouding er niet (meer) is.
Ook van het hem onder 4 subsidiair tenlastegelegde moet [verdachte] worden vrijgesproken. Er bevindt zich in het dossier geen bewijs dat hij aan [A] omschrijvingen heeft geleverd voor diens facturen aan TST en/of ETS of dat hij deze facturen zou hebben goedgekeurd of verzonden. Wel kan worden bewezen verklaard dat [verdachte] deze facturen heeft verwerkt in de administratie van [D]. Dit kan evenwel geen medeplichtigheid opleveren aan het vervalsen van die facturen, nu het verwerken in de administratie per definitie pas plaatsvindt (lang) nadat de facturen zijn opgemaakt en uitgebracht.
- 4.2.
Verweer dat van valsheid in geschrift geen sprake is en te dien aanzien de wederrechtelijkheid ontbreekt
- 4.2.1.
Standpunt van de verdediging
Een valse omschrijving leidt niet tot de valsheid: het is in onderhavige casus niet een integrerend deel van het geschrift.
De facturen vervullen in het maatschappelijk verkeer niet een functie dat deze ‘zonodig jegens derden’ tot misleiding kunnen leiden.
Europoint zou ook zonder de juiste omschrijving misleid worden. De onjuistheid van de omschrijving heeft geen enkele functie in de misleiding. Daarom ontbreekt het oogmerk van misleiding.
Nu alleen [D] en [E] en de fiscus (die laatste wordt niet misleid) de facturen onder ogen krijgen, kan het oogmerk op misleiding niet worden bewezenverklaard. Dit dient te leiden tot ontslag van alle rechtsvervolging.
De raadsman heeft bij dupliek opgemerkt dat het gebruik niet heeft plaatsgevonden, maar ook niet heeft kúnnen plaatsvinden.
- 4.2.2.
Oordeel van de rechtbank
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat het verweer dient te worden verworpen.
De omschrijvingen maken integraal deel uit van de facturen en dienen als aanduiding en daarmee ook als bewijs van de tegenprestatie waarvoor wordt gefactureerd.
Overeenkomstig het oogmerk van de betrokkenen dienden en hebben de valse omschrijvingen ertoe gediend om het management van World Point Terminals, in het bijzonder [L], en daarmee Europoint, te misleiden. Dat gold ook voor externe accountants en de fiscus. Voorkomen moest worden dat laatstgenoemden zelfs maar lastige vragen zouden stellen.
Met behulp van de valse omschrijvingen werd immers opzettelijk verdoezeld dat door Europoint aan [C]. teveel werd gefactureerd en betaald, dat 90 % van de opbrengst daarvan terecht kwam bij een vennootschap van [F] en dat de vennootschappen van [F] steekpenningen ontvingen.
4.3 Ten aanzien van feiten 1 en 2 subsidiair voorts
- 4.3.1.
Standpunt van de verdediging
Verdachte moest de administratie opmaken, dit was zijn beroep. Dit leidt ertoe dat hij dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Subsidiair: de wetenschap aan de zijde van verdachte ontbreekt. Er is ook geen sprake van voorwaardelijk opzet. Er was geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de facturen.
Evenmin was er sprake van bewuste aanvaarding. Immers, het voeren van een project-administratie duidde juist op secuur werk door verdachte.
- 4.3.2.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft bij repliek aangevoerd dat zij het standpunt van de raadsman dat er geen sprake is van een strafbaar feit niet deelt. De Hoge Raad deelt het standpunt van de raadsman evenmin, blijkens uitspraken gedaan in 1985 en 2006.
Ten aanzien van de wetenschap: de verdachte heeft zelf verklaard dat hij beide administraties zag. Hij had moeten zien dat het niet klopte.
Voor de valsheid van een geschrift is voldoende dat de aanmerkelijke kans op valsheid wordt geaccepteerd.
De niet tenlastegelegde facturen tellen wel bij de aanmerkelijke kans. Als er sprake is van twijfel over de juistheid van een inkoopfactuur dan is die twijfel er ook bij de verkoopfactuur. Dat is zeker het geval als verdachte de administratie rommelig krijgt aangeleverd, zoals verdachte ter zitting heeft verklaard.
- 4.3.3.
Oordeel van de rechtbank
- 4.3.3.1.
De rechtbank overweegt ten aanzien van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht en ook overigens ten aanzien van het bewijs van beide feiten het volgende.
Onder 1 en 2 subsidiair wordt [verdachte], kort gezegd, verweten dat hij heeft meegewerkt aan het vervalsen van de bedrijfsadministraties van [D] en [E] door daarin op te nemen en te verwerken valse facturen van die bedrijven gericht aan [C].
- 4.3.3.2.
Op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting kan het volgende worden vastgesteld. [verdachte] werkt als boekhouder vanuit zijn eenmanszaak [Q], gevestigd aan de [adres]. Hij deed de boekhouding van [E], [D], [M] en [O] (welke vennootschappen van [F] zijn of waren, maar die, behoudens de laatstgenoemde vennootschap, werden geleid door [A]) en verzorgde ook de persoonlijke fiscale administratie van het echtpaar [A] xxxii xxxiii xxxiv. Ook verzorgde [verdachte] de administratie en fiscale zaken van [T], het bedrijf van [S], een dochter van [A]xxxv xxxvi. Hij deed dit ook voor een andere dochter van [A], [AA]xxxvii. Tot 2000 heeft [verdachte] de administratie gevoerd bij Europoint, waarvoor hij vanaf dat jaar -niet meer in loondienst- de verslaglegging conform Canadian GAAP verzorgde xxxviii. Voorts verzorgde [verdachte] de boekhouding van de manege van [U] xxxix en van [V], een bedrijf van [W].
- 4.3.3.3.
De administratie van [E], die door [verdachte] werd verzorgd, is niet teruggevonden. De onderneming zou zijn verkocht, waarbij de administratie aan de, niet bekende, koper zou zijn meegeleverd. In het kantoor van [verdachte] aan de [straatnaam] is wel de administratie van [D] aangetroffen xl. Vastgesteld is dat die administratie veel valse facturen bevatte voor in totaal grote bedragen. Ook [E] heeft vele valse facturen verzonden. Het gaat om facturen van deze bedrijven gericht aan [C]., waar geen werkzaamheden tegenover hebben gestaan. Deze facturen dienden om de door [C]. bij Europoint teveel in rekening gebrachte bedragen af te romen en door te sluizen naar [E] en [D]. Ook hebben laatstgenoemde bedrijven veel valse facturen doen uitgaan aan TST en ETS, die de door hen aan [A] betaalde steekpenningen moesten maskeren.
- 4.3.3.4.
[verdachte] heeft deze valse facturen verwerkt in de administratie van [D] en naar mag worden aangenomen ook in die van [E], door ze te voorzien van een stempel “geboekt” en ze op te bergen in de daarvoor bestemde ordners. Naar eigen zeggenxli kreeg [verdachte] alle in- en uitgaande facturen onder ogen. Hij heeft dus kunnen zien dat [D] en [E] voor -blijkens de factuuromschrijvingen- zeer uiteenlopende werkzaamheden voor in totaal zeer hoge bedragen rekeningen indienden bij [C]. Zo heeft [D] in de periode 2003 tot 2006 in totaal € 696.753,= aan [C]. gefactureerd xlii. [verdachte] heeft verder de rekeningen van [D] en [E] aan TST en ETS voorbij zien komen; ook deze beliepen enorme bedragen xliii. De volgens de factuuromschrijvingen door [D] verrichte werkzaamheden behelzen onder andere projectcoördinatie, calculaties, milieuadviezen, levering van brandstof, sloopadviezen, vergunningadviezen, begeleiding van sloop- en bouwwerk, administratieve ondersteuning, levering van computerprogramma’s, leveren van opslagloods, vervoer, materialen, onderhandelingen, levering van een auto, het verstrekken van een lening, het geven van arbo-training, het leveren van 600 manuren voor nieuwbouw en 175 manuren voor diverse projecten xliv.
- 4.3.3.5.
De hoeveelheid uitgaande facturen van [D] en [E], de uiteenlopende werkzaamheden die daaraan ten grondslag zouden hebben gelegen en de daarmee gemoeide bedragen duiden op een grote activiteit van beide bedrijven.
[D] en [E] waren feitelijk van [A], maar stonden op naam van diens echtgenote [F]. Uit het dossier blijkt niet dat op hun privé-adres in Vierhouten omvangrijke bedrijfsactiviteiten werden ontplooid. [verdachte] kwam daar een of twee keer per maand over de vloer xlv, dus hij kon zien dat daar niet veel gebeurde. Hetzelfde gold voor de andere kantoorruimten die [D] huurde. [D] huurde van een andere klant van [verdachte], [W], kantoorruimte aan de [adres]. Volgens [W ]xlvi hield die daar zelf kantoor en stond er op verzoek van [A] een bureau van [D] in de hoek, waar feitelijk niemand zat. Ook daar kwam [verdachte] over de vloer en ook daar heeft hij dus geen activiteit van [D] kunnen waarnemen. Verder heeft [D] –tegelijkertijd- het eigen kantoor van [verdachte] aan de [straatnaam] gehuurd, terwijl [verdachte] daar zelf ook kantoor bleef houden. Er zijn geen aanwijzingen dat [verdachte] in die periode enige activiteit van [D] op dat adres heeft mogen meemaken.
[A] was, zo wist ook [verdachte], als directeur fulltime in dienst van Europoint. Dat hij naast die functie –waarin [A] naar eigen zeggen 7 dagen per week, 24 uur per dag voor Europoint klaarstond- een zo grote hoeveelheid andere activiteiten zou kunnen verrichten, lag bepaald niet voor de hand.
[verdachte] heeft verklaard dat hij niet wist wie de werkzaamheden van [E] en [D] feitelijk verrichtten. Hij heeft geen mensen in de loonadministratie zien staan xlvii. Hij zou wel inkoopfacturen hebben gezien voor ingehuurd personeel, maar uit het dossier blijkt niet dat dergelijke facturen in de administratie zijn aangetroffen xlviii. De enige ingehuurde derde die [verdachte] kan noemen, is [G]. [G] heeft via zijn eenmansbedrijf [H] van 2003 tot 2006 in totaal € 319.984,= gefactureerd aan [D]xlix. Dit staat in geen verhouding tot de bedragen die [D] bij derden in rekening bracht. Bovendien was ook [G] fulltime in dienst van Europoint, zodat hij evenmin als [A] alle activiteiten van [D] voor zijn rekening kan hebben genomen.
- 4.3.3.6.
[verdachte] stelt zich op het standpunt dat het niet zijn taak als boekhouder is om de facturen op juistheid te controleren. Dit is op zichzelf juist, maar naar het oordeel van de rechtbank hadden de uitgaande facturen van [E] en [D], gezien de hiervoor beschreven omstandigheden, wel degelijk vragen moeten oproepen bij [verdachte]. Dat er in het geheel geen vragen bij hem rezen, zoals [verdachte] stelt, vindt de rechtbank dan ook niet geloofwaardig.
- 4.3.3.7.
Er zijn, behalve de facturen van [E] en [D] aan [C]., TST en ETS, meer facturen in de administratie aangetroffen die tot vragen aanleiding zouden moeten geven, of waarvan [verdachte] zelfs zonder meer kon weten dat deze niet in de haak waren. In de administratie van [D] is een factuur aan TST ingeboekt met de omschrijving “inzake spuitcabine incl. compressor”l. Op deze factuur was een memosticker aangebracht met de aan [verdachte] gerichte tekst “[voornaam], dit is de Magic Tan”. [verdachte] heeft ter zitting verklaard dat hij aannam dat het een technisch apparaat betrof li. Deze verklaring acht de rechtbank niet geloofwaardig, gelet op de tekst op de memosticker in combinatie met het feit dat in de -eveneens door [verdachte] gevoerde- administratie van [O] een factuur is aangetroffen voor de levering van een Magic Tan bruiningscabine plus compressor lii. Volgens [K] van TST is een dergelijk apparaat nooit aan hem geleverd, maar diende de factuur om de betaling van steekpenningen te maskeren liii. Verder heeft [verdachte] in de administratie van [D] facturen opgenomen van een bouwbedrijf dat bouwwerkzaamheden zou hebben verricht in het pand aan de [adres]liv. Zoals hiervoor al is overwogen, wist [verdachte] dat [D] feitelijk geen kantoor hield in dat pand. Volgens [W], de verhuurder van het pand, zijn daar zeker geen bouwwerkzaamheden verricht voor [D]lv. Ook de facturen die [verdachte] zelf aan [D] heeft gericht voor de huur van zijn kantoorwoning aan de [straatnaam], konden niet juist zijn. [verdachte] heeft over het jaar 2003 € 2.000,= huur per maand ontvangen van [D]lvi, terwijl hij volgens eigen zeggen lvii pas in 2004 elders is gaan wonen. Hij wist dus dat [D] huur betaalde voor ruimte die zij feitelijk niet betrokken had. Ten slotte kan nog worden gewezen op de facturen die [S] via [T] aan [D] stuurde lviii. Deze 35 facturen belopen een totaal van € 86.000,=, terwijl bij onderzoek in de administratie van [T] geen bewijs is aangetroffen dat dit bedrijf enige werkzaamheden voor [D] verrichtte. [verdachte] voerde ook de administratie van [T] en moet dit dus hebben gezien.
- 4.3.3.8.
Tegen deze achtergrond gaat het verweer van [verdachte], dat hij geen bedenkingen bij de door hem ingeboekte facturen behoefde te hebben, niet op. [verdachte] heeft wel degelijk geweten, of in ieder geval moeten vermoeden, dat het verwerken van de facturen een vervalste administratie opleverde.
- 4.3.3.9.
De rol van [verdachte] is evenwel niet beperkt gebleven tot het klakkeloos in de administratie verwerken van de valse facturen. De rechtbank is van oordeel dat [verdachte] het als zijn taak heeft gezien de administraties van de verschillende aan [A] gelieerde bedrijven “recht te trekken”. In feite heeft hij dit met zoveel woorden tegen de FIOD-medewerkers gezegd die in maart 2006 zijn kantoor kwamen doorzoeken. Immers, “hij moest de cijfers kloppend maken”lix. [verdachte] was de aangewezen persoon om hiervoor te zorgen, aangezien hij beschikte over de cijfers van alle aan het echtpaar [A] gelieerde bedrijven, maar ook hun privé-administratie, de administratie van “leverancier” [T], die van de verhuurder van het “kantoorpand” van [D], [W], en die van de manege van [U], met wie [A] eveneens zakelijke banden had, deed. [verdachte] was dus bij uitstek in staat ervoor te zorgen dat de verschillende boekhoudingen op elkaar aansloten.
[G] heeft met zoveel woorden verklaard lx dat [verdachte] zich bezighield met het kloppend maken van de boekhouding. Volgens [G] gaf [verdachte] aan hem door welke omschrijvingen hij moest zetten op de facturen van [H] aan [D]. Deze omschrijvingen komen veelal nauwkeurig overeen met de omschrijvingen op de facturen van [D] aan TST en ETS; een springend voorbeeld is de factuur voor de Hallenklimatisierung in Emden lxi. Verder heeft [F] verklaard dat zij soms van [verdachte] stukken moest ondertekenen. Een van die stukken is een aan [verdachte] zelf gerichte brief waarin [F] meedeelt dat zij de van TST ontvangen lening in privé heeft afgelost lxii. Volgens [F] heeft zij nooit een lening van TST ontvangen lxiii, hetgeen door [K] van TST wordt bevestigd lxiv. Ook heeft [F] verklaard dat zij op verzoek van [verdachte] wel eens een technisch rapport in elkaar heeft geflanst met behulp van op het internet gevonden informatie lxv. Dat [verdachte] het niet zo nauw nam met de waarheid –met het oog op het behoud van de grote klant [A] c.s.- wordt verder onderstreept door de kwestie rond de zogenaamde sloop van 3 vakantiehuisjes. Uit een telefoongesprek tussen [A] en [verdachte] kan worden opgemaakt dat [verdachte] op zoek is naar mogelijkheden om de winst van [D] te drukken lxvi. [verdachte] oppert in dat gesprek dat hij wat vakantiehuisjes zou kunnen afboeken en dat [A] wellicht een factuur van [C]., of iets dergelijks, zou kunnen regelen inzake de sloopkosten die dan ongeveer € 10.000,= moeten bedragen. In de administratie van [D] bevindt zich een dergelijke factuur van [C].lxvii, maar volgens [P] is deze helemaal niet van [C]. afkomstig; [A] zou hem hebben vervalstlxviii. Van sloop van de 3 huisjes is ook geen sprake, zo blijkt uit de verklaringen van de latere kopers van de huisjes lxix. Voor [verdachte] was zonneklaar dat de huisjes helemaal niet gesloopt waren en dat kon hem ook niet schelen, als hij de huisjes maar kon afboeken in de administratie. Op dezelfde manier maakte het [verdachte] niet uit of de aan een factuur ten grondslag liggende werkzaamheden wel echt geleverd waren, als alles op papier maar in orde was.
4.3.3.10 De conclusie uit al het voorgaande is dat [verdachte] willens en wetens –samen met [A]- de administraties van [D] en [E] heeft vervalst door in die administraties valse facturen op te nemen aan [C].
Als gezegd was daarbij, anders dan de raadsman heeft aangevoerd, het oogmerk van misleiding wel degelijk aanwezig. De onjuiste factuuromschrijvingen dienden immers om de ware aard van de betalingen te verhullen: in het geval van TST en ETS het betalen van steekpenningen en in het geval van [C]. het doorsluizen van bij Europoint door middel van oplichting verkregen betalingen.
Zoals hiervoor onder 4.1 is overwogen moet vrijspraak voor het onder 2 subsidiair tenlastegelegde volgen, omdat het technisch bewijs daarvoor ontbreekt. Het onder 1 subsidiair tenlastegelegde acht de rechtbank wel wettig bewezen.
- 4.4.
Ten aanzien van feit 3
- 4.4.1.
Standpunt van de verdediging
Verdachte was niet op de hoogte van het oogmerk van de organisatie. Verdachte ontving niets ‘extra’, hetgeen erop duidt dat hij ook niets ‘extra’s’ deed.
Verdachte is niet uitgenodigd voor de bijeenkomst bij [A] thuis.
Ten aanzien van de taps: niets van hetgeen daarin naar voren zou komen heeft de dagvaarding gehaald.
De taps zijn kwaadwillend gelezen.
Ten aanzien van andere inkoopfacturen: er blijkt niet van wetenschap van de feitelijke situatie, noch van opzetjes.
Over de vermeende afstemming van de in- en verkoop: verdachte behoeft niets te zijn opgevallen. Het hoeft verdachte niet zijn opgevallen dat er iets niet klopte.
Verdachte was niet de eerste boekhouder van [A]. Er blijkt niet van enige betrokkenheid van verdachte bij de modus.
Tot slot: er blijkt niet van een organisatie. Een gemeenschappelijke doelstelling en gemeenschappelijke regels ontbreken. Al met al moet worden geconcludeerd dat er geen wetenschap aanwezig is bij verdachte. Ook kan het oogmerk niet worden bewezenverklaard. Dit dient tot vrijspraak te leiden.
- 4.4.2.
Oordeel van de rechtbank
[A] heeft stelselmatig en gedurende langere tijd Europoint opgelicht door samen met [B] de facturen van [C]. op te hogen. Zij hebben er met behulp van valse facturen voor gezorgd dat 90 % van de opbrengst terecht kwam bij de vennootschappen van [F].
[F] heeft hiervoor haar vennootschappen ter beschikking gesteld. Zij moet hebben geweten dat deze vennootschappen door [A] voor voormeld doel werden gebruikt. Zij heeft met [A] goed van de opbrengst van de fraude geleefd.
[verdachte] zorgde ervoor dat de valse facturen in de administraties van [E] en [D] werden verwerkt en dat de boekhoudingen van de diverse aan [A] gelieerde bedrijven op elkaar aansloten. Dankzij [verdachte]s werk kon de fraude niet gemakkelijk aan het licht komen, omdat alles op het oog leek te kloppen. [verdachte] onderhield hiertoe regelmatig contact met [A] in Vierhouten. Hij bedacht opzetjes om de boekhoudingen kloppend te maken en liet in dit kader bijvoorbeeld [F] valse stukken tekenen en [G] valse omschrijvingen op facturen zetten. Hij had op zijn minst moeten vermoeden dat [A] op grote schaal fraude pleegde.
Ook [G] moet dit op zijn minst hebben vermoed. Hij kreeg maandelijks van [A] via de vennootschappen van [F] extra salaris betaald waartegenover hij geen noemenswaardige legale tegenprestaties heeft gesteld. [G] bracht daarvoor in samenwerking met [verdachte] valse facturen uit. [G] moet hebben begrepen dat [A] tenminste zijn stilzwijgen kocht. [G] moest onder meer de betalingen aan [C]. fiatteren.
[A] gaf leiding aan dit langdurige samenwerkingsverband waarin ieder zijn eigen rol had. Deze vorm van samenwerking kan worden aangemerkt als een criminele organisatie zoals bedoeld in art. 140 Sr, die het oogmerk had Europoint met behulp van valse facturen op te lichten, de opbrengst daarvan te helen of met behulp van valse facturen wit te wassen en dit alles verborgen te houden met behulp van valse facturen en vervalste boekhoudingen.
Dit en hetgeen hiervoor onder 4.3.3 is overwogen, weerlegt het standpunt van de verdediging.
- 4.5.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1 subsidiair.
op tijdstippen in de periode van 10 februari 2003 tot en met 6 februari 2006 te Amsterdam en/of Vierhouten (Gemeente Nunspeet) en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met [A] en [D] BV (hierna [D]) telkenjare de bedrijfsadministratie die bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, telkens opzettelijk valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte en mededaders, opzettelijk in de bedrijfsadministratie van [D], zijnde een samenstel van geschriften bestemd om tot bewijs van het daarin vermelde te dienen, valse geschriften, te weten afschriften van verkoopfacturen gericht en verstrekt of verzonden aan [C] opgenomen en verwerkt, bestaande die valsheden hierin, dat in strijd met de waarheid – zakelijk weergegeven –
- -
in die geschriften hogere en onjuiste kosten van werkzaamheden en/of materiaal en/of manuren en BTW en hogere en onjuiste eindbedragen waren vermeld en
- -
in die geschriften werkzaamheden en/of leveringen van diensten en/of goederen waren vermeld, die in het geheel niet hadden plaatsgevonden,
zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
3.
op tijdstippen in de periode van 7 juni 2001 tot en met 28 februari 2006 te Amsterdam en Vierhouten (Gemeente Nunspeet) en/of elders in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband van natuurlijke en rechtspersonen, bestaande uit onder meer hem, verdachte, en [A] en [D] BV en [E] en [B] en [F] en [G], welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het meermalen
- -
plegen van oplichting met betrekking tot Europoint Terminals Netherlands BV en
- -
plegen van valsheid in geschrifte met betrekking tot verkoopfacturen en bedrijfsadministraties en
- -
het plegen van witwassen en heling met betrekking tot gelden verkregen uit bovengenoemde misdrijven,
bestaande die deelneming uit
- -
het doorgeven van omschrijvingen en bedragen voor vermelding in verkoopfacturen en
- -
het opnemen en boeken van de verkoopfacturen in bedrijfsadministraties en
- -
het doorgeven van relevante informatie aan een of meer van de overige leden van de organisatie.
Voorzover in de telastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
- 5.
De strafbaarheid van de feiten
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
- 6.
De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
- 7.
Motivering van de straffen en maatregelen
- 7.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van de door haar onder 1 primair, 2 primair, 3 en 4 primair bewezengeachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 (twee) jaren en dat de benadeelde partij Eurotank Amsterdam B.V. niet-ontvankelijk in haar vordering wordt verklaard.
De officier heeft in haar requisitoir opgemerkt dat het voordeel dat verdachte met het plegen van de feiten heeft behaald vooral gelegen zal zijn in het belang dat [A] had voor zijn gehele portefeuille. Verdachte kan worden verweten dat hij teveel heeft meegeveerd met de wensen van zijn cliënt en hem teveel ter wille heeft willen zijn.
- 7.2.
Standpunt van de verdediging
Doordat verdachte afscheid heeft genomen van alle werkzaamheden die konden worden gelinkt aan [A], is er sprake van een aanzienlijke omzetdaling. Ook de advocaatkosten in deze zaak zijn aanzienlijk. Verdachte is ontslagen door zijn nieuwe werkgever omdat tegen hem een strafzaak loopt. De zaak tegen verdachte loopt reeds 2 jaar en 8 maanden. Verdachte is first offender.
- 7.3.
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze voor de straf en bij de vaststelling van de hoogte daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan –kort gezegd- het in vereniging plegen van valsheid in geschrifte. Daarmee heeft verdachte tevens deelgenomen aan een criminele organisatie die het plegen van dergelijke feiten ten doel had. Feiten als deze ondermijnen het economisch systeem, waarin een belangrijke pijler is dat geschriften die tot enig bewijs kunnen dienen echt en onvervalst zijn.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte een weliswaar onmisbare maar tevens slechts faciliterende rol heeft vervuld bij het plegen van de feiten. De rechtbank rekent het verdachte hierbij aan dat hij, hoewel dat zeer wel mogelijk was, medeverdachte [A] geen nee heeft verkocht en daarmee blijk heeft gegeven van het ontberen van hoogstaande ethische normen. Dergelijke normen mogen echter bij de uitoefening van een functie als die welke verdachte had, worden verondersteld.
De rechtbank zal een lagere straf opleggen dan gevorderd omdat zij minder bewezen acht dan de officier van justitie en omdat aannemelijk is dat het uitkomen van de fraude de beroepsuitoefening van verdachte ernstig heeft geschaad. Aan de strafwaardigheid doet niet af dat verdachte van het onder 2 subsidiair tenlastegelegde wordt vrijgesproken.
Redelijke termijn
Verdachte is in het kader van deze zaak op 14 februari 2007 in verzekering gesteld. Die dag geldt als de dag waarop de op zijn redelijkheid te beoordelen termijn is aangevangen. Dat geldt niet voor de dag waarop het bedrijfadres van verdachte is doorzocht, zoals zijn raadsman heeft aangevoerd, omdat verdachte daaraan in redelijkheid nog niet de verwachting heeft mogen ontlenen dat tegen hem terzake van enig strafbaar feit strafvervolging zou worden ingesteld. De verdenking was toen nog niet op ook verdachte gericht. Op 15 november 2007 heeft een regiezitting plaatsgevonden, waarna de zaak is terugverwezen naar de rechter-commissaris voor het horen van getuigen. Op 24, 25 en 27 november 2008 heeft de inhoudelijke behandeling plaatsgevonden. Na het horen van nog een laatste getuige is de inhoudelijke behandeling op 20 en 21 april 2009 afgerond. Het onderzoek is gesloten op 12 mei 2009.
De rechtbank stelt vast dat de behandeling van de zaak ter terechtzitting zal zijn afgerond met een eindvonnis ruim 2 jaar en 3 maanden nadat de genoemde termijn is aangevangen. In beginsel staat hiervoor 2 jaar. De omvang en complexiteit van de zaak alsmede de vertraging die het onderzoek door de rechter-commissaris met zich bracht, welk onderzoek mede op verzoek van de verdediging is verricht, rechtvaardigen naar het oordeel van de rechtbank een overschrijding van 6 maanden. Daarom kan met de vaststelling dat de redelijke termijn is overschreden, worden volstaan.
Ten aanzien van de benadeelde partijen
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij Eurotank Amsterdam BV, niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor de behandeling in dit strafgeding, zoals ook de officier van justitie en de raadslieden van de verschillende verdachten hebben betoogd. Dat schade is geleden ten gevolge van de bewezenverklaarde feiten is evident, maar de hoogte daarvan is betwist, terwijl ook wordt betwist dat Eurotank Amsterdam BV de schade heeft geleden danwel tot invordering is gerechtigd.
De rechtbank zal daarom de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk verklaren.
- 8.
9. Beslissing
Verklaart het onder 1 primair, 2 en 4 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair en 3 tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4.5 is aangegeven.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
- 1.
subsidiair.
Medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
- 3.
Het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden.
Beveelt dat deze straf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
Veroordeelt verdachte voorts tot een werkstraf voor de duur van 240 uren, met aftrek van de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht naar de maatstaf van 2 uren per dag. Beveelt dat, als de verdachte de werkstraf niet naar behoren heeft verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen.
Beveelt dat verdachte de aanwijzingen en opdrachten opvolgt die hem in het kader van de tenuitvoerlegging van de taakstraf door of namens de reclassering worden gegeven.
Verklaart de benadeelde partij Eurotank Amsterdam BV niet-ontvankelijk in haar vordering.
Dit vonnis is gewezen door
mr. D.J. Cohen Tervaert, voorzitter,
mrs. W.M. de Vries en C. Kraak, rechters,
in tegenwoordigheid mr. P.C.N. van Gelderen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 mei 2009.
- i.
Waar hierna wordt verwezen naar bewijsmiddelen betreft dit telkens processtukken, behorende bij het dossier tegen de verdachten [A] (13/845032-05)[G] (13/845029-06), [F] (13/845033-06), [B] (13/993075-07), [verdachte] (13/993072-07), [K] (13/993077-07) en [J] (13/845039-06).
Waar in de hierna volgende voetnoten wordt verwezen naar de processtukken
- -
‘V’, betreft dit telkens een door de daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en) in de wettelijke vorm op ambtseed/ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal van verhoor [NN] als bedoeld in artikel 344, eerste lid onder 3 Sv, telkens inhoudende de als verdachte afgelegde verklaring van na te noemen [NN];
- -
‘G’, betreft dit telkens een door de daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en) in de wettelijke vorm op ambtseed/ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal van verhoor [NN] als bedoeld in artikel 344, eerste lid onder 3 Sv, telkens inhoudende de als getuige afgelegde verklaring van na te noemen [NN];
- -
‘AH’, betreft dit telkens een door de daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en) in de wettelijke vorm op ambtseed/ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal van bevindingen als bedoeld in artikel 344, eerste lid onder 3 Sv, telkens inhoudende de mededeling van door hem/haar/hun waargenomen of ondervonden feiten en omstandigheden;
- -
‘D’, betreft dit telkens een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 onder 5 Sv;
- -
‘Telefoongesprek’, betreft dit telkens de uitwerking van een opgenomen telefoongesprek tussen twee of meerdere na te noemen personen. De inhoud van deze gesprekken is telkenmale vervat in een proces-verbaal gelijk aan een proces-verbaal als hiervoor onder ‘AH’ omschreven.
- -
‘OPV’ of ‘ZPV’, betreft dit telkens een door de daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en) in de wettelijke vorm op ambtseed/ambtsbelofte opgemaakt overzichtsproces-verbaal dan wel zaaksproces-verbaal, bevattende een overzicht van het hierna te noemen proces-verbaal van de FIOD-ECD.
Deze bewijsmiddelen ‘V’, ‘AH’ en ‘D’ en ‘OPV’ zijn telkens opgenomen als bijlage bij het proces-verbaal van de FIOD-ECD met dossiernummer [nr].
Waar voorts wordt verwezen naar
- -
‘verklaring bij de rechter-commissaris’, betreft dit telkens een proces-verbaal van verhoor van getuige van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank;
- -
‘verklaring ter terechtzitting’ betreft dit telkens de door verdachte ter terechtzitting afgelegde verklaring, die is vervat in het door de rechtbank opgemaakte proces-verbaal ter terechtzitting.
Waar hierna wordt gesproken over [A], [G], [P], [B], [verdachte], [K] en [J], worden bedoeld medeverdachten [A], [G], [F] , [B], [verdachte], [K] en [J].
ii OPV p. 18.
iii OPV p. 18 en 19.
iv Een geschrift, zijnde een voorlichtingsrapport van 4 maart 2008 opgemaakt door [Y] namens Reclassering Nederland betreffende [A].
- v.
Verklaring bij de rechter-commissaris van 20 juni 2008 van [A] en een geschrift, zijnde een voorlichtingsrapport van 1 april 2008 opgemaakt door [X] namens Reclassering Nederland betreffende [F].
vi D/1215.
vii D/1216.
viii D/1214.
ix V11-03 ([F]), verklaring bij de rechter-commissaris van 11 maart 2008 van [B], verklaring bij de rechter-commissaris van 13 maart 2008 van [J] en verklaring bij de rechter-commissaris van 17 maart 2008 van [K].
- x.
OPV p. 21 en 22.
xi Een geschrift, zijnde een voorlichtingsrapport 26 mei 2008 opgemaakt door [XI] namens Reclassering Nederland betreffende [B].
xii OPV p. 22.
xiii OPV p. 19.
xiv OPV p. 20.
xv OPV p. 19 en 20.
xvi OPV p. 22 en 23.
xvii Verklaring bij de rechter-commissaris van 20 juni 2008 van [A] en V14-01 ([B]), V04-01 ([G]) en V18-01 ([J]).
xviii Verklaring bij de rechter-commissaris van 20 juni 2008 van [A] en verklaring bij de rechter-commissaris van 11 maart 2008 van [B].
xix Verklaring bij de rechter-commissaris van 20 juni 2008 van [A], verklaring bij de rechter-commissaris van 11 maart 2008 van [B] en verklaring bij de rechter-commissaris van 7 maart 2008 van [P].
xx Verklaring bij de rechter-commissaris van 20 juni 2008 van [A] en verklaring ter terechtzitting van 24 november 2008 van [G] als getuige.
xxi OPV p. 47.
xxii ZPV 1, p. 70.
xxiii AH/614, V14-01 p. 1273 ([B]), V13-01 p. 1231 ([P]).
xxiv AH 625 bijlage 1 t/m 13.
xxv V04-06 bijlage 1 p. 1103.
xxvi OPV 2, p. 106.
xxvii V07-01, V07-02, V07-03.
xxviii V18-01, V18-02, V18-03.
xxix V03-03.
xxx AH/625 bijlage 1 t/m 13.
xxxi Verklaring bij de rechter-commissaris van 20 juni 2008 van [A].
xxxii Verklaring ter terechtzittingen van 25 en 27 november 2008 van [verdachte].
xxxiii Bijlage bij AH/623, p. 659.
xxxiv Verklaring ter terechtzitting van 24 november 2008 van [A] als getuige.
xxxv Verklaring ter terechtzittingen van 25 en 27 november 2008 van [verdachte].
xxxvi V20-01, p. 1375.
xxxvii V23-01, p. 1395
xxxviii Verklaring bij de rechter-commissaris van 18 maart 2008 van [Z].
xxxix G07/01, p. 1442
xl Inhoudsopgave documentendossier, p. 2001-2009.
xli Verklaring ter terechtzittingen van 25 en 27 november 2008 van [verdachte].
xlii AH/625 blad 6.
xliii ZPV 2: [D] factureert van 2003 tot 2006 € 791.764,= aan TST en € 543.000,= aan ETS; [E] factureert van 1999 tot 2002 bij ETS € 559.365,= en brengt van 2001-2002 bij [C] € 230.667,= in rekening; dit laatste blijkt uit AH/625 blad 12: het totaal van de door [B] uit de administratie van [C] overhandigde facturen.
xliv Een overzicht van alle facturen is opgenomen in AH/625, p. 677-680.
xlv Verklaring ter terechtzittingen van 25 en 27 november 2008 van [verdachte].
xlvi G03/01.
xlvii Verklaring ter terechtzittingen van 25 en 27 november 2008 van [verdachte].
xlviii AH/641 pagina 839 vermeldt dat [D] geen personeel in dienst heeft en dat in de administratie geen facturen zijn aangetroffen van derden die de bij [A] thuis aangetroffen rapporten zouden hebben opgemaakt.
xlix D/676, p. 2341.
- l.
D/750.
li Verklaring ter terechtzittingen van 25 en 27 november 2008 van [verdachte].
lii D/978, pagina 2840.
liii V07/03A, p. 1164.
liv D/890-D/892.
lv G03-01.
lvi D/1388, p. 3472. Dit betreft de factuur van [verdachte].
lvii Verklaring ter terechtzittingen van 25 en 27 november 2008 van [verdachte].
lviii AH/639, p. 834-835
lix AH/606, p. 548.
lx Verklaring ter terechtzitting van 24 november 2008 van [G] als getuige.
lxi D/638, p. 2250 en D/807, p. 2650.
lxii D/1218.
lxiii V11-03, p. 1217.
lxiv V07-03, p. 1147.
lxv V11-03, p. 1219.
lxvi J-22, gesprek nr. 332, p. 3772-3773.
lxvii D/914.
lxviii V13-01, p. 4.
lxix AH/637, p. 825.
vonnis inzake [verdachte], parketnummer: 13/993072-07 (PROMIS)