NJ 2013/509
Dwangsom. Verjaring van verbeurde dwangsommen; schorsing verjaring?; schorsing van tenuitvoerlegging van dwangsom ex art. 438 lid 2 Rv wettelijk beletsel in zin art. 611g lid 2 Rv?
HR 29-06-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW1259, m.nt. A.I.M. van Mierlo
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 juni 2012
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
11/03527
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Noot
A.I.M. van Mierlo
- LJN
BW1259
- JCDI
JCDI:ADS96976:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BW1259, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑06‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW1259, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑06‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑07‑2011
- Wetingang
Essentie
Dwangsom. Verjaring van verbeurde dwangsommen; schorsing verjaring?; schorsing van tenuitvoerlegging van dwangsom ex art. 438 lid 2 Rv wettelijk beletsel in zin art. 611g lid 2 Rv?
Nu in art. 438 Rv aan de voorzieningenrechter de bevoegdheid is gegeven ‘desgevorderd de executie [te] schorsen voor een bepaalde tijd of totdat op het geschil zal zijn beslist’, vormt een uit hoofde van die bevoegdheid uitgesproken schorsing van de tenuitvoerlegging van dwangsommen een wettelijk beletsel in de zin van art. 611g lid 2 Rv dat de verjaring van de dwangsom schorst. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.