NJB 2015/11:Wederrechtelijke jongensbesnijdenis in de zin van mishandeling art. 300 Sr: de vaststellingen dat verdachte niet het gezag had over de kinderen en de besnijdenis van zijn zoons welbewust heeft laten uitvoeren zonder toestemming van hun moeder, dragen zelfstandig het oordeel dat de verdachte wederrechtelijk heeft gehandeld. Aldus heeft het hof de juistheid van het beroep op een van oudsher aanvaard karakter van jongensbesnijdenis in het midden kunnen laten