Einde inhoudsopgave
Overeenkomst opgesteld op basis van Artikel K.3, lid 2, onder c), van het Verdrag betreffende de Europese Unie ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren van de Europese Gemeenschappen of van de lidstaten van de Europese Unie betrokken zijn
Artikel 9 Samenwerking
Geldend
Geldend vanaf 28-09-2005
- Bronpublicatie:
26-05-1997, Trb. 1997, 249 (uitgifte: 11-09-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
28-09-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-12-2005, Trb. 2005, 336 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
1.
Wanneer twee of meer lidstaten betrokken zijn bij een procedure met betrekking tot een overeenkomstig de artikelen 2, 3 en 4 strafbaar gesteld feit, werken deze lidstaten doeltreffend samen bij het onderzoek, de vervolging en de bestraffing van het strafbaar feit, bijvoorbeeld door middel van wederzijdse rechtshulp, uitlevering, overdracht van strafvervolging of tenuitvoerlegging van in een andere lidstaat gewezen rechterlijke beslissingen.
2.
Wanneer ten aanzien van een strafbaar feit meer dan één lidstaat bevoegd is en elk van hen ter zake van dezelfde feiten een vervolging kan instellen, bepalen de betrokken lidstaten in onderling overleg wie van hen de dader of daders zal vervolgen, met het doel de vervolging zo mogelijk in één lidstaat te centraliseren.