O&A 2019/71
Onrechtmatige overheidsdaad; onderwijsrecht; bevoegdheidsverdeling burgerlijke rechter en bestuursrechter
HR 19-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1243
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 juli 2019
- Zaaknummer
18/01668
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht (V)
Civiel recht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1243, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:509, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑04‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑05‑2018
- Wetingang
Art. 6:162 BW, art. 8:4 lid 3, aanhef en onder b, Awb
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad; onderwijsrecht; bevoegdheidsverdeling burgerlijke rechter en bestuursrechter
Partij(en)
L (de leerling) / Staat (College voor Toetsen en Examens)
Uitspraak
Bij het centraal schriftelijk examen vwo Frans in 2017 had eiseres (hierna: de leerling) op vraag 15 het antwoord ‘en effet’ gegeven. In het correctievoorschrift van het College voor Toetsen en Examens (hierna: CvTE) is het antwoord ‘Il s’(agit)’ als het enige goede antwoord aangemerkt. Het correctievoorschrift is een voorschrift waarvan niet mag worden afgeweken door de examinator bij het nakijken van het examen. De leerling heeft daarom geen punt voor vraag 15 gekregen. Na het examen ontving het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.