FED 2017/96
Een vergoeding ontvangen door een werknemer die strekt tot vergoeding van immateriële schade en verlies van arbeidskracht vindt niet zozeer haar grond in de dienstbetrekking dat zij als daaruit genoten loon dient te worden aangemerkt
HR 31-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:529, m.nt. J.W.J. de Kort
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 maart 2017
- Magistraten
Mrs. Koopman, Fierstra, Groeneveld, Wortel, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
16/01727
- Noot
J.W.J. de Kort
- JCDI
JCDI:ADS274008:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Loonbelasting / Algemeen
Loonbelasting / Loon
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:529, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑03‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑11‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1130, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑11‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑03‑2016
- Wetingang
Essentie
Een vergoeding ontvangen door een werknemer die strekt tot vergoeding van immateriële schade en verlies van arbeidskracht vindt niet zozeer haar grond in de dienstbetrekking dat zij als daaruit genoten loon dient te worden aangemerkt
Samenvatting
Een politieagent raakt ten gevolge van een beroepsongeval blijvend verlamd. Het deel van de schadevergoeding dat strekt tot vergoeding van immateriële schade en verlies van arbeidskracht vindt niet zozeer haar grond in de dienstbetrekking dat zij als daaruit genoten loon dient te worden aangemerkt. Tevens kan niet geoordeeld worden dat de vergoeding voortvloeit uit de rechtspositie van belanghebbende. De staatssecretaris verwijst vruchteloos ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.