Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 4.791m (water: meten en berekenen)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Bij de teelt van gewassen worden de volgende gegevens gemeten of berekend:
- a.
de hoeveelheid voedingswater die wordt toegediend in kubieke meters;
- b.
de hoeveelheid drainagewater die wordt hergebruikt in kubieke meters;
- c.
de hoeveelheid drainagewater die wordt geloosd in kubieke meters;
- d.
het gehalte aan nitraatstikstof en ammoniumstikstof en totaal fosfor in het geloosde drainagewater;
- e.
per gewas of groep van gewassen met eenzelfde bemestingsniveau: het gehalte aan totaal stikstof en totaal fosfor in de bodem op basis van een representatief grondmonster;
- f.
na elk gebruik: de hoeveelheid in kilogram per hectare toegediende meststoffen onder vermelding van de samenstelling van de meststof;
- g.
de gewassen die worden geteeld, de teeltoppervlakte en de teeltperiode per gewas; en
- h.
jaarlijks: de op 1 januari aanwezige meststoffen onder vermelding van de merknaam zoals die op de verpakking is vermeld, de naam en het adres van de leveranciers en de hoeveelheid, uitgedrukt in kilogrammen of liters.
2.
Het verbruik aan totaal stikstof en totaal fosfor wordt uitgedrukt in kilogrammen totaal stikstof en totaal fosfor en berekend door voor elke te onderscheiden samenstelling van de meststoffen het verbruik van totaal stikstof en totaal fosfor te berekenen en vervolgens de som van de uitkomsten van die berekeningen te nemen.
3.
De afwijking van de nauwkeurigheid van de instrumenten die worden gebruikt voor het meten van de hoeveelheid, bedoeld in het eerste lid, is ten hoogste 10%.