V-N 2013/30.16
Naheffings(on)mogelijkheid bij een (gewezen) fiscale eenheid tussen bv en de directeur/enig aandeelhouder ter zake van omzetbelasting die drukt op verbouwing van bedrijfspand tot woonruimte
HR 14-06-2013, ECLI:NL:HR:2013:BX4020, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 juni 2013
- Magistraten
Overgaauw, Van Vliet, Lourens, Punt, Sterk
- Zaaknummer
11/02954
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
BX4020
- JCDI
JCDI:ADS914439:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Omzetbelasting / Levering van goederen en diensten
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑06‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BX4020, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑06‑2013
ECLI:NL:HR:2012:BX4020, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑06‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BX4020, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑2012
- Wetingang
art. 7 lid 4 en art. 15 Wet OB 1968
Essentie
Naheffings(on)mogelijkheid bij een (gewezen) fiscale eenheid tussen bv en de directeur/enig aandeelhouder ter zake van omzetbelasting die drukt op verbouwing van bedrijfspand tot woonruimte
Samenvatting
Belanghebbende is een (gewezen) fiscale eenheid die bestaat uit een bv en haar directeur(grootaandeelhouder). Tot het bedrijfsvermogen behoort een pand dat de BV in 1996 heeft verkregen. Het pand is altijd btw-belast verhuurd, de bovenverdiepingen (de eerste en de tweede etage) tot in 2002. De bovenverdiepingen zijn in 2003 en 2004 verbouwd tot woonruimte. Medio mei 2004 heeft de directeur de bovenverdiepingen als woning in gebruik genomen. Voor dat gebruik betaalt zij geen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.