RFR 2015/132
Wet Bopz. Hoe dient het begrip 'immediately after the arrest' te worden uitgelegd? Hoe ver strekt de verantwoordelijkheid van de burgemeester voor een last tot inbewaringstelling?
HR 18-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2747
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 september 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
15/00760
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS922163:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Gezondheidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2747, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1719, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑07‑2015
- Wetingang
Essentie
Wet Bopz. Hoe dient het begrip 'immediately after the arrest' te worden uitgelegd? Hoe ver strekt de verantwoordelijkheid van de burgemeester voor een last tot inbewaringstelling?
Samenvatting
Het hof heeft aan de Hoge Raad de volgende drie prejudiciële vragen gesteld, die betrekking hebben op het begrip 'immediately after the arrest' en op de verantwoordelijkheid van de burgemeester. Aanleiding voor de vragen vormde een verzoek om schadevergoeding wegens een vermeend onrechtmatige last tot inbewaringstelling.
Vraag 1: is aan het vereiste dat de door de burgemeester afgegeven last onrechtmatig was voldaan indien vaststaat dat degene ten aanzien van wie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.