NJ 2023/96
Procesrecht. Verbintenissenrecht. Koop. Kon hof ambtshalve oordelen dat Weens Koopverdrag van toepassing is? Dwaling; juiste voorstelling van zaken.
HR 24-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:313
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 februari 2023
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide, K. Teuben
- Zaaknummer
22/00265
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS691312:1
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:313, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1044, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑11‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑03‑2022
- Wetingang
Art. 6:228 BW; art. 24 Rv
Essentie
Procesrecht. Verbintenissenrecht. Koop. Kon hof ambtshalve oordelen dat Weens Koopverdrag van toepassing is? Dwaling; juiste voorstelling van zaken.
Samenvatting
Het oordeel van de rechtbank kan niet anders worden begrepen dan dat zij in haar vonnis toepassing heeft gegeven aan het Nederlandse recht met uitsluiting van het Weens Koopverdrag. In het licht van deze uitleg van het vonnis, en gegeven het in cassatie onbestreden oordeel van het hof ‘dat partijen geen grief hebben gericht tegen de beslissing van de rechtbank dat de Nederlandse rechter bevoegd is om in deze zaak te beslissen op basis van Nederlands recht’, stond het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.