Rb. Zeeland-West-Brabant, 10-03-2015, nr. AWB-14, 6719 & AWB-14, 6722
ECLI:NL:RBZWB:2015:1838
- Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum
10-03-2015
- Zaaknummer
AWB-14_6719 & AWB-14_6722
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBZWB:2015:1838, Uitspraak, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 10‑03‑2015; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Hoger beroep: ECLI:NL:RVS:2015:1780, Bekrachtiging/bevestiging
Uitspraak 10‑03‑2015
Inhoudsindicatie
WVW
Partij(en)
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummers: BRE 14/6719 WVW en BRE 14/6722 WVW
uitspraak van 10 maart 2015 van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[naam eiser], te [woonplaats],
eiser in de zaak 14/6719 WVW,
[naam eiseres], te [woonplaats],
eiseres in de zaak 14/6722 WVW,
eisers,
en
de directie van de Dienst Wegverkeer (RDW), verweerder.
Procesverloop
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 4 oktober 2014 (de rechtbank leest:
4 november 2014, bestreden besluit I) van de RDW inzake de intrekking van de aan hem verleende keuringsbevoegdheid voor het uitvoeren van periodieke keuringen van voertuigen tot en met 3500 kg voor de duur van zes maanden.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 4 november 2014 (bestreden besluit II) van de RDW inzake de intrekking van de aan haar verleende erkenning voor het uitvoeren van periodieke keuringen van voertuigen tot en met 3500 kg voor de duur van twaalf weken.
De beroepen zijn gelijktijdig behandeld ter zitting in Breda op 30 januari 2015. Eiser is verschenen, mede namens eiseres. Namens de RDW is verschenen mr. M.A. Groenewoud, vergezeld van [naam getuige] als getuige.
Overwegingen
1. Op grond van de stukken en de behandeling ter zitting gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Eiser exploiteert onder de naam van eiseres een keuringsstation voor auto’s.
Op 24 september 2014 heeft RDW-medewerker [naam getuige] bij een steekproefcontrole vastgesteld dat bij de keuring van het voertuig met het kenteken [kenteken1] (hierna: het voertuig) de APK keuringseisen niet juist zijn toegepast.
Op 29 september 2014 is eiser hierover gehoord.
Bij besluit van 14 oktober 2014 (primair besluit I) heeft de RDW de keuringsbevoegdheid van eiser voor voertuigen tot en met 3500 kg voor de duur van zes maanden ingetrokken.
Bij besluit van eveneens 14 oktober 2014 (primair besluit II) heeft de RDW de aan eiseres verleende erkenning voor het uitvoeren van periodieke keuringen van voertuigen tot en met 3500 kg voor de duur van twaalf weken ingetrokken.
Aan de primaire besluiten heeft de RDW ten grondslag gelegd dat een overtreding van categorie III is geconstateerd. De steekproefcontroleur heeft geconstateerd dat door eiser in quarantainetijd is gesleuteld, waarbij door hem een band met behulp van een bandenspanningsmeter op druk werd gebracht.
Eisers hebben tegen de primaire besluiten bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter van deze rechtbank verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Voordat een zitting bij de voorzieningenrechter kon plaatsvinden, heeft de RDW de bezwaren van eisers bij de bestreden besluiten ongegrond verklaard.
Op 21 november 2014 (ECLI:NL:RBZWB:2014:7876) heeft de voorzieningenrechter de bestreden besluiten geschorst.
2. Eisers hebben, samengevat, aangevoerd dat eiser geen band op druk heeft gebracht. Hij was de bandenspanningsmeter aan het opruimen. Het geluid dat de steekproefcontroleur hoorde, was het geluid van de compressor die altijd aanstaat als eiser aan het werk is. Ter onderbouwing van hun beroep is een schriftelijke verklaring ingebracht van getuige [naam getuige2].
3. Ingevolge artikel 87a, tweede lid, onder c, van de Wegenverkeerswet 1994 kan de RDW de bevoegdheid voertuigen aan een keuring te onderwerpen intrekken of de daaraan verbonden voorschriften wijzigen, indien degene aan wie die bevoegdheid is verleend handelt in strijd met een of meer andere uit de bevoegdheid voertuigen aan een keuring te onderwerpen voortvloeiende verplichtingen.
Ingevolge artikel 31, eerste lid, van de Regeling erkenning en keuringsbevoegdheid APK (hierna: de Regeling) gelden, indien het voertuig blijkens de mededeling van de RDW wordt onderworpen aan een steekproef, de in het tweede tot en met zesde lid genoemde verplichtingen.
Ingevolge artikel 31, tweede lid, van de Regeling worden, in de staat van het voertuig dat aan een steekproef wordt onderworpen, gedurende negentig minuten na het tijdstip van afmelding geen wijzingen aangebracht en worden geen metingen met betrekking tot het voertuig verricht.
Bij het toezicht op keuringen en het opleggen van sancties hanteert de RDW beleidsregels die zijn neergelegd in de Toezichtbeleidsbrief Erkenninghouders RDW van, ten tijde van belang, 1 oktober 2012 (hierna: de Toezichtbeleidsbrief), welke aan elke erkenninghouder en keurmeester bekend zijn gemaakt.
Volgens paragraaf 4.5 heeft de RDW mogelijke overtredingen ondergebracht in vier categorieën, te weten I tot en met IV, waarbij categorie I de lichtere overtredingen en categorie IV de zwaarst mogelijke overtredingen bevat. De hoogte van een sanctie wordt in beginsel bepaald door de categorie waarin een overtreding wordt ingedeeld.
4. Het geschil spitst zich toe op de vraag of sprake is geweest van een overtreding op grond waarvan de RDW bevoegd was om de sancties op te leggen.
Zoals de voorzieningenrechter van deze rechtbank heeft overwogen in zijn voornoemde uitspraak, dient in beginsel van de juistheid van de waarnemingen en bevindingen van de steekproefcontroleur en het steekproefcontrolerapport te worden uitgegaan. De steekproefcontroleur is immers werkzaam bij de RDW en het uitvoeren van steekproeven is zijn dagelijks werk. De steekproefcontroleur heeft er geen belang bij onwaarheden te verklaren. Aldus komen aan de bevindingen van de steekproefcontroleur en het controlerapport sterke bewijskracht toe. Dit is slechts anders indien de waarnemingen en bevindingen van de steekproefcontroleur voldoende gemotiveerd worden betwist en daardoor aan twijfel onderhevig worden.
De steekproefcontroleur heeft als getuige ter zitting volhard in zijn verklaring dat hij bij zijn steekproefcontrole goed heeft gezien dat eiser bij het rechtervoorwiel van het voertuig gehurkt zat. Daarbij zag hij dat eiser een bandenvulpistool in zijn handen had en dat de vulslang aan het ventiel van dat rechtervoorwiel gekoppeld was. Vervolgens heeft eiser, na het zien van de steekproefcontroleur, de vulslang van het ventiel afgehaald waardoor er lucht ontsnapte. Dit ging gepaard met geluid. Uit het horen van dat geluid concludeert de steekproefcontroleur dat de band van het rechtervoorwiel op dat moment werd gevuld.
De rechtbank is van oordeel dat in dit geval, alles overwegende, doorslaggevende betekenis moet worden toegekend aan hetgeen de steekproefcontroleur heeft geconstateerd en ter zitting als getuige onder ede heeft bevestigd. De steekproefcontroleur werkt in deze hoedanigheid al dertien jaar voor de RDW en de rechtbank acht hem ter zake kundig. De rechtbank heeft geen aanknopingspunten voor het oordeel dat de steekproefcontroleur in dit geval niet onafhankelijk heeft gerapporteerd. Het was de eerste keer dat hij bij eisers voor een steekproefcontrole kwam.
Dat de steekproefcontrole bij eiseres volgens eiser selectief is geweest, waarmee eiser volgens de rechtbank heeft beoogd te zeggen dat die willekeurig was, acht de rechtbank inherent aan een steekproefcontrole. Hieruit kan in ieder geval niet worden geconcludeerd dat de steekproefcontrole niet onafhankelijk is gebeurd. Ook wordt overwogen dat niet uitgesloten moet worden geacht dat de compressor ten tijde van de steekproefcontrole, zoals door eiser is verklaard, aan was en dat die geluid maakte. Uit de verklaring van de getuige blijkt echter dat hij duidelijk geluid heeft gehoord dat werd veroorzaakt doordat de vulslang van het ventiel werd afgehaald. Ten slotte wordt overwogen dat uit hetgeen de steekproefcontroleur heeft gezien niet blijkt dat eiser ten tijde van de steekproefcontrole de bandenspanningsmeter aan het opruimen was.
De hiertegenover gestelde verklaring van de klant van [naam getuige2] acht de rechtbank minder geloofwaardig. Niet is gebleken dat deze klant kennis heeft van auto’s in het algemeen en APK keuringen in het bijzonder. De vaktaal in zijn verklaring doet evenwel vermoeden dat deze klant niet uit eigen wetenschap verklaart, maar vanuit wat eiser, zoals door hem ter zitting is verklaard, de klant heeft verteld. Verder heeft de klant niet zelf de kennis over de gebruikelijke handelwijze bij eiseres, maar verklaart wel “Zoals gewoonlijk…”. Volgens eiser was de klant pas voor de tweede keer bij eiseres op bezoek. Dit alles maakt dat de rechtbank vraagtekens zet bij hetgeen de klant heeft verklaard over wat hij bij de steekproefcontrole zou hebben gezien.
De rechtbank komt tot de slotsom, dat de RDW zijn bevoegdheid tot het opleggen van sancties op goede gronden heeft kunnen baseren op het steekproefcontrolerapport. Bij eisers is er sprake van recidive. De opgelegde sancties zijn voorts naar aard en omvang niet betwist. Dit betekent dat de bestreden besluiten in rechte stand houden.
5. Aangezien de bestreden besluiten in rechte stand houden, worden de beroepen ongegrond verklaard.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W. Toekoen, rechter, in aanwezigheid van mr. M.A. de Rooij, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 10 maart 2015.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.