NJB 2017/1471
Strafvordering. Executieverjaring. Overgangsrecht. In 1989 heeft een veroordeelde zich onttrokken aan de tenuitvoerlegging van zijn gevangenisstraf. In 2012 is hij aangehouden en is de tenuitvoerlegging hervat. In 2013 heeft hij zich opnieuw aan de tenuitvoerlegging onttrokken. Hoge Raad: Het recht tot tenuitvoerlegging was in 2012 niet door verjaring vervallen
HR 23-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1146
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 juni 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma, V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
16/02964
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1146, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑06‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:532, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑04‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑05‑2016
- Wetingang
(art. 70 lid 1, art. 76, 76a lid 1 en 2 Sr; art. VI Wet van 19 januari 1989, Stb. 1989, 7)
Essentie
Strafvordering. Executieverjaring. Overgangsrecht. In 1989 heeft een veroordeelde zich onttrokken aan de tenuitvoerlegging van zijn gevangenisstraf. In 2012 is hij aangehouden en is de tenuitvoerlegging hervat. In 2013 heeft hij zich opnieuw aan de tenuitvoerlegging onttrokken. Hoge Raad: Het recht tot tenuitvoerlegging was in 2012 niet door verjaring vervallen
Partij(en)
Staat der Nederlanden, adv. mrs. J.W.H. van Wijk en G.C. Nieuwland, vs. A, adv. mr. J. van Weerden.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
In 1988 is A veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaren ter zake van medeplichtigheid aan opzettelijk handelen in strijd met een in de Opiumwet gegeven ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.