Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 5.13.66 [Koppelinrichting]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2014
- Bronpublicatie:
24-09-2013, Stcrt. 2013, 26590 (uitgifte: 01-10-2013, regelingnummer: IENM/BSK-2013/213100)
- Inwerkingtreding
01-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-09-2013, Stcrt. 2013, 26590 (uitgifte: 01-10-2013, regelingnummer: IENM/BSK-2013/213100)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Eisen | Wijze van Keuren | |
---|---|---|
1. | De koppeling van aanhangwagens moet zijn voorzien van een goedkeuringsmerk. Hierbij is het bepaalde in bijlage VIII, artikel 129, van toepassing. | Leden 1 tot en met 6: visuele controle. |
2. | De koppeling en de trekdriehoek of trekboom van aanhangwagens moeten deugdelijk zijn bevestigd en mogen niet gescheurd, ernstig vervormd, gebroken dan wel overmatig gesleten zijn. | |
3. | De trekdriehoek of trekboom mag niet zijn doorgeroest. | |
4. | Aanhangwagens die niet zijn voorzien van een losbreekreminrichting, moeten zijn voorzien van een hulpkoppeling. De hulpkoppeling moet deugdelijk zijn bevestigd en mag niet vervormd, gescheurd, gebroken dan wel overmatig gesleten zijn. | |
5. | Aanhangwagens die zijn voorzien van een losbreekreminrichting, mogen niet tevens zijn voorzien van een hulpkoppeling. | |
6. | Delen van de koppeling van aanhangwagens mogen tijdens het ontkoppelen, het losbreken of in afgekoppelde toestand het wegdek niet kunnen raken. |