NJB 2023/469:Algemeen beoordelingskader betreffende beklag art. 552a Sv over beslag art. 94 en 94a Sv: de Hoge Raad gaat nader in op het criterium dat zich niet het geval voordoet dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de later oordelende strafrechter tot de oplegging van een straf of maatregel overgaat. De Hoge Raad komt daarbij tot een zekere bijstelling van de rechtspraak over (i) de beoordeling door de beklagrechter of voortzetting van het beslag in overeenstemming is met de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit, en (ii) de mogelijkheden tot het doen van een hernieuwd beklag, mede in het licht van het tijdsverloop sinds de beslaglegging. Wenselijke herziening stelsel van rechtsmiddelen rond de beklagprocedure: voorts wijst de Hoge Raad erop dat naar geldend recht uitsluitend beroep in cassatie openstaat tegen een beschikking als bedoeld in art. 552a Sv en dat deze inrichting van het stelsel van rechtsmiddelen belangrijke nadelen heeft. Daarbij zet de Hoge Raad uiteen hoe het stelsel beter zou kunnen worden ingericht en merkt hij op dat het aan de wetgever is of in zo’n andere inrichting wordt voorzien. In casu slaagt het cassatiemiddel, onder meer omdat de rechtbank er ten onrechte vanuit is gegaan dat is vereist dat de feiten of omstandigheden waarop in een hernieuwd beklag een beroep wordt gedaan in die zin nieuw zijn dat zij zich pas na de behandeling van het eerdere klaagschrift hebben voorgedaan of bekend zijn geworden