RFR 2013/55
Wet Bopz. Hoorplicht. Mag voorlopige machtiging worden verleend, als betrokkene de deur niet voor de rechter opent?
HR 08-03-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ3590
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 maart 2013
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion, M.V. Polak
- Zaaknummer
12/05637
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BZ3590
- JCDI
JCDI:ADS913976:1
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BZ3590, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑03‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BZ3590, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑12‑2012
- Wetingang
Essentie
Wet Bopz. Hoorplicht.
Mag voorlopige machtiging worden verleend, als betrokkene de deur niet voor de rechter opent?
Samenvatting
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht een voorlopige machtiging te verlenen tot opname en verblijf van betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis. De rechtbank heeft het verzoek buiten aanwezigheid van betrokkene behandeld en toegewezen. Ondanks herhaald aanbellen had betrokkene de deur niet geopend. In cassatie wordt erover geklaagd dat de machtiging is verleend, zonder dat de rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet gehoord wilde worden.
HR: Ingevolge art. 8 Wet Bopz dient de rechter, alvorens op het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.