VR 2019/117
Rijden onder invloed. Recht op tegenonderzoek.
HR 22-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:92
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 januari 2019
- Magistraten
mrs. De Hullu, Van Dorst, Röttgering
- Zaaknummer
18/00822
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS68841:1
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Handhaving verkeersvoorschriften
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:92, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑01‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1319, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑11‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑07‑2018
- Wetingang
Essentie
Rijden onder invloed. Recht op tegenonderzoek.
Samenvatting
Art. 11, tweede lid, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer houdt - kort gezegd - in dat in geval van een ademonderzoek de opsporingsambtenaar het resultaat van het ademonderzoek direct aan de verdachte mededeelt en hem, indien het ademonderzoek het vermoeden bevestigt dat het alcoholgehalte in zijn adem hoger is dan op grond van de toepasselijke wet is toegestaan, erop wijst dat hij het recht heeft op een tegenonderzoek. Deze verplichting tot mededeling van dat recht op een tegenonderzoek moet worden gerekend tot de strikte waarborgen waarmee ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.