NJB 2022/1865
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid moet haar boetebeleid voor overtredingen van de Wet arbeid vreemdelingen aanpassen. De minister moet daarbij rekening houden met de mate van verwijtbaarheid van de overtreding. In afwachting van nieuw, meer gedifferentieerd, boetebeleid van de minister, sluit de Afdeling Bestuursrechtspraak aan bij het Boetebesluit socialezekerheidswetten en het Besluit inburgering 2021.
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
13 juli 2022
- Magistraten
Mrs. Sevenster, Lange, Meijer
- Zaaknummer
202006623/1/V6
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2022:1973, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 13‑07‑2022
- Wetingang
(art. 5:46 lid 2 Awb; art. 2 lid 2, 15a Wav; Beleidsregel boeteoplegging Wet arbeid vreemdelingen 2017; Beleidsregel boeteoplegging Wet arbeid vreemdelingen 2020; art. 2 Boetebesluit socialezekerheidswetten; art. 7.1 lid 4 Besluit inburgering 2021)
Essentie
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid moet haar boetebeleid voor overtredingen van de Wet arbeid vreemdelingen aanpassen. De minister moet daarbij rekening houden met de mate van verwijtbaarheid van de overtreding. In afwachting van nieuw, meer gedifferentieerd, boetebeleid van de minister, sluit de Afdeling Bestuursrechtspraak aan bij het Boetebesluit socialezekerheidswetten en het Besluit inburgering 2021.
Partij(en)
Uitspraak op het hoger beroep van: [appellant], handelend onder de naam [bedrijf], gevestigd te [plaats], tegen de uitspraak van de Rechtbank Noord- Nederland van 3 november 2020 in zaak nr. 20/1166 in ...